feestje met een blank meisje. Ze had het zelf gevraagd. De volgende week was ik mijn beurs kwijt.’
‘Geen andere redenen?’
‘Tientallen andere redenen. Maar het was toch maar precies een week later. En zo zijn er zoveel dingen. Tot 1955 mochten wij niet in de y.m.c.a. dansen.’
‘En nu?’
‘Nu wel, als er avonden voor negers zijn. Als er andere avonden zijn, mogen we ook, zeggen ze. Maar we proberen het niet eens. Ja - wil je misschien dat ik me weg laat sturen? Moeten ze met een end ketting op me af komen? Ik wéét waar ik aan toe ben, ik hoef het niet aan den lijve te ondervinden.’ ‘Dat lijkt me allemaal heel rot. Ik had gedacht, zoals de meeste mensen hier, dat het nog veel rotter zou zijn. Maar misschien is het zó juist het moeilijkste: als er nog overal discriminatie was, dan wist je tenminste waar je aan toe was. Nu heb je alle twijfels die wij kleurelozen ook hebben, plus een extra twijffel.’
‘Ik zal jou eens wat zeggen. Vertrouw niemand voor hij bewezen heeft dat hij vóór je is. Aan smoesjes heb je niets. Ik kan hier lopen, en Dave loopt aan mijn linkerhand, en Miles loopt rechts van mij en daar komt de andere gang aan. Ik vecht met ze en zie... Dave is weg en Miles is ook verdwenen. De politie halen, zegt de een later. Een stok zoeken, zegt de ander. Maar ik lig op de grond met een ingetrapt oog en een schop in de liezen. Dat zijn voor mij de liberals: de mond vol mooie woorden, maar als het er op aan komt zijn ze spoorloos.’
We zaten in een Amsterdams café. Hij wilde afrekenen, gaf een briefje van f 25,-. ‘Dat kan ik niet wisselen’ zei de ober. Ik gaf hem gepast geld. Toen we buiten stonden, zei de Amerikaan: ‘Heus, ik ben niet gek, ik weet het verschil wel tussen een kelner in Texas en één in Amsterdam.’ - Ik had zelfs aan de mogelijkheid niet gedacht.