Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Minne-zang. Stem: Ha ha, zie zo. MYn Lief js is zo zoet, Dat ik haar minnen moet, Haar stem en lieffelyke taal, Verdoofd de schelle Nagtegaal, Ha ha, ha ha, Hoe vind ik nog gena. De aadzem uit haar keel, Is Amber en Kaneel, En zo men haare koontjes ziet, Daar groeid de Roos en anders niet, Ha ha, ha ha, Hoe vind ik nog gena. Zy 's snedig van gehoor, Haar tantjes dan ivoor, [pagina 48] [p. 48] Haar oogjes elk een Zonneschyn, Haar lipjes rood gelyk Robyn, Ha ha, ha ha, Hoe vind ik nog gena. Zo 'k om een kusje vraag, Zeid zy van hier jou plaag, Het zoenen is maar malligheid, Dat roept zy vol bevalligheid, Ha ha, ha ha, Hoe vind ik nog gena. Haar Boezem daar het wit, En meer verholen zit, Haar gang vry fierder dan Diaan, Wanneer zy op de Jagt zou gaan, Ha ha, ha ha, Hoe vind ik nog gena. Ik hoop door myne klagt, Werd zy wel haast verzagt, En hoord hoe dat ik haar bemin, 'k Roem eeuwig zulken Engelin, Ha ha, ha ha, En wagt in 't eind gena. Ja 't wagte doet wel liefde Broer, Houd maar het Meisje aan jousnoer. Vorige Volgende