en toch persoonlijk.
Maar dan, vroeg ik, hoe ga je verder? Wat doe je bij voorbeeld met die impopulaire 180-dagenwet? Die noem je, zei hij onmiddellijk, de wet ter bestrijding van het ondergrondse communisme. Schitterend, zei ik, maar wat doe je met Loethoeli, de man heeft ten slotte de Nobelprijs gekregen. Tja, zei hij, als je dat voorzichtig aanpakt, hoeft de Nobelprijs echt geen bezwaar te zijn. Je toont een foto van die man, hij is ten slotte pikzwart, maar je laat hem niets zeggen. Daarna toon je wat opnamen van zijn aanhang, de Zoeloes. Ze doen daar in Zuid-Afrika nogal veel aan folkloristische manifestaties, dus het kan niet zo erg moeilijk zijn om aan wat bloeddorstige plaatjes te komen: de tamtam, dreunende voeten, half naakte kerels met speren en luipaardvellen. Okee, zei ik, maar hoe behandel je dat proces dat tegen hem gevoerd is?
Hier moest hij even over nadenken, toen verscheen er een glimlach op zijn gezicht. Kijk, zei hij, dat doe je langs een omweg en dan krijg je meteen de kans tot een schitterende zet. Er zijn nogal wat mensen die denken dat het daar bij die processen niet helemaal rechtvaardig toegaat, ze weten het natuurlijk niet zeker, maar ze maken zich ongerust. Nou haal jij een meneer voor de camera, liefst een bekende persoonlijkheid, bij voorbeeld zo iemand als Hitlermann, die was er indertijd zelfbij. Ooggetuige zogezegd. En die laat je dan een grapje vertellen, bij voorbeeld dat hij het gerechtshof niet betreden mocht, omdat hij geen das om had. Dat hij toen dacht: daar heb je het nou, ze willen een objectieve verslaggever weren. Maar dan komt de wending. Een portier, zegt hij, haalde gewoon een oude stropdas uit zijn zak en gaf die aan hem. Hiltermann mocht er dus wel in, en hiermee toon je aan dat al die ongerustheid van ons nogal potsierlijk is. Heel goed, zei ik, maar nu de apartheid. Een ooggetuige kan natuurlijk niet nalaten die bordjes te zien die in Zuid-Afrika zo opvallen, met Alleen voor Blanken erop en Verboden voor kleurlingen. Wat doe je daaraan? Daar kun je niet veel aan doen, gaf hij toe, maar je kunt de indruk wat verzachten. Je laat een blanke, bij voorbeeld de hoofdredacteur van. Die Burger, zeggen dat dit allemaal inderdaad wel eens krenkend kan zijn, maar dat men juist daarom er in Zuid-Afrika onophoudelijk naar streeft deze maatregelen tot het nodige te beperken. Daarna pro-