Drie Curaçaose schrijvers in veelvoud
(1991)–Henny Coomans, Maritza Coomans-Eustatia, Wim Rutgers– Auteursrechtelijk beschermdBoeli van Leeuwen, Tip Marugg, Frank Martinus Arion
[pagina 181]
| |
Ligia Hoetink-Espinal
| |
[pagina 182]
| |
kon ik met Boeli de Spaanse vertaling - in eerste versie - van zijn roman De rots der struikeling doornemen. ‘We spraken nog wat over een nieuw boek van Hoetink, dat op stapel staat en de vertaling van mijn boek in het Spaans, dat Ligia net had voltooid,’ schreef hij in het eerder genoemde artikel. Ik was op eigen initiatief aan deze taak begonnen en ik vermoed dat Boeli mij per brief had aangemoedigd om de vertaling door te zetten. Op een kleine draagbare Hermes typemachine was ik te werk gegaan; je maakte in die tijd één origineel en één carboncopie. Dit eerste manuscript nam Boeli mee naar Nederland. Boeli vertrok op een vrachtschip van de K.N.S.M. naar Europa: ook de hoofdpersoon van De rots der struikeling was met een vrachtboot (een Franse) naar Europa gereisd, en hij herinnerde zich ‘de kille morgen toen ik, angstig en verloren, voor het eerst naar de duinen van de Nederlandse kust keek.’ In 1961 moet Boeli met heel andere gevoelens in Holland zijn aangekomen, want zijn boek was een literair succes en was met de Vijverbergprijs bekroond. Tijdens zijn verblijf in Nederland heeft Boeli met zijn uitgever, Van Kampen, gesproken over de Spaanse vertaling. Op initiatief van deze uitgever en mede dankzij de inzet van een Nederlandse diplomaat in Mexico, de in Paramaribo geboren ambassaderaad drs. Tj. A. Meurs, kwam het manuscript uiteindelijk bij de Mexicaanse uitgever Joaquín Mortiz terecht, die, na correctie door Huberto Batis, La Piedra de Tropiezo begin 1964 publiceerde in de Serie del Volador.
Hoe was ik er toe gekomen om De rots der struikeling te vertalen? Toen Harry en ik in Puerto Rico aankwamen troffen we een bruisend cultureel leven aan: veel aandacht voor de eigen geschiedenis, muziek en literatuur. De ‘Club del Libro de Puerto Rico’ was recentelijk opgericht en publiceerde om de paar maanden nieuw werk van eigen jonge schrijvers. Er was grote belangstelling voor andere nieuwe auteurs in het Caribisch Gebied, maar Nederlandstalige werken waren te ontoegankelijk. Toen ik, heel tentatief, net begonnen was met de vertaling, herinner ik me met de Puertorikeinse schrijver René Marqués gesproken te hebben over de moeilijkheden die ik tegenkwam, bijvoorbeeld het - voor die tijd - directe en onomwonden taalgebruik. Ik wist dat Spaanse uitgevers strenge codes moesten hanteren, maar hoe zouden Latijnsamerikanen reageren? René Marqués zei zo ongeveer: ik zou trouw blijven aan het origineel, maar laat gewoon even weten als je er niet uitkomt, ik wil je best helpen. Hij was op dat moment een gevierd toneelschrijver, wiens stuk La Carreta met groot succes in New York speelde. Marqués' spontane, behulpzame houding was, denk ik, tekenend voor die weinig materialistische tijd. Ook de toen nog kleine uitgeverij Joaquín | |
[pagina 183]
| |
Mortiz in Mexico past in die periode, voorafgaand aan de ‘boom’ van de Latijnsamerikaanse literatuur. De betaalbare (pocketbook) Serie del Volador omvatte zowel vertaald als oorspronkelijk werk van hoge kwaliteit, van bijvoorbeeld André Breton, Sergio Fernández, Juan José Arreola, Carlos Fuentes, Sergio Galindo, Günter Grass, de heel bijzondere Cubaans-Chinese schrijver Severo Sarduy en Agustín Yáñez.Ga naar eind2 Ik voelde me verbonden met De rots der struikeling, omdat wij als één van de eersten een exemplaar van de allereerste druk van Boeli kregen. Eind 1959 kwam Boeli op een middag bij ons langs met zijn net verschenen boek, op Curaçao gedrukt (ik meen bij Scherpenheuvel) en met een omslag van Doppie van Eps. Terwille van de couleur locale kan ik nog vermelden dat deze overhandiging plaats vond op het achterterras van Landhuis Sorsaca, dat wij van juni 1959 tot mei 1960 tijdelijk als huisbewaarder mochten bewonen. Op Boeli's suggestie heeft Harry Hoetink het boek, als één van de eersten, gerecenseerd voor de ‘Curom’. Dat eerste boekje - getuige mijn aantekeningen in de marges - heb ik gebruikt voor de Spaanse vertaling. Die betreffen de vele citaten uit het Oude en het Nieuwe Testament: ik lees Lucas 15:20, 21, 22, 24; Job 2:4,5 en 30:26-31; Jonas 2:6,7. Er was in mijn geval wat speurwerk nodig geweest voor ik de verwijzingen kon identificeren, want tijdens de catechisatielessen van de nonnetjes op Pietermaai hadden we ons niet in de Bijbel hoeven te verdiepen. Voor de vertaling had ik een Spaanstalige versie van de Bijbel aangeschaft bij een klein boekhandeltje van de American Bible Society of Puerto Rico. Speurwerk in de Bijbel én advies van René Marqués, een toneelschrijver die alles over vloeken wist ... een wonderlijke combinatie, vind ik nu. De Spaanse editie (1964) heeft in Mexico uitstekende kritieken ontvangen, zo heeft de directeur van Joaquín Mortiz mij later geschreven. Ik citeer enkele fragmenten uit de recensies:Ga naar eind3 ... el personaje es fiel a su destino nepantla, oscila entre las dos culturas que lo oprimen como camisas de fuerza. Si está en Europa, se siente vivir de verdad, percibe la magnífica realidad de ser hombre. Sólo que un hombre que choca a cada momento con las cosas y con los seres. [...] El lenguaje directo, brutal, a ratos grosero; las escenas plásticas, pintadas con maestría y con una severa economía de palabras, hacen una narración nerviosa, incisiva, que se lee de principio a fin ... (F. Castillo)Ga naar eind4 | |
[pagina 184]
| |
beloftevol het menselijk bestaan kan zijn. Maar [hij is een] mens die voortdurend opbotst tegen de anderen en tegen de dingen. [...] Het directe taalgebruik, hard, soms grof; de plastische taferelen geschilderd met meesterhand en met een strenge soberheid van woorden, scheppen een nerveus, snijdend verhaal. Je leest het in één adem uit ... (F. Castillo) Angelina MuñizGa naar eind5 schreef een uitgebreide literaire analyse waarin zij onder meer een vergelijking maakt van La Piedra de Tropiezo met de roman van Hervé Bazin En el nombre del hijo, óók bij Joaquín Mortiz uitgegeven in 1963. Dios y padre se entremezclan y la búsqueda de ambos se convierte en una sola para el protagonista. Conflicto totalmente opuesto y oponible al que plantea Hervé Bazin en su novela [...] en la que el padre es quien busca al hijo. (No deja de ser interesante el hecho de que la misma editorial publique dos libros sobre la relación padre-hijo, pero enfocados desde polos opuestos aunque complementarios). God en vader vloeien samen en voor de hoofdpersoon wordt de zoektocht naar hen beiden één. Een conflict dat volkomen tegengesteld is aan wat Hervé Bazin beschrijft in zijn roman [...] waarin de vader juist op zoek is naar de zoon. (Het is trouwens interessant dat dezelfde uitgever twee boeken over de vader-zoon relatie publiceert, maar dan vanuit tegengestelde - zij het elkaar aanvullende - gezichtspunten). In dit artikel plaatst Angelina Muñiz het boek van Boeli van Leeuwen in een algemene Latijnsamerikaanse context: El conocimiento de esta obra [...] confirma la idea de la universalización de la literatura y de la cultura en nuestros días. A pesar del ambiente en que sucede - Curazao -, desconocido para la mayoría de nosotros, nos identificamos con lo fundamental del hombre, con sus rasgos inmutables, sin importar el tiempo, la distancia, las costumbres y los intereses. Dit boek bevestigt [...] het idee dat literatuur en cultuur heden ten dage universele geldigheid hebben. Hoewel de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt (Curaçao) voor de meesten van ons onbekend is, identificeren wij ons met de fundamentele waarden van de mens, zijn onveranderlijke karaktertrekken, ongeacht tijd, afstand, gewoontes en belangen. | |
[pagina 185]
| |
De recensies stemden zeker tot tevredenheid, maar de verkoopcijfers waren teleurstellend. Hoe zou je dit kunnen verklaren? Zelf heb ik steeds het vermoeden gehad dat het moeilijker werd om te concurreren toen eenmaal de internationale doorbraak van de Latijnsamerikaanse literatuur begon met de publicatie van García Márquez' Cien Años de Soledad in 1967. Vanaf dat moment werd commercieel succes, nog meer dan voordien, afhankelijk van grootschalige distributienetwerken. Een recent nummer van het Duits- en Spaanstalige culturele tijdschrift ‘Humboldt’ is gewijd aan verschillende aspecten van literaire vertalingen (met name Duitse vertalingen van Latijnsamerikaanse romans). ‘A veces los caminos que recorren los libros son inefables’, is de conclusie van Ray-Güde Mertin, een literair agente. De wegen die boeken volgen zijn soms ondoorgrondelijk, onvoorspelbaar: goede kritieken worden niet noodzakelijk weerspiegeld in de verkoopcijfers. Zij vermeldt overigens dat in Duitsland 80% van de literaire vertalingen (ook die van gerenommeerde auteurs) geen tweede druk beleeft. Ook besteedt zij enige aandacht aan de invloed van modieuze trends. Dit laatste thema wordt in een essay van Rafael Gutiérrez Girardot in hetzelfde tijdschrift uitgewerkt. Er worden diverse verklaringen gegeven voor het feit dat veel uitstekende Latijnsamerikaanse romanschrijvers en dichters, de ‘doorbraak’ ten spijt, onbekend zijn gebleven voor het internationale publiek. Enkele van hen gingen eenvoudigweg aan de ‘boom’ vooraf, maar anderen pasten niet in de ‘magische en mytische interpretatie van de Latijnsamerikaanse literatuur, die als handelswaar een soort fabrieksmerk heeft gekregen: magisch realisme.’Ga naar eind6 Tegen deze achtergrond gezien is het niet uitzonderlijk dat La Piedra de Tropiezo geen herdruk heeft beleefd. De Spaanse editie verscheen aan de vooravond van de ‘boom’ en is niet meegesleurd in die stroomversnelling, een lot dat ze deelde met andere goede romans uit die tijd. In ieder geval is De rots der struikeling in zijn eerste en latere drukken wel succesvol geweest in de Nederlandse en Antilliaanse literaire wereld, lang vóór de ‘hausse’ van Latijnsamerikaanse schrijvers, en zeker zes jaar voordat het concept ‘magisch realisme’ ook in Nederland gemeengoed was geworden. Maar het oeuvre van Boeli van Leeuwen wordt, met terugwerkende kracht als het ware, tegenwoordig door sommige Nederlandse critici wel verwant geacht aan het magisch realisme. Deze reconstructie van de gang van zaken die eindigde met de publicatie van La Piedra de Tropiezo bij Joaquín Mortiz is verre van volledig. Niet al diegenen die, uit belangstelling en sympathie, als intermediair hebben gediend om het Spaanstalige manuscript uiteindelijk op het bureau van de uitgever te doen belanden, zijn bekend. | |
[pagina 186]
| |
Liever zou ik het een collage noemen, samengesteld uit wat geschreven aantekeningen, een enkel recent gesprek met Boeli van Leeuwen, een bij verrassing teruggevonden krantenartikel en uit een helder gebleven herinnering - zowel bij Boeli als bij ons - aan de gedenkwaardige dag dat onze goede vriend ons opzocht op dat ándere Caribische eiland, waar je in de dagelijkse werkelijkheid zulke bizarre dingen tegenkwam als ‘la cueva del chicken inn’ en de onvergetelijke ‘Bolívar spare parts’. |
|