God 1964
Mijn gedachten gaan dezer dagen onophoudelijk uit naar de gehele natie, want was het besluit om op 1 januari 1964 met roken op te houden niet een nationaal besluit? Het moeilijkste van niet-roken is, merk ik, niet om het vol te houden, maar om daarnaast nog iets anders te doen dan niet-roken. Ik voel mij dan ook als die man van wie Het Parool berichtte dat hij God des ochtends, des middags en des avonds dankte voor de kracht die hij hem gaf om het roken te laten. Alleen, in plaats van aan God, denk ik aan die man, een heel wat veiliger positie, lijkt mij, want mocht ik het nu eens niet volhouden dan hoef ik tenminste niet meteen godslasterlijke verwijten te maken.
God raakt overigens weer erg in de mode, merkte u dat al? Ik doel nu niet op de tijd van het jaar, het is gebruikelijk dat hij in deze dagen seizoensarbeid verricht onder mensen die in december het geloof goed vinden voor de kinderen of mooi voor op de piano. Nee, ik heb het over de literaire mode. Het begon allemaal met G.K. van het Reve, die een manier uitvond om zo over God te schrijven, dat de moderne lezer van nu kon denken met oude, vertrouwde blasfemie te maken te hebben, terwijl tegelijkertijd de christelijke lezer die het boek bij toeval opsloeg, zijn zedelijke verontwaardiging niet goed kwijt kon. Probeerde hij het toch, dan moest hij, als senator Algra, ervaren hoe imponerend Van het Reve, in godvruchtige gramschap, uit hetzelfde christelijke vaatje terug kon tappen.
Het bleef hier echter niet bij. Simon Vinkenoog, altijd de eerste om een nieuw idee na te volgen, verklaarde met Kerstmis in de Haagse Post: ‘Na eeuwen onderdrukking en na de verlichte onderdrukking van Nietzsche, durft het religieuze besef weer zijn kop op te steken. En dat is natuurlijk met Kerstmis helemaal goed.’ Om nu niet meteen een doetje te schijnen, voegde S.V. hieraan nog even zijn krachtige afkeer van het overmatig gebruik van kalkoenen toe, daarmee het denk-jargon van de moderne dominee gaaf afrondend. Er zijn blijkbaar ook nog mensen die op het juiste moment de juiste gevoelens weten te vertolken.
Wat mij betreft, ik zeg altijd: geef mij maar that old time atheism. What was good for Multatuli, is good enough for me.