werden. Een Eddie Bruma, die knappe leerling van Prof. de Gaay Fortman, vond in Suriname met zijn ‘Sranang tongo’ weerklank evenals Johan Ferrier, die nooit gedroomd had, eens president van zijn land te worden, toen hij een lange reeks Surinaamse Anansi's in de landstaal voordroeg.
In die dagen kon de afdeling beschikken over uitstekende Nederlandse omroepers, maar ik dacht dat de luisteraars in de West het toch op prijs zouden stellen regelmatig, zeker in een groetenprogramma, in de eigen taal te worden toegesproken en ingelicht. Zou dat, vroeg ik me af, verstandig zijn? Met die vraag ging ik naar een Antilliaanse politicus, die bovendien al vele jaren mijn beste vriend was, Dr. da Costa Gomez. Hij woonde toen nog, als vertegenwoordiger van de Antillen, op een zolderkamertje vierhoog achter in de Haagse Houtstraat. Hij zei: ‘Gebruik zoveel mogelijk zuiver Nederlands maar geef tegelijk, waar dat pas geeft, alle eer aan de landstaal.’ Als hij persoonlijk in de studio verscheen en hij maakte in die tijd vaak gebruik van die mogelijkheid, dan voerde hij het woord in het mooiste papiamentu dat men zich kon wensen. Zo ontstond er een aardig team waaraan, in een later stadium, Antilliaanse medewerksters als Yvette Ecurie, Stella Priest en Helen Hoyer werden toegevoegd.
Ook Surinaamse omroepers en omroepsters werden aangetrokken. Onder deze medewerksters speelde vooral Lydia Emmanuels een bijzondere rol omdat ze niet alleen een uitstekende presentatrice was maar ook, zowel in het Nederlands als in het Surinaams, een echte verslaggeefster.
Heel die groep van Antilliaanse en Surinaamse medewerkers ging aan het werk mede onder leiding van de helaas veel te jong overleden Tom Pape, die zich verdiepte in de Westindische problematiek en dank zij verschillende reizen goede vriendschappen sloot, zowel op de Antillen als in Suriname.
Het is niet de bedoeling groei en bloei van de Wereldomroep uit de doeken te doen. Daarvoor zou een heel boek nodig zijn waarin vooral de technische ontwikkeling vele hoofdstukken zou moeten omvatten. Een technische ontwikkeling overigens waaraan Surinamers en Antillianen op hun wijze meewerkten en daarbij moet ik even stilstaan bij de tovenaar van Willemstad: Horacio Hoyer. Nog zie ik hem knutselen in zijn sportwinkeltje waar hij, oud-tenniskampioen van de Antillen, zijn eigen radiozendertje bouwde en eigen opname-apparatuur. In dat winkeltje ontstond Radio Hoyer. De Curom was van ouder datum en moest bestaan van de offers die de leden van de omroepvereniging zelf brachten. Zij droeg als publieke zender vooral een educatief karakter. Radio Hoyer was van meet af aan een zuiver commerciële zender, hoewel Horacio op zijn manier zijn culturele taak niet verwaarloosde.
Ondertussen arriveerden uit de Antillen en Suriname jonge mensen die