Televisiedialoogjes
Scène: een keuken in het huis van de familie Pietersen.
Schat, ik heb een verrassing voor je.
(Afwezig.)
O ja, je bent lief.
(Gaat door met peterselie hakken.)
Je hebt de kip gebraden. Wat? Je hebt de kip gebraden!
(Kijkt geamuseerd maar ongelovig.)
(Trots.)
Alsjeblieft!
(Opent ovendeur.)
Alsjeblieft!
(Probeert haar trots op hem te verbergen.)
De saus is trouwens ook af.
(Probeert zijn trots op zich zelf te verbergen.)
Ja, ja we hebben nog een fles slasaus.
Ik bedoel de béarnaise.
(Haalt pannetje.)
Hier is die.
Pietersen, ik zeg niet vaak, ik ben trots op je, maar nu zeg ik het: ik ben trots op je.
Mag ik nu, omdat ik je zo goed geholpen heb, iets kopen?
(Geamuseerd maar quasistreng.)
Zo, zo. Als Bruin dat maar kan trekken. Als je er maar niet weer een nieuwe pet van koopt.
Hè toe, ik wou juist zo graag een nieuwe pet. Janssen van de bvd had zo'n aardige geruite op, gisteren. Zou mij ook goed staan.
(Scharrelt in haar handtasje.) Nou vooruit dan. (Geeft hem enkele bankbiljetten. Hij maakt een sprongetje.) Doek. (Geschreven naar aanleiding van het televisiespel: ‘De vriendin van mevrouw Maigret’ waarin mevrouw Maigret haar man helpt bij het oplossen van een moord en in ruil daarvoor geld vraagt om een hoedje te kopen.)
Scène: het huis van de familie Jansen.
Schat, je vergeet toch niet dat we volgende week naar de Oeliveldts moeten?
Nou, maar ik ga niet mee, hoor.
(Geschrokken.) Waarom niet? Het is toch al lang afgesproken. Iederéén komt.
Ik kan niet. Ik heb niets om over te praten.