verschijning zijn nagenoeg identiek aan die van de vroegere blanke slavenmeesters, de protestant blanku. Voortdurend wordt de lezer daarop gewezen. Manchi is in tegenstelling tot het merendeel van de zwarte bevolking niet katholiek, want dat vindt hij maar een ‘typische slavengodsdienst’. Neen, Manchi is protestant want dat is de godsdienst van de nakomelingen van de slavenmeesters.
Met zijn mooie maar belachelijk grote huis wil Manchi alle andere huizen in de buurt in de schaduw stellen. En wat is volgens Manchi een mooi huis? Dat is een huis ‘mooier (...) dan huizen die gebouwd waren door een van de machtigste olieraffinaderijen ter wereld’. De Nederlandse Shell dus. De inspiratie voor zijn woning heeft hij opgedaan van een oude prentbriefkaart van de huizen in Capri, de fameuze Italiaanse cultuur dus. Zijn meubilair heeft hij, in navolging van de Hollandse substituut-officier van justitie, speciaal uit Denemarken laten komen. Dit in weerwil van de voorkeur van Solema, zijn zwarte vrouw, voor oude Curaçaose meubelen.
Manchi, die tevergeefs zijn kroeshaar met veel vet strak naar achteren tracht te kammen, ziet in zijn in Europa geschoolde vrouw in de eerste plaats een exponent van de Europese cultuur. Zij verhoogt derhalve zijn status. De wijze waarop hij haar behandelt, is die van de heer ten overstaan van een horige. Solema moet Manchi voor elke maaltijd een briefje van vijf toeschuiven (de prijs van een ‘goedkope hoer’), omdat Manchi zijn vrouw jaren geleden eens op overspel betrapte. De deurwaarder constateert met voldoening dat sommige mensen hem de titel ‘shon’ toedichen. In de slaventijd was dat de aanspreektitel van de blanke meester en later ‘de aanspreektitel voor alle personen die men respecteert en als van hogere sociale rang erkent’ (Encyclopedie van de Nederlandse Antillen, 1969, pag. 508).
In zijn verlangen nog meer ‘Europees’ aanzien te verwerven, drijft Manchi steeds verder weg van zijn eigen zwarte cultuur. Terwijl hij slag op slag verliest, dagdroomt hij over een weekendhuis op Westpunt, want daar zit ook de blanke high-brow van het eiland. Hij wil ook stoppen met het volkse domino-spel - dit is het laatste spelletje - en zich op bridge en canasta gaan toeleggen.
Tegen het einde van de match gaan zijn waandenkbeelden volledig met hem op de loop. Hij valt ten prooi aan schizofrenie en beeldt zich in rechter te zijn, zijn grote ideaal. En dat is natuurlijk geen toeval, zoals geen schoen, piano of briefje van vijf toeval is in deze roman. Het beroep van rechter is voor Manchi een sublimatie van het beroep van de blanke slavenmeester.
In de loop van het spelletje domino wordt duidelijk dat Manchi ‘verschrikkelijk fout’ zit. Manchi Sanantonio is door Arion op een slimme ma-