wenst te bestrijden. En dat is de hele kwestie, hoe belangrijk ook, toch niet waard.’
Nu zal ik er niet aan denken een hond aansprakelijk te stellen voor zijn meesters opinies en ook ben ik over de hele linie iets minder afkerig van gemene gedachten dan deze lezeres, maar helemaal ongelijk gaf ik haar niet. Wraak moet discreet zijn en sporadisch toegepast, maak je er een in groepsverband georganiseerde, regelmatige bezigheid van, dan gaat er iets verschalen. Tenzij het moet natuurlijk, uit lijfsbehoud of omdat het leven anders niet meer te harden is, maar zover zijn we niet: het is vredestijd en de plaats is Nederland.
Al heel gauw bleek trouwens dat het soort mensen die zich aan antisemitische uitlatingen het meeste storen en die er het liefst iets aan zouden willen doen, niet het soort is dat zich met geestdrift werpt op persoonlijke wraakneming. Publikaties, satire, discussiegroepen, volksvoorlichting - daar kwamen de voorstellen die zij deden eerder op neer. Want hoe meer men er over na ging denken, des te vager en ontzaglijker werd de omvang van het te bestrijden kwaad. Wat eerst een duidelijk en beperkt euvel had geleken, het antisemitische praatje, werd een dunne nevel, een alles doordringend luchtje van wantrouwen niet alleen tegen joden maar ook tegen negers, Ambonnezen, Spanjaarden,- zelfs katholieken werden er als mogelijke slachtoffers van vijandige volkshoudingen door een van de lezers bijgehaald. Maar ook wanneer men zich tot de houding tegen de joden beperkte, vertoonde het kwaad deze neiging tot verdwijnen door uitdijing. Fout, dat bleek algauw, waren niet alleen de mensen die de joden de schuld van de oorlog of de algehele verdwijning van het vooroorlogse gouden tientje gaven, maar ook zij die daarnaar luisterden en niet protesteerden of in lachen uitbarstten. Fout waren niet alleen de redacteuren van het Pallieterke, maar ook de dominees en pastoors die doorgingen het bloed van Jezus onbekommerd over de hoofden van de joden te laten komen, of die althans vermeden te wijzen op het kwaad dat door de interpretatie van deze uitspraak door het christendom was aangericht.
Onder zo veel hooi brak de vork. We hadden de antisemitische uitlating doordacht tot zij al het kwaad in de wereld was gaan omvatten en wie zal hopen dat uit te roeien? Men wakkert mis-