De boerin wordt wit en uit een langgerekt ‘Och!’... Zo erg had ze het toch niet verwacht. Maar wat heeft de koei dan?... Gelukkig hebben de boeren hun eigen woord voor traumatische pericarditis, en Vlimmen zegt dus, dat de koe ‘scherp in heeft’. Daarmee is alles duidelijk... O, hee ze scherp in!
Hezemans legt èr zich dadelijk bij neer, maar in Brabant zijn de koeien van de boerin. Vele boeren kijken nauwelijks naar het vee om, zij kunnen vaak niet eens behoorlijk melken en zouden zich schamen, als ze het wèl konden. Vlimmen zegt, dat dit soort mannentrots is overgebleven van de oude Germanen, toen de man op jacht ging en minachtend neerkeek op het geklungel van zijn vrouwvolk met dat stomme vee.
Dit onverwachte verlies treft dus op de eerste plaats Vrouw Hezemans, die zoveel plezier had aan het beestje, en daarom vraagt ze heel schuchter, of er dan helemaal niks-nie-meer aan te doen is.
‘Jawel,’ lacht Vlimmen, ‘maar dat is een operatie, waar ik liever niet aan begin, want die is zo gevaarlijk, dat het veel weg heeft van slachten. En àls het lukt, duurt het zeker vier weken, voordat ge ze weer koei kunt noemen, dat wil zeggen, als alles prachtig meeloopt. Dat komt een beetje duur, en ik geloof ook niet, dat het hier in Holland al ooit gebeurd is. Wèl in Duitsland, maar dan nog op de kliniek van een school voori veeartsen, waar ze alles bij de hand hebben... Over zo'n operatie zouden we eens kunnen praten, bij een fokstier van een paar duizend gulden, maar niet bij een koeike van drie honderd.’
Hezemans maakt een afwerend gebaar. Hij zal onze Tinus naar slachter Van Heusden sturen om te vragen, of hij vanavond nog komt slachten.
‘Is er niemand anders te vinden, die bij de boeren komt slachten?’