1686. 15. December.
97. WIerdt ick seer over-vallen met een qualijckte van het accident dat ick hadde, soo dat ick meynde dat ick dien nacht sou ghestorven hebben: ick ontfonck mijn Kercken-rechten met een groot betrouwen ende inwendige vreught, ende eenen corten tijdt daer naer, kreegh ick wederom een qualijckte, soo dat ick wel een half ure aengheroepen wierdt, ende ick lagh in die qualijckte seer verheught inwendigh, want had een seer sterck betrouwen op den Beminden; soo dat het scheen, ick van doenaf, als met den Beminden vereenight was, ende soude met een groote vreught gestorven hebben.