1686. 12. September.
78. SOo ick door een accident vanden kancker, 't welck ick hadde seer bloeyden, soo datmen vreesden ick'er sou van gestorven hebben, soo scheen ick den hemel open te sien, ende sagh eenighe heylighe Maeghdekens die my als in hun geselschap verwachten; waer door ick inwendigh seer verheught wierdt, ende had een groote begeerte om ontbonden te zijn van dit sterfelijck lichaem, om met mijnen Beminden vereenight te zijn.