Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Koplaars Deun. Stem: Foelie de Spanje. HOort Vrysters en Vryers, 't Zy Naaisters, of Snyers, 't Zy Meiden, of Knegten, Hier hebje de regten. Ik Koppel bezonder, Heel aardig en wonder, De Lieden te zamen, Dus wilt u niet schamen. Zeg hebje maar schyven, Ik zalje geryven, En doen uw rads trouwen, Tot Mannen en Vrouwen. Al ga je gebogen, Met lopende ogen, Al hebje geen zinne, Ik doe u beminne. Al had gy te voren Uw Maagdom verloren, [pagina 44] [p. 44] Ik zal je doen paren, En alles wel klaren. Al waarje een Rogchel, Al hadje een Bogchel, Wilt daarom niet schromen, Om by my te komen. Al toont gy heel mager, Al waard gy een Jager Van Hoeren, en Snuiten, Ik Koppel voor duiten. Dus wilt my bezoeken, Ik zal my verkloeken, En kan uw genezen, Maar geld moeter wezen. 't Koplen ziet men veel gebeuren, Koppel dan vry om te scheuren, Maar indien het kwalyk gaat, Weet de Koppelaar geen raat. Vorige Volgende