1686. 24. Augusti.
77. SOo ick s'morgens wacker geworden zijnde, my inwendigh keerden tot den gecruysten Christus, scheen ick Christus aen het Cruys voor my te sien, die sijne handt van het Cruys los maeckten, ende nam het Bloedt uyt sijne Syde, ende scheen dat te smyten in mijn aensicht tot mijne verdoemenisse, ende dat tot dry ofte vier reysen toe: en ick scheen den heelen morgent mijn aensicht te sien als