Het vermakelyke minne-spel, of toneel der liefde(ca. 1730)–Jakobus Rosseau– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Aan de Zang-minnende jonkheit, Of liefhebbers der vermakelykheden. 'k HEb al weder zoete Snaken, Wat gaan maken, Voor die graag eens zingen wil, Zit niet stil, Maar volbreng uw graage lusten, Wie kan rusten, Daar een zoet Gezelschap braldt, t'Zamen malt. Daar men onder 't kelen meng'len, Leefd dan Eng'len, Daar men by een vetten Dis, Vrolyk is, [pagina 5] [p. 5] Daar men by gevulde Glazen, Leeft als Bazen, Daar men wil by spys en wyn, Prettig zyn. Hier kan ieder weer beginne, Leert het Minne, Want hier is het Minne-Spel, Vat het wel, Hier vertoone lieve strikken, Raare snikken, Jogchem toond zig in de klem, Kyk na hem. Hier zyn Vryers aan het weene, Die hun scheene Vryven, en bevinde blaau, Zyn in 't naau, And're die niet kunnen zwygen, Maar verkrygen Door het Ja, een Maagt tot Vrouw, Vat je 't nou. Liedjes heb j'er om te buizen, Dat de luizen Moeten barsten op uw kop; Drooge Fop, Wil zyn zelven gaan verzuipen, Minne-stuipen, [pagina 6] [p. 6] Roven dees verliefden Quant, Zyn verstant. Dus Beminnaars van veel dinge, Die graag zinge, Treed ter Nieuwe Drukkery, Daar kunt gy Dit voor weinig schyven krygen, Ik zal zwygen, En zien hoe gy dit waardeerd, 't Werd vereerd Door J.R. Vorige Volgende