Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde
(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij
[pagina 112]
| |
Ha de Koffy eens gedronken,
Dat kan myn ziel ontfonken,
Wilt vrolyk zyn.
Wilt de zuiker niet vergeeten,
Na de Koffy smaakt het eeten,
Dat heb ik lang geweeten,
Krygt kopjes maakt u klaar,
Teeuwis zal het water kooken,
Wyl hy zit een pyp te smooken,
En gelyk een droes te rooken,
De Koffy is gaar.
Het is uw gezontheid Susje,
Op een dronkje smaakt een kusje,
Lieve bekje, zeg wat lusje?
Met zuiker, of zoethout?
Kyk hoe slobbert onze Krelis,
Gaat je gang maar lieve Melis,
Drink drink terwyl hier veel is,
De Koffy werd kout.
Wilt dan elk uw kopjes vatte,
Lustig Jongens aan het natte,
Koffy moet men hoger schatte,
Dan de alderbeste drank,
Koffy zal de prys verwinne,
Koffy maakt geen zwakke zinne,
Ligt op en lap maar binne,
Het maakt ons niet krank,
| |
[pagina 113]
| |
Koffy doet de dampen ruimen,
Koffy maakt ons zagte fluimen,
Koffy opereerd als pruimen,
En reinigt de maag:
Boonen die uit de Levant zyn,
Boonen die zo wel gebrand zyn,
Die moeten by der hand zyn,
Ik drinkze zo graag.
Weg weg dan Bagchus bazen,
Die by kannen en volle glazen,
Roezemoezen en loopen razen,
De Koffy spand de kroon,
Wel gebrand, en wel gemalen,
Wilt u herten vry op halen,
Koffy is nog te betalen,
De Koffy smaakt schoon.
Veel Wyfjes die zyn in haar kragt,
Zo dra maar Koffy werd gebragt.
|
|