Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde
(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij
[pagina 162]
| |
Uwe lonken,
Doven Pafos Koningin,
Eer zy ooit met Mars verkeerde,
En hem leerde,
Het vermakelyk spel der Min.
Wilt de tyd niet meer verlengen,
Maar voort brengen,
Met malkaar de jonge Bruit,
Daar zy ligt wat meer als eeten,
Wel te weeten,
Zal verkrygen voor een buit.
Laat zy tog niet langer wagten,
Haar gedagten,
Zyn al op het Ledikant,
Lustig wilt haar niet bedroeven,
Zonder toeven,
Eerd dees vasten Huwlyks band.
Wenscht de Bruid haast met een Klyntje,
Dou dou dyntje
Zingen mag op haare schoot,
Dat ook dees twee wel gepaarde,
Op der aarde,
Vrolyk zyn tot aan haar dood.
|
|