de: de deportaties, de vergassing, de jodenmoord. Tegenover het heldenepos van één individu, het slachtofferepos van een collectief, waarin niet alleen een volk en een cultuur verloren ging, maar het hele beeld van de mens en van de beschaving zoals zich dat in de loop van vele eeuwen christendom met trots en hoop omgeven had. Alleen oppervlakkig lijkt het alsof de rollen nu omgekeerd zijn, en de zeshonderd beulen van toen, de zes miljoen slachtoffers van nu geworden zijn. Wie dieper kijkt, ziet de overeenkomst: de gemeente die bloed eist, onverschillig is of rouwt: - wij, min of meer.
En ook dit verhaal heeft al zijn vaste figuren, zijn aanknooppunten tot stilering: de collaborateur, de verzetsstrijder, de verrader, de onderduiker, de ss'er, Eichmann, de Joodse Raad, de geallieerden. Er zijn nog te veel gegevens, het verhaal heeft nog niet gelegenheid gehad om zich uit te kristalliseren. Maar alleen een oratorium, geen roman, geen film, zal misschien in staat zijn ook deze Passion tot iets te maken dat hanteerbaar is voor ons. Ik kan mij voorstellen dat zo iets alleen daarom al door sommige mensen verworpen zou worden. Het zou iets voor de unesco zijn om een prijsvraag uit te schrijven die de beste moderne componisten hiervoor aan het werk zou kunnen zetten, samen met een dichter, een man als Pastemak, van die orde van grootte. Eén ding is zeker: de jaarlijkse uitvoering van zo'n werk, in steden en stadjes, zou de oplossing zijn voor onze behoefte om zo iets als 4 mei te gedenken, een behoefte die aan vormeloosheid ten onder dreigt te gaan.
Ik schreef dit stukje in april 1964 en ik neem het in deze bundel op omdat het mij bewijst dat er in twee jaar veel veranderen kan, soms zelfs ten goede. Nu zou ik het natuurlijk niet meer geschreven hebben, want gedeeltelijk, voor het deel dat over de godsmoord gaat, is het achterhaald. Het vervolg op de Matthäus Passion is nog niet gecomponeerd, maar Peter Weiss heeft aan zijn Auschwitzstuk, ‘Die Ermittlung’, een vorm gegeven die daar veel op lijkt. Hij heeft het zelfs ‘Ein Oratorium’ genoemd, hoewel voor zover ik weet nog geen componist op die uitnodiging in is gegaan. De vraag is natuurlijk of wij die vierde mei willen blijven herdenken, daarover onder andere gaat het volgende stukje.