Scilla
(1966)–Lukas Rotgans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
Vierde bedryfEerste toneel
Minos, Mentor
mentor
Zoo wordt Ismene door uw klagten niet bewoogen?
En heeft de glans der kroon op haar geen meer vermogen,Ga naar voetnoot1178
Dat haare afkerigheit uw trouwe liefde ontvlucht?
minos
1180[regelnummer]
Zy haat my, Mentor; en die haat, een eedle vrucht,
Uit haar stantvastigheit gesprooten, dwingt myn zinnen,Ga naar voetnoot1181
In weêrwil van my zelf, die trotse meer te minnen.
Haar fiere weigering, schoon zy my hoont en smart,Ga naar voetnoot1183
Wordt, als een proef der trou, verheerlykt in myn hart.Ga naar voetnoot1184
1185[regelnummer]
Ik eer haar deugden, die myn liefde voetzel geeven,
Schoon zy myn oogmerk door haar werking wederstreeven.Ga naar voetnoot1186
Myn medeminnaar, juich, verheug u in myn druk.
Want in uw ongeluk ontmoet u 't grootst geluk.
Door my is u de trou der minnares gebleeken.
1190[regelnummer]
Een hopelooze vlam, in myn gemoedt ontsteeken,
Verzekert u van haar. zy kiest de slaverny,Ga naar voetnoot1191
Alleen om uwe min, voor Minos heerschappy.
Ik wordt bezitter van myn vyandts kroon en staaten.Ga naar voetnoot1193
Ik ben verwinnaar: maar wat kan my 't voordeel baaten,
1195[regelnummer]
Nu ik my weder voel gewikkelt in een strydt,
Daar ik my zelf verlies, en raak myn vryheit quyt?
Twee zusters heeft het lot gebragt in myn vermogen:
Ik zie haar een voor een maar met verschillende oogen.
| |
[pagina 86]
| |
Een dubble hartstogt prangt myn ziel in dezen staat.
1200[regelnummer]
Ik haat haar die my mint. ik min haar die my haat.Ga naar voetnoot1200
Ach! Mentor, help uw vorst.
mentor
Gy most uw magt gebruiken.
Haar trots zal eindelyk voor uw vermogen duiken.Ga naar voetnoot1202
Gy hoont u door 't gevlei. Ismene is uw slavin.
minos
Wat zoetheit, wat vermaak geeft een gedwonge min?Ga naar voetnoot1204
1205[regelnummer]
Ook kan geen dreigement een groote ziel versaagen:
Bestorm haar met geweldt; zy volgt haar welbehagen:
Een fiere moedt versterkt haar opzet in den noodt.Ga naar voetnoot1207
Zy blyft by haar besluit, of troost zich eer de doodt.
Dies zal uw raadt geensins....
mentor
Zie, Scilla komt ons nader.
minos
1210[regelnummer]
d'Ontrouwe! dit bezoek verveelt my. zeg haar vaderGa naar voetnoot1210
Dat ik hem hier verwacht, en om byzondre reên.
| |
Twede toneel
Minos, Scilla, Dorize
scilla,
tegen Dorize
IK zie den koning. ga. dat ik hem spreeke alleen.
Gedoog, myn heer, dat ik, om myn verdriet te stuiten,
| |
[pagina 87]
| |
In vryheit u den grondt myns boezems mag ontsluiten.Ga naar voetnoot1214
1215[regelnummer]
Gy weet in welk een staat wy heden zyn gebragt.
Gy zyt door my, tot hoon van ons aalout geslacht,Ga naar voetnoot1216
Als koning op den troon van dit gewest verheven.
Ik heb u Nizus staf zelf door myn handt gegeeven:
Den staf, dienge u vergeefs beloofde van uw staal.Ga naar voetnoot1219
1220[regelnummer]
Myn hulp baande u den weg tot deze zegepraal.
Uwheerschlust heeft door my 't gewenschte wit beschooten.
Hebt gy ooit grooter gunst van een vriendin genooten?Ga naar voetnoot1222
Ja, Minos, overweeg; ik heb een werk gedaan
Voor u, dat nooit een vrou ter wereldt dorst bestaan.
1225[regelnummer]
Ik heb om u myn landt, myn bloet, my zelf verraaden,Ga naar voetnoot1225
Den vaderlyken vloek op mynen hals gelaaden,
De zoete min ontrust van Fokus en Ismeen.Ga naar voetnoot1227
'k Wierde ontrou, maar om u getrou te zyn alleen.
Betoon nu dat gy zyt uit vorstlyk bloet gesprooten.
1230[regelnummer]
Erkentenis van dienst moet uwen roem vergrooten.
Haar eisch ik van uw handt, myn heer, in dit geval.
Die deugdt verheerlykt elk, maar vorsten boven al.
minos
Ik heb my in dien pligt, waar van gy spreekt, gequeeten
Gelyk 't betaamt, en nooit genooten dienst vergeeten.
1235[regelnummer]
d'Ontdankbaarheit, een pest, een monster, zoo veracht,
Heeft nooit in myn gemoedt haar vruchten voortgebragt.
Myn vader heeft myn jeugdt die regels voorgeschreeven.
Ik heb zyn les betracht in myn doorluchtig leven.Ga naar voetnoot1238
Maar wat vereischt een zaak, daar gy zoo hoog op roemt?
1240[regelnummer]
Een misdaadt, die gy met den naam van dienst verbloemt,
| |
[pagina 88]
| |
Een schelmstuk, zou u dat myn achting waardig maaken?
ô Neen! dan most ik eerst myn oude deugdt verzaaken.Ga naar voetnoot1242
Uw onbeschaamde tong, vol buitensporigheit,
Veroordeelt zelf de zaak, die zy zoo dwaas bepleit:
1245[regelnummer]
En gy wilt uit myn mondt een gunstig vonnis hooren.
Hoe tracht gy door een beeldt myne oogen te bekooren,
Dat gy zoo hatelyk, met een bevlekt penseel,Ga naar voetnoot1247
Mismaakt hebt afgemaalt? ik schrik voor dat tafreel.
Uwe aanspraak, waar door gy myn liefde zoekt te winnen,Ga naar voetnoot1249
1250[regelnummer]
Maakt u meer schuldig en verfoeilyk in myn zinnen.
Gy diende u van den vloek uws vaders, als gy zegt,
Verriedt uw landt, u zelve, uw zuster en haar echt,
Of deze middelen een konings hart bekoorden,Ga naar voetnoot1253
Dien gy daar door verpligt. zoo luiden uwe woorden.
scilla
1255[regelnummer]
Hoe wordt myn woordt en daadt geschantvlekt in uw zin!Ga naar voetnoot1255
Maar eer gy verder gaat: zoo denk, dat ik bemin.
Die hartstogt heeft op ons, ô Minos, groot vermogen,
En schildert nooit het quaadt zoo haatlyk in onze oogen.Ga naar voetnoot1258
Verschoon een misdaadt, die de liefde my gebiedt.
1260[regelnummer]
Gy hebt uw deel aan 't feit doordien 't om u geschiedt.
Ik heb het zaadt verspreidt. gy zult de vruchten maajen.
minos
Oneedle ziel, gy zoekt my vruchteloos te paajen.
Ik voel in tegendeel dat gy myn gramschap tergt.
Heb ik u immer 't feit, daar ik in deel, gevergt?
1265[regelnummer]
Zocht ik in't oorlog hulp van uwe trouloosheden?
Doch nu my 't noodlot dient, omhelze ik, en met reden,
Het voordeel, dat zich voegt al zwygende aan myn zy.
Ga, streel een laffer ziel. my walgt uw vleiery.Ga naar voetnoot1268
| |
[pagina 89]
| |
scilla
Ondankbre gunstgenoot, laat af van meer te veinzen.Ga naar voetnoot1269
1270[regelnummer]
Myn minnenydt ontdekt den grondt van uw gepeinzen.
Uw yver voor de deugdt, noch myn verfoeibaar feit
Zyn d'oorzaak ooit geweest van uw afkeerigheit.
Myn zusters schoonheit houdt uw zinnen opgetoogen:Ga naar voetnoot1273
Haar wezen maakt myn daadt zoo gruwzaam in uwe oogen.Ga naar voetnoot1274
1275[regelnummer]
Verachter van een vrou, die zich aan u verbindt,
Die u zoo hoog verheft, die u zoo teer bemint,
Hebt gy voor een vriendin een vyandin verkooren?
Zy heeft u ramp op ramp en uw bederf gezworen;Ga naar voetnoot1278
Daar ik u heil op heil toewensche in myn gemoedt,Ga naar voetnoot1279
1280[regelnummer]
En uw behoudenis zou koopen met myn bloet:
Daar ik vrywillig myn verliefde ziel zou braaken,Ga naar voetnoot1281
Indien ik door myn doodt u konde onsterflyk maaken.
Heeft ooit Ismene als ik, ondankbre, u dienst gedaan?
minos
Heeft zy haar vaderlandt, als Scilla doet, verraân?
scilla
1285[regelnummer]
Heeft zy u tot den troon een heirbaan opgeslooten?Ga naar voetnoot1285
minos
Hadt zy haar vader van dien troon eerst afgestooten?
scilla
Heeft zy om uwe min gezucht, gequynt, getreurt?Ga naar voetnoot1287
minos
Nooit heb ik grooter liefde in iemants hart bespeurt.Ga naar voetnoot1288
| |
[pagina 90]
| |
scilla
Zy mint u dan?
minos
Gy dwaalt. zy mint haar uitverkoren
1290[regelnummer]
Zoo trou, dat ik haar deugdt moet roemen in myn toren.
Wordt vry van minnares myn grootste vyandin;
Gy zyt gewroken door myn hoopelooze min.
Beklaag my dan, doordien....
scilla
Hoe zou ik u beklaagen,
Verachter van myn trou? ik wensche u duizent plaagen.
1295[regelnummer]
't Berout my niet, dat ik myn vaderlandt verriedt;
Nu ik u stof verschaf van quelling en verdriet.
Quyn eeuwig aan de min. verdrink in uwe traanen.
Zoo moet de wanhoop u den weg naar 't lykhout baanen.Ga naar voetnoot1298
Zoo moet uw lykasch by 't misbaar en rougeluitGa naar voetnoot1299-300
1300[regelnummer]
Van 't altaar stuiven, eer de doodbus haar besluit.Ga naar voetnoot1300
Maar hoe! waar vliegt gy heen, wraakzuchtige gedachten?
Neen, Minos leef, laat my voor uwe gramschap slachten.Ga naar voetnoot1302
Ik eisch maar eene gunst tot heling van myn smart.
Ontbloot uw staal. doorstoot uw beeldt in Scillaas hart.
1305[regelnummer]
Laat my die waarde handt berooven van het leven,
Die gy my weigert om als bruidegom te geeven.
Waar wacht gy na? wel aan ....Ga naar voetnoot1307
Zy grypt naar den Sabel van Minos.
minos
Laat los
| |
[pagina 91]
| |
scilla
Weêrhoudt gy my,
Rampzalig voorwerp van myn woede en razerny!
Zoekt gy myn levensdraadt, ô wreede, noch te rekken,
1310[regelnummer]
Om duizent rampen by myn lyden te verwekken?
minos
Uw vader nadert ons. uw byzyn mogt zyn rouGa naar voetnoot1311
Vermeerdren, en zyn hart ontroeren. ga mevrou.Ga naar voetnoot1312
scilla
Wel aan, ik ga, tiran: en gy, blyf onbewoogen;
Maar beef, wanneer ik weêr verschyne voor uwe oogen.
| |
Derde toneel
Minos, Nizus, Mentor
minos
1315[regelnummer]
Gy kunt my naderen, en zonder schroom, myn heer.Ga naar voetnoot1315
nizus
Ik schroomde nooit in 't veldt by 't blinken van 't geweer.Ga naar voetnoot1316
Ik vrees geen menschen, maar de gramschap van de Goden.
Nooit werkt de vrees op 't hart van braven, maar van bloden.
Myn lyf staat in uw magt: maar schoon ik nederkniel,
1320[regelnummer]
Als een gevangen vorst, ik houde een vrye ziel.
Hak vry myn leden met uw zwaardt in hondert stukken;
Dit hart, zyn lot getroost, zult gy nooit onderdrukken.
| |
[pagina 92]
| |
minos
Ik eer die fiere deugdt; en d'edelmoedigheit,Ga naar voetnoot1323
Die uit uw oog haar glans voor myn gezigt verspreidt,
1325[regelnummer]
Maakt u myn achting waardt. gy zyt myn krygsgevangen.
Gy gaaft eerst wetten, die gy heden moet ontfangen.
Maar waar toe dit verhaal? hoe dra de kans verkeert,Ga naar voetnoot1327
Heeft u d'ervarentheit noch dezen dag geleert.
Ik zal my tegens u niet dienen van myn voordeel.Ga naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
'k Omhelze u als myn vriendt. nu stel ik aan uw oordeel,Ga naar voetnoot1330
Of dit bewys van gunst, in zulk een' tegenspoedt,
Geen wedergunst vereischt van een verpligt gemoed?
Gy zult in uw gebiedt voortaan als koning leeven,
Indienge uw dochter my tot gemalin wilt geeven?Ga naar voetnoot1334
nizus
1335[regelnummer]
Wie? Scilla?
minos
Die verdient, in plaats van min, myn baat.
Ik vloek de ziel, die zich bezoedelt met verraadt.
Geef my gehoor: ik zal u nader onderrechten:
Ismene kan voor ons den bandt van vrientschap vlechten,
't Verbondt bezegelen, dat ik in eeuwigheit
1340[regelnummer]
Met u zal houden tot de doodt ons beide scheidt.
nizus
Gy wilt, dat ik Ismene aan u tot bruidt zal schenken.
Behoort my deze gift? en zal 't myn eer niet krenken,
Dat ik een ander zou vervreemden van zyn goedt?Ga naar voetnoot1343
De zoon van Eakus, by my als opgevoedt,
| |
[pagina 93]
| |
1345[regelnummer]
Myn vriendt en bontgenoot, die, door zyn heldendegen,
By d'algemeene gunst, veel glori heeft verkreegen,Ga naar voetnoot1346
En in dit zwaar beleg myn vesten voorgestaan;Ga naar voetnoot1347
De hooftzuil van myn hof, in vrede of krygsorkaan,
Verdiende lang de bruidt door zyn beroemde daaden.
1350[regelnummer]
Ismene kroonde steets zyn kruin met lauwerbladen,
Als hy, na 't stuiten van uw stormen, reis op reisGa naar voetnoot1351
Verwinnaar keerde van den muurtrans in 't paleis.Ga naar voetnoot1352
Ik heb dit huwelyk voor alle Goôn bezworen.
Wat hadde ik in dien staat te wachten van hun' toren,Ga naar voetnoot1354
1355[regelnummer]
Als hun' getergde wraak, tot myne straf gereedt,
My daagde voor 't gerecht, om myn verbroken eedt?
Ik hadt haar lang vergunt voor 't heilig vier te paaren:Ga naar voetnoot1357
Maar om dit zwaar beleg, gemengt met krygsgevaaren,
Heb ik die plegtigheit, ô Minos, uitgestelt.
1360[regelnummer]
En zou ik nu, bekoort door uw belofte, een heldt,
Dien ik zoo hoog waardeer, van haar bezit versteeken,Ga naar voetnoot1361
En trouweloos myn woordt, dat vaste zegel, breeken?
Hou zou vorst Eakus en Egeus en Atheen,Ga naar voetnoot1363
Om zulk een laffe daadt, my vloeken! neen, ô neen!
1365[regelnummer]
Myn nagebuuren en doorluchte bontgenooten,
Die schennis zal my nooit uit uwe vrientschap stooten.
'k Zweer, dat op zulk een wys geen septer my bekoort.
'k Blyf liever zonder kroon, dan koning zonder woordt.
Schoon ieder my verliet, noch zal de deugdt nooit scheiden,Ga naar voetnoot1369
1370[regelnummer]
Maar by den dootsleep my naar 't lykaltaar geleiden,Ga naar voetnoot1370
En d'Edelmoedigheit, die my veel aanzien gaf,
In weêrwil van de doodt, steets zwerven om myn graf.
| |
[pagina 94]
| |
minos
Hoe zyt gy zoo verblindt, myn heer, ontsluit uwe oogen,
Besef uw onmagt eens, daar tegens myn vermogen.Ga naar voetnoot1374
1375[regelnummer]
Wanneer ons 't ongeluk vervolgt en overheert,
Dan kiest men uit het quaadt een dat ons 't minste deert.
Hebt gy aan Fokus, als gy zegt, uw woordt gegeeven?
Toen waart gy noch in staat, aan 't roer van 't ryk verheven:Ga naar voetnoot1378
Doch nu gy door 't geval die plaats niet meer bekleedt,Ga naar voetnoot1379
1380[regelnummer]
Wordt gy door tegenspoedt ontslaagen van den eedt.
Indien uw vriendt uw heil waardeert, hy zal zich voegenGa naar voetnoot1381
Naar 't noodlot: uw geluk zal hem alleen vernoegen.
Ontfang den septer dan. beheersch den lantgenoot.Ga naar voetnoot1383
Ismene zal door 't heir my volgen naar de vloot.Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
Maar hoe! gy treedt te rug. noch eens bedenk u nader.
Ik handele u als slaaf, of eere u als myn vader.Ga naar voetnoot1386
nizus
De slaverny, een vrucht myns noodlots, acht ik meer
Dan een verachten naam van meester zonder eer.
Heb ik den staf van 't ryk eens door verraadt verlooren;
1390[regelnummer]
Hy kan my, door verraadt herkreegen, niet bekooren.
Ook strekt my deze gift tot quelling en verdriet,
Om dat ik hem van u, dien ik zoo haat, geniet.
En of prins Fokus, om 't herwinnen van myn staaten,Ga naar voetnoot1393
Zyn uitverkore bruidt, myn dochter, zal verlaaten,
1395[regelnummer]
Kunt gy beproeven.
minos
Wel. wy zullen 't zien. ga heen,
Gy Mentor, keer terstont met Fokus en Ismeen.
Mentor gaat binnen.
| |
[pagina 95]
| |
nizus
ô Hemel! die voorheen, in wederwaardigheden
Uw ooren leende aan al myn zuchten en gebeden;
Gy, die zoo menigmaal, met een goetgunstig oog,
1400[regelnummer]
Den rook van myn altaar zaagt ryzen naar om hoog,Ga naar voetnoot1400
Versterk Ismenes hart: laat zy haar roem vergrooten,
Door 't voorbeeldt dat zy geeft aan al' haar tytgenoten
Van een stantvaste trou, zoo groot als immer mensch
In vroeger eeuwen zag: dit is myn bede en wensch.
1405[regelnummer]
En gy, ô heldt! die haar tot bruidt hebt uitverkooren,
ô Fokus! dien ik lang myn vrientschap heb gezworen,Ga naar voetnoot1406
Die my verpligtte door uw dienst en krygsbeleit,
Kom: neem de leste proef van haar stantvastigheit.
| |
Vierde toneel
Minos, Nizus, Ismene, Fokus, Arsinoë, Mentor, Agénor, Lyfwacht
minos
HEbt gy de keur gedaan, mevrou? de priesters wachtenGa naar voetnoot1409
1410[regelnummer]
Naar 't offer dat ik voor Androgeos moet slachten.
Of wilt gy, met een woordt, my kiezen tot gemaal;
Dan zal een witte stier, door 't priesterlyke staal
In hunne plaats gekeelt, myn wraakaltaar bekleeden.Ga naar voetnoot1413
ismene
Neen, slacht vry menschenvleesch naar uw gewoonte en zeden.
1415[regelnummer]
Wreek, wreek uw zoon, en dank het Godendom, dat u,
Door eereloos verraadt, waar voor ik schrik en gruw,
Op Nizus troon verhief: maar laat my 't offer strekken.Ga naar voetnoot1417
| |
[pagina 96]
| |
Ik zoek hier toe, tiran, uw gramschap op te wekken.
Zou ik een van hun twee verwyzen tot de doodt,
1420[regelnummer]
Of u verkiezen, dien ik vloek, tot echtgenoot?
Zou ik myn levenslot met u, myn vyandt, deelen,
En een verwoester, voor een ryksbeschermer, streelen?Ga naar voetnoot1422
Zou ik een dwingelandt geleiden naar zyn hof,
En rusten in zyn arm, begruist van bloet en stof?Ga naar voetnoot1424
1425[regelnummer]
Daar weet Athene en gansch Megare van te spreeken.
minos
De vader was verpligt een kindermoordt te wreeken.
ismene
Maar wat heeft u de zoon van Eakus misdaan?
Heeft hy naar 't leven van Androgeos gestaan?
Is deze moordt uit hem of uit zyn hof gesprooten?
1430[regelnummer]
Dat bloet wierdt door Athene en onze jeugdt vergooten.
minos
Bedenk u wel: gy dwaalt, als gy voor Fokus pleit:
Hy maakt door uwe trou zich schuldig aan dat feit.Ga naar voetnoot1432
ismene
Zyn zy misdadigen, die naar myn huwlyk trachten,
Zoo moet gy boven al u zelf misdadig achten.
1435[regelnummer]
Voelt gy niet, dat uw zoon die sporelooze min,Ga naar voetnoot1435
Die hem zyn wraak betwist, veroordeelt in uw zin?Ga naar voetnoot1436
Neen. wreek hem. ik zal my vrywillig overgeeven;
Mag maar myn bruidegom en vroome vader leeven.
minos
Gy vergt myn gunst....Ga naar voetnoot1439
| |
[pagina 97]
| |
ismene
Die gunst verstrekt myn grootste plaag.
1440[regelnummer]
'k Verfoei my zelf, tiran, om dat ik u behaag.
Ik vloek de gaaven, die natuur my heeft geschonken,Ga naar voetnoot1441
Om dat ze uw ingewandt, tot myn bederf, ontvonken.Ga naar voetnoot1442
Kom, breng my naar de plaats, daar 't offer wordt bereidt.
minos
Hou my niet langer op in deze onzekerheit.
1445[regelnummer]
Uw tegenstribbeling doet my 't geduldt verliezen.
Ik zeg noch eens, verkies, of ik meen zelf te kiezen.Ga naar voetnoot1446
nizus
Myn dochter, stem myn doodt: kom, neem een kort besluit.Ga naar voetnoot1447
fokus
Neen, spaar den ouden heldt, en spreek myn vonnis uit.
nizus
Zou Minos wichelaar u slachten voor myne oogen,
1450[regelnummer]
Myn uitverkoren vriendt? dat zal ik nooit gedoogen.
fokus
Ik sterf vol roem, indien ik sterf voor u, myn heer.
Myn waarde, kom, vergun uw bruidegom deze eer.Ga naar voetnoot1452
ismene
Ach! Fokus, ach! wat eischt uw wanhoop van Ismene?
Wie zag ooit minnares en moorderes met eene?Ga naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Heeft uw oprechte liefde, en dienst op dienst verdient,
Dat ik, als vyandin, myn' allerwaardsten vriendt
Ter doodt zou doemen? gy, door myne min gedreeven,Ga naar voetnoot1457
| |
[pagina 98]
| |
Hebt, op myn vaders woordt, u naar ons hof begeeven.Ga naar voetnoot1458
Hoe zou de koning, die in 't ryk een dochter wacht,Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
My vloeken, als myn keur zyn zoon had omgebragt.Ga naar voetnoot1460
Verwacht gy dezen loon voor uwe dapperheden?
Gy hebt zoo braaf voor 't recht van Nizus kroon gestreeden,
Die Minos door verraadt lafhartig heeft gerooft.
Ik dacht een lauwerkrans te vlechten om uw hoofdt:
1465[regelnummer]
En zou ik in de plaats met myn besturve handenGa naar voetnoot1465
Uw kruin bekleeden, als gy knielt, met offerbanden?
Ik dacht een zegezang, verheerlykt door uw lof,Ga naar voetnoot1467
By 't klinken van de luit, te zingen in ons hof:
En zou ik by den sleep der priesterlyke reien,
1470[regelnummer]
Den lyktoon volgen, en myn heldt ter slachtbank leien?
Neen leef, beminde prins, bescherm uw vaders kroon,
Die Minos heeft gedreigt. laat Eakus zyn zoon,Ga naar voetnoot1472
Met broeder Telamon en Peleus, blyde ontmoeten:Ga naar voetnoot1473
Ik zal in uwe plaats de doodt, myn toevlucht groeten:
1475[regelnummer]
Maar sluit, eer gy vertrekt, myne oogen voor 't altaar,
En vier myn uitvaart met uw traanen jaar op jaar.
En gy, doorluchte vorst, uit wien ik ben gesprooten,
Van wien ik gunst op gunst onwaardig heb genooten,
Wiens weldaadt noch zoo versch in myn gedachten staat,Ga naar voetnoot1479
1480[regelnummer]
Meent gy dat my de deugdt met ons geluk verlaat?
Kunt ge een dochter, u zoo waardt, een misdaad vergen;
Een misdaadt, die geen oordt der wereldt zou verbergen?
Of wilt gy, dat men zegt, tot hoon van ons geslacht?
De koning Nizus heeft twee dochters voortgebragt:
1485[regelnummer]
Maar elks geboorte stondt hem dier; elk heeft misdreven:
D'een' stiet hem van den troon, de twede nam hem 't leven.
Hebt gy my ooit bemint, zoo hou my buiten schuldt.
| |
[pagina 99]
| |
minos
Voor 't lest. besluit, en terg niet langer myn geduldt.
nizus
Uw wreetheit, Minos, is de wereldt lang gebleeken.Ga naar voetnoot1489
1490[regelnummer]
't Verbondt geslooten met Athene is 't waare tekenGa naar voetnoot1490
Van uw bloetdorstig hart. Atheensche moeders, ach!
Wat hangt u boven 't hoofdt! ô dodelyk verdrag!
Gy zocht een kindermoordt, gelyk gy zegt, te wreeken;
Maar hoe veel kindren zal uw wrok naar 't harte steeken!
1495[regelnummer]
Hier zal d'onnozelheit door uw verbondt vergaan,Ga naar voetnoot1495
En 't schelmstuk boeten, dat een ander heeft gedaan.
Geleidt uw zoonen nu, o vrouwen, naar de stranden:
Zy zullen, tot uw ramp, in 't Kreetsche moorthol landen.Ga naar voetnoot1498
Ik zie, hoe 't monster, daar de wereldt van gewaagt,
1500[regelnummer]
Hun vleesch in 't lichaam schrokt en aan 't gebeente knaagt:
Zyn tanden knarssen op de spierelooze schonken.Ga naar voetnoot1501
Vergader 't overschot, ô Minos, drink u dronken
In dat onschuldig bloedt op uw verheven troon.
Paai zoo de lykasch van Androgeos, uw zoon.Ga naar voetnoot1504
fokus
1505[regelnummer]
Vaar voort. gy moet uw wraak een ruimer teugel geeven.Ga naar voetnoot1505
Bezwaar den tol, dien gy Atheen' hebt voorgeschreeven.Ga naar voetnoot1506
Verhef de wreetheit op den troon in uw gebiedt.Ga naar voetnoot1507
Der jongelingen bloedt verzaadt uw moordtlust niet.Ga naar voetnoot1508
Laat ook de vaders, met hunne uitgeteerde vrouwen,
1510[regelnummer]
Het kroost geleiden, om dat treurspel aan te schouwen.
| |
[pagina 100]
| |
Laat zy, by 't klinken van uw dertel hofgerucht,Ga naar voetnoot1511
Voor 't monster knielen op de beendren van haar vrucht.Ga naar voetnoot1512
Dan zal Pasifaë, bestuwt van maagdeschaaren,Ga naar voetnoot1513
Dit moortfeest heiligen en vieren met haar snaaren,Ga naar voetnoot1514
1515[regelnummer]
En, juichende op 't gekerm, in Dedaals doolhof treên,Ga naar voetnoot1515
En danssen handt aan handt by 't moederlyk geween.
Voer ook een ryk getal uit Nizus onderdaanen
Als deelgenooten meê van zoo veel leet en traanen.
Maar denk vry, dat Jupyn, dien gy als vader groet,Ga naar voetnoot1519
1520[regelnummer]
Zal eischen van uw handt al 't ingezwolgen bloet.
minos
Gy hebt myn gramschap door uw lastertaal ontstoken.Ga naar voetnoot1521
Best wordt myn zoon op u, en door uw doodt, gewroken.Ga naar voetnoot1522
Agenor, gryp hem aan, en sleep hem naar 't altaar.
ismene
Ik zal dat opzet u beletten. sta. barbaar.Ga naar voetnoot1524
ismene
Doorluchte prins, hoe zal ik u beschermen?
ô Hemel! wordt gy niet bewoogen door myn kermen?
Ziet neder, groote Goôn, terwyl Rechtvaardigheit
| |
[pagina 101]
| |
Voor een vervolgde trou in uwe vierschaar pleit:
Of heeft ons Scilla, daar al 't quaadt is uitgesprooten,
1530[regelnummer]
Zoo wel uit uwe gunst als van den troon gestooten,
Laat my alleen de smart gevoelen van de straf:
Maar spaart myn minnaar, en hem, die my 't leven gaf.
fokus
Weêrhou die redenen, prinses, die my verveelen.Ga naar voetnoot1533
Ik moet in uw verdriet, als waare minnaar, deelen.
1535[regelnummer]
Beny my niet, dat ik een dubble gunst verwerf:
Dat ik leeve in uw hart, en voor myn koning sterf.Ga naar voetnoot1536
nizus.
tegen Minos
Hoort gy dat groot besluit, en wordt gy niet bewoogen?Ga naar voetnoot1537
Verbeeld eens een tafreel, ô Minos, voor uwe oogen:Ga naar voetnoot1538
Waar in Stantvastigheit, gekleet als een Godin,
1540[regelnummer]
In 't witte feestgewaadt, vereenigt met de Min,
Voor 't altaar van de Deugdt eerbiedig legt geboogen:Ga naar voetnoot1541
Aanschouw van ver 't Geweldt, vervreemt van mededogen,
Haar yver stooren, daar zy 't heilig vier ontsteekt:Ga naar voetnoot1543
Zie, hoe Gerechtigheit door 't dak der wolken breekt,
1545[regelnummer]
Om met haar heilig zwaardt 't gedrogt den kop te klooven:
Zoo zal de hemel, die uw wreetheit ziet van boven,
En uw vervolging vloekt, tot zoen van onze zaak,Ga naar voetnoot1547
Ten trots van uw geweldt, u treffen met de wraak.Ga naar voetnoot1548
| |
[pagina 102]
| |
minos
Wat spreekt gy van gewelt? gy beide zyt myn slaaven.Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Ismene is myn slavin. gy moet zoo hoog niet draaven
Met uw gedachten. neen. myn pligt is my bekent.Ga naar voetnoot1551
nizus
't Is waar, wy zyn in uw vermogen: maar gy schendt
Myn ouden luister, door een koning slaaf te noemen.Ga naar voetnoot1553
fokus
Deze opgeblazentheit zal al de wereldt doemen.Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Een edelmoedig heldt versiert zyn zegepraal,
Maar door een draagzaam juk, en een beleeft onthaal.
Hy, die voorzichtig is, zal zich niet hoog verheffenGa naar voetnoot1557
In zege; want bewust dat hem de slag kan treffen,
Die zyn verwonneling ter neder heeft geveldt,
1560[regelnummer]
Houdt hy zich laag by d'aarde. ô Minos! uw geweldt,
Aan 't hollen, zal zich zelf eerlang te barste rennen.Ga naar voetnoot1561
Braveer den hemel met uw vlerk en lichte pennen,Ga naar voetnoot1562
In smeltbaar wasch gedrukt, door uw verheve vlucht:Ga naar voetnoot1563
Wy zien u haast, tiran, in 't steigren, uit de luchtGa naar voetnoot1564
1565[regelnummer]
In eenen jammerpoel elendig nederdaalen.Ga naar voetnoot1565
De wraak, schoon langkzaam, zal u eindlyk achterhaalen.
Verdrukker van de trou, vervolger van 't gemoedt,Ga naar voetnoot1567
| |
[pagina 103]
| |
Kom, meng myn lykasch vry met Egeus burgerbloet.Ga naar voetnoot1568
Verschoon myn leven niet. ik zal gewillig lyden.
1570[regelnummer]
Of laat my voor de vuist het hofgedrogt bestryden,
Dat, van uw vrou geteelt, in 't moorthol wordt bewaart.
Ik zal d'Atheensche jeugdt verlossen door myn zwaardt.
minos
Wat zoekt gy reis op reis myn grootsheit te versaagen?Ga naar voetnoot1573
Wat schildert gy de wraak der Goden en hun' plaagen
1575[regelnummer]
Gedurig voor myn oog? heeft iemant quaadt begaan;
't Is Scilla, die haar landt en vader heeft verraân:
Laat zy dit boeten.
ismene
Zy, tot uwe hulp genegen,
Heeft ons door tempelroof ontbloot van 's hemels zegen:
Maar heeft zy ooit de vlam begunstigt in uw hart,Ga naar voetnoot1579
1580[regelnummer]
De minnedrift gevleit, die my zoo doodlyk smart?Ga naar voetnoot1580
Zy zocht in tegendeel dat smeulent vier te smooren,
My hatelyk in 't oog van u, haar uitverkoren,Ga naar voetnoot1582
Te maaken, want de min wees haar dit middel aan:
En daar door heeft zy my in ondienst dienst gedaan.
minos
1585[regelnummer]
Het is genoeg. vertrekt. men breng' hen uit myne oogen.
| |
Vyfde toneel
Minos, Mentor
mentor
Die trotze heeft den haat, te diep in 't hart gezoogen,
Geen toren zag ik ooit in 't wezen van een vrouGa naar voetnoot1587
Zoo groot als deze.
| |
[pagina 104]
| |
minos
Maar, zaagt gy wel grooter trou?
Ik eer haar vloeken, die zich voor de liefde quyten,Ga naar voetnoot1589
1590[regelnummer]
Die haar rechtvaardigen, en my myn schuldt verwyten.
De gramschap maakt haar oog bekoorlyk in myn zin.Ga naar voetnoot1591
Hoe zy my feller haat, hoe ik haar meer bemin.
mentor
Myn heer, gy dient u zelf te dwingen door de reden.Ga naar voetnoot1593
Gy, die weleer zoo braaf in 't harnas hebt gestreeden,
1595[regelnummer]
En 't vyantlyk geweldt verstrooit door uw geweer,Ga naar voetnoot1595
Ga nu de driften van een strydent hart te keer.Ga naar voetnoot1596
minos
Ik wordt bevochten van de wraak en 't mededogen,Ga naar voetnoot1597
Een gadelooze trou stelt my myn pligt voor oogen.Ga naar voetnoot1598-99Ga naar voetnoot1598
Dan dwingt de liefde my te volgen haar geboôn.
1600[regelnummer]
Wel aan....
mentor
Wat zult gy doen?
minos
Raadtpleegen met de Goôn.
Einde van het vierde Bedryf
|
|