1687. in October.
149. NAer het ontfangen vande heylige Communie, heb ick differente reysen in mijnen mont sulck eenen soeten smaeck gehadt, dat ick geen soetigheydt daer en can by gelijcken; want het scheen te zijn een hemels Manna. Desen soeten hemelschen smaeck heb ick oock dikwils ghehadt in het geestelijck Communiceren: want al was't dat ick in-ghetrocken zijnde gheen bemerck en had, hoe verre dat de Misse was, soo wierdt ick gewaer door dese soetigheydt, dat de Misse was ontrent de heylige Communie.