Kunstgenot
Dit stille huisje wordt af en toe bezocht door een plaag: de radio van de buren. In de zomer zetten ze die gezellig op de stoep als ze buiten zitten en dan sla ik drie hoeken om en zit achter de schuur te wachten tot mijn buurman naar zijn werk vertrekt. Dat doet hij 's avonds pas, ik geloof dat hij dan het spoor bewaakt. Nu echter is het te kil om veel binten te zitten en dus hoor ik de Duitse reclameliedjes nog slechts op gewurgde toon. En toch, door al die dikke muren heen hoor ik ze. Kun je nagaan hoe het bij hun in de kamer moet galmen.
Niettemin-vanochtend zette de buurvrouw twee piepkleine kooitjes, elk bemand met één vogeltje, in de tuin. Ik, altijd nieuwsgierig, als de kippen erbij. Waarom, waarom, vraag ik. Nou, zegt ze, dat is om de vogeltjes te vangen, want kijk, hier heb ik een val en daar vliegen ze gauwer in als ze andere vogels in de buurt zien. Maar waarom vángt u ze, vraag ik, wat doet u ermee, éét u ze, doorborend kijk ik haar aan. Nee, zegt ze, voor de zang. Ze zingen toch zo zalig, zo zalig. Maar waar hebt u ze dan, vraag ik, ik heb ze nog nooit gehoord. In de kamer, zegt ze, en mooi dat ze zingen!
Het is mij een raadsel hoe zij het klaarspeelt dit gezang boven haar radio uit te horen. Maar zo is het, zij houdt ervan. Moet ik dit nu beschouwen als iets moois, of moet ik, geheel integendeel, de liefde voor radiomuziek waarderen als een teken van beschaving? Die immers vergt tenminste geen doden of levenslang opgeslotenen. Zou het niet, vraag ik haar, een beetje, hoe noem je dat, eh zielig voor ze zijn in zo'n klein kooitje gevangen te zitten? (Niet groter dan een zuinig sigarenkistje.) O nee, mevrouw, u moest eens horen hoe ze zingen. Mijn kleine buurvrouw, die ik trouwens heel aardig vind en die zelf wel iets van een opgejaagd vogeltje heeft, ook al omdat ze zo vaak een mep krijgt van haar man, is ervan overtuigd dat deze vogels zingen omdat zij zo gelukkig zijn.
Ik ben de vogels van dichterbij gaan bekijken. De één z'n naam ben ik vergeten, de ander was een distelvink. Hij was beeldig met zijn rode wangetjes en geel zwart wit gestreepte vleugeltjes en hij zong keihard. Hij had beter wat schorrer en lelijker kunnen zijn. Marilyn Monroe is niet de enige die door haar schoon-