Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Minne-zang. Stem: Ik voer laast uit Holland. Ik droomde van de nagt, Ik wierd vry stil gebragt, Op eene bed heel zagt, Daar ik een Meisje vond, Heel lief, en vet, en rond, 'k Dagt dat ik in den hemel kwam, By zulken zoete Lam. Ik lag my by haar neer, En sprak ô! Meisje teer, Hoe kom ik aan die eer? Zyt gy de Koningin Van Pafos? Engelin, Ik meen de Suster van Jupyn, Dan zal ik Mavors zyn. Ik streek haar zagte Leên, Zo wit dan Elpenbeen, Maar al myn vreugd verdween, Wanneer ik meende dat, De aldergrootste schat, [pagina 50] [p. 50] Voor my zou werden op gedist, Ik heb my mooi vergist. Ik dagt die zelve tyd, Ik ben myn schoone kwyt, Ik lag vol zoeten stryd, Ik meenden is 't niet raar? Als dat het Kermis waar, Want ik gevoelde wond're gloet, In myn verliefd gemoed. 't Waar Droom myn Vrind, en anders niet, Het welk meer dan aan u geschiet. Vorige Volgende