Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813 (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813
Afbeelding van Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813Toon afbeelding van titelpagina van Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

XML (0.69 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813

(2002)–Piet de Rooy–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 293]
[p. 293]

Nawoord

Niet alleen Nederland heeft een geschiedenis. Dit boek zou niet geschreven zijn zonder ervaringen in het verleden. Waar te beginnen? Wellicht bij mijn grootvader, die rond de overgang van de negentiende op de twintigste eeuw woonde in de Langstraat in Brabant, een kleine protestantse enclave in een katholieke regio. De grote geschiedenis bereikte mijn familie tijdens de Eerste Wereldoorlog op hardhandige wijze. Geen militair geweld trok voorbij, maar wel persoonlijke tegenslag als gevolg van die oorlog. Grootvader handelde in paarden, als aanvulling op de schamele inkomsten van een kleine boerderij. Regelmatig trok hij met zijn paarden te voet naar de Moerdijk, liet zich daar de rivier overzetten en wandelde dan verder naar de veemarkt in Rotterdam.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vorderde het leger zijn paarden, wat hem volgens de familieoverlevering in één klap van zijn handelskapitaal beroofde. Ingrijpender echter was dat mijn grootmoeder tijdens die oorlog zwanger werd, maar geen gebruik kon maken van de huisarts daar deze in militaire dienst was opgeroepen. Zij moest zich behelpen met een onervaren invaller, die zich moed indronk voordat hij aan een riskante tangverlossing durfde te beginnen en bij dit proces een oog van mijn vader kapotmaakte. Daarmee, zo besloten mijn grootouders, was dit kind ongeschikt voor het boerenbedrijf, waaraan immers te veel risico's op verdere verwondingen kleefden: hij moest maar gaan leren.

Voor kinderen uit de geringe stand betekende dat in het interbellum dat ze onderwijzer werden. Mijn vader kon daarmee zo-

[pagina 294]
[p. 294]

wel profiteren van de liberale onderwijspolitiek als van de emancipatiebeweging van Abraham Kuyper. Hij werd opgenomen in de lokale gereformeerde elite en wist zich een zekere intellectuele positie in de streek te verwerven. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwamen verzetslieden dan ook bij hem, met het verzoek behulpzaam te zijn bij het onderhouden van de pilotenlijn, dat wil zeggen, het transport van neergekomen vliegers naar het zuiden. Toen dit te gevaarlijk werd, verhuisden mijn ouders naar Rotterdam, waar ik ben geboren. Hier zou ook de politieke kleur van het gezin omslaan, aangezien mijn ouders meegingen met de doorbraak en zich aansloten bij de pvda. Wegens de goedkeuring van de politionele acties in Indonesië door deze partij zegden zij dit lidmaatschap al snel weer op.

Tijdens mijn jeugd ondervond ik aan den lijve hoe groot de verschillen in één land nog waren. Enerzijds was er de ontzagwekkende dynamiek van Rotterdam, dat zich in deze jaren in snel tempo ontwikkelde tot de grootste havenstad ter wereld, waar voortdurend het allesdoordringende geluid klonk van het heien dat nodig was voor de wederopbouw van het centrum. In het Land- en Volkenkundig Museum bleek bovendien dat er voorbij de haven nog een geheel andere wereld dan de bekende lag. Anderzijds waren er de vele bezoeken en lange vakanties in ‘Brabant’, waar ik eerst logeerde op de boerderij van mijn grootouders en later op de boerderij van een oom en tante niet ver daarvandaan. Hier zag ik hoe de rogge met de sikkel werd gemaaid, vervolgens met een door een paard getrokken maaimachine, en hoe de eerste gigantische dorsmachine het erf op werd gemanoeuvreerd. De paar koeien werden met de hand gemolken, in de herfst werd het varken geslacht en op de zolder lagen de appeltjes te drogen. In de boerderij van mijn grootouders kwam het drinkwater uit een pomp, de poepdoos had geen waterspoeling, er werd gekookt op

[pagina 295]
[p. 295]

de kachel en een petroleumstel. De warme maaltijd tussen de middag werd altijd besloten met het voorlezen van een gedeelte uit de bijbel - in een zeer oude vertaling - die mijn grootouders hadden gekregen bij hun huwelijk. Bij hun diamanten huwelijksfeest kregen ze van de kinderen een nieuwe kachel voor de woonkeuken. Het leven van mijn oom en tante verliep niet veel anders. Zij hadden een telefoonaansluiting: voordat mijn tante de hoorn opnam, deed zij altijd eerst haar schort af.

De boerderij van mijn grootouders is inmiddels afgebroken, die van mijn oom en tante omgetoverd tot een tuincentrum, de zandweg tussen beide boerderijen is geasfalteerd en van de plaatselijke korenmolen zijn de wieken verwijderd, het restant is een partycentrum. Zo is de negentiende eeuw, die in tal van opzichten tot ver in de twintigste eeuw voortduurde, in die streek verdwenen en daarmee ook vrijwel alles wat daar zo gewoon was dat het onveranderlijk leek. In Rotterdam klinkt nog steeds het heien, zij het nu wat gedempter op grond van overheidsvoorschriften ten aanzien van arbeidsomstandigheden en geluidshinder.

Halverwege de jaren zestig leek de voorhoede van de modernisering zich naar Amsterdam verplaatst te hebben. Zo belandde ik op de Universiteit van Amsterdam, waar ik het voorrecht had van Maarten Brands iets te leren van geschiedenis, van het gewicht daarvan op het heden, van die raadselachtige mengeling van continuïteit en verandering. Dit alles is de voorgeschiedenis, hier vermeld omdat het enig zicht biedt op de achtergrond van een thema dat mij zowel door eigen ervaring als uit de historische wetenschap bezighoudt: hoe ondergaan mensen in hun dagelijks leven de grote veranderingen die we aanduiden als ‘de geschiedenis’, in welke mate overzien zij wat hen beweegt, hoe proberen ze zin te geven aan wat hen overkomt en het onvolmaakte verleden een beetje dichter te brengen naar een menswaardiger toekomst.

[pagina 296]
[p. 296]

Daarna kwam uitgever Jan Mets op bezoek, vergezeld van Paul van Tongeren van Novib. Zij vroegen me een beknopt overzicht te schrijven van de recente geschiedenis van emancipatiebewegingen in Nederland. Dat kwam er niet van, maar het was wel de aanleiding om het boek te schrijven dat kennelijk al langer in mijn hoofd zat. Daarbij heb ik zeer geprofiteerd van de verschillende gesprekken met collega's uit het onderzoeksprogramma De Natiestaat, met name Henk te Velde en Ido de Haan. Daarnaast waren er enkele collega's die het manuscript zorgvuldig hebben gelezen en talrijke suggesties ter verbetering deden. Hierbij moeten vooral vermeld worden Jan Breman en Bram Kempers. Ik dank hen allen zeer. Ten slotte wil ik Anca Slort noemen, die al lange jaren onverstoorbaar is blijven vasthouden aan de overtuiging dat historici doorgaans interessanter zijn dan hun geschriften.

 

Haarlem, 1 januari 2002


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken