Filmkritiek
Kijk, je bent een vrij mens natuurlijk, je mag doen wat je wilt, je mag het ook laten, maar als je na alles wat er zo unaniem en zo oorverdovend over gezegd werd, nog te beroerd zou zijn om naar die film van Jan Vrijman te gaan kijken, nou dan voel je je zeker te goed voor onze cultuur. Dan ga je er toch eigenlijk van uit dat al die filmcritici wier hart zo warm voor hun beroep klopt dat het gebons nog natrilt in hun proza, dat die mensen hun mening je geen cent, of in elk geval geen f 2,50 waard is. En nu mag je hun stijl onverteerbaar vinden, hun oordeel is er daarom nog niet helemaal naast, ze vinden Bergman, Antonioni en Godard toch ook heel goed? Bovendien, wat wil je? Die troebelheid en die hijgerige suggestiviteit waarmee de meeste filmkritiek geschreven wordt, wat bewijzen die anders, dan dat wij hier met kunst te maken hebben? Jan Vrijman heeft zelf gezegd dat zijn film niet alleen met het hoofd of het hart, maar ook met het middenrif beleefd moet worden. Dus allicht dat je dan je best doet en zo'n film niet gewoon warm maar ‘bloedwarm’ noemt (Oolbekkink), dat je niet vindt dat hij een taal spreekt, maar ‘een geheimtaal, die ook onze geheimtaal blijkt te zijn’ (R. du Mée), en dat Jan Blokker het heeft over een film ‘niet gemaakt vanuit een medium maar vanuit een man.’ Daarom kan het toch nog best een goede film zijn?
En wie zal, als ik het zelf niet doe, mijn verbazing schetsen, toen ik merkte dat deze rauwe, volkse, inhalige, brutaliserende, eerlijke, authentieke, overrompelende, emotionele, lyrische, poëtische, Brechtiaanse en Bruegheliaanse ‘auteursfilm’, gewoon alweer een af en toe wel aardige maar over het geheel nogal rommelige documentaire was? Het is niet eens, omdat ik mij bekocht voel, en ook niet omdat ik het leuk vind iets onvriendelijks over iemand te schrijven, dat ik de film wil bespreken. Het is omdat ik mij werkelijk vrij ongelukkig voel worden wanneer er over iets een roes van unanimiteit heerst die ik met de beste wil van de wereld niet dan als bedrog ervaar. Dat heeft iets beklemmends, alsof er iemand was of iets, die het consigne gaf: jongens vandaag mag er niemand flauw doen, we vlaggen en wie een zwabber uitsteekt, vliegt eruit. Want laten we eerlijk wezen: ik weet niet of er films bestaan die ‘vanuit een medium’