twee maanden getrouwd was, had hij veertig graden en sprak hoofdzakelijk over de Kemalisten, die toen de aandacht trokken. Hij was ervan overtuigd, dat Kemalisten betekende: kameelruiters...
Een paar dagen daarna stierf hij; het was even na middernacht, dus juist op de dag, dat Dop drie maanden oud was en tevens op het ogenblik dat Truus voor goed tot de overtuiging kwam, dat er geen God bestond.
De oplossing lag voor de hand. In Dombergen werd een groter huis gehuurd, Truus vulde het met haar huisraad en het was tijdens deze verhuizing, dat Jan Vlimmen respect kreeg voor zijn zuster, de blaag waar hij, zes jaar ouder, steeds hoog overheen gekeken had. Met hete, droge ogen in een hard, verbitterd gezicht, stond de jonge weduwe in het nieuwe huis, het kind in de armen, en hield scherp toezicht. Wanneer het tijd werd, voedde ze tersluiks den Meinen Dautzenberg onder de plooien van de zwarte mantel, die ze los om de schouders had geslagen, en gaf tegelijkertijd nog haar orders aan de verhuizers, die de meubels aansjouwden. Niets ontging haar; alles stond dadelijk op de juiste plaats. Dehele dag liep ze zo van kamer naar kamer en wiegde het slapende kind in haar armen. Vlimmen kon het niet goed aanzien en stond onbeholpen zorgzaam rond haar heen te drentelen, bang voor haar wit, onbeweeglijk gezicht, tot ze hem de deur uitjoeg, naar zijn boeren, met verbod om vóór zeven uur thuis te komen.
En toen hij 's avonds thuiskwam, was de huiskamer geheel kant en klaar ingericht, ongeveer zoals deze er nu nog uitziet. Een koud avondmaal was gedekt, geheel in de puntjes, met zilveren ringetjes om de vingerdoekjes, zodat hij het gevoel kreeg, alsof hij bij zeer keurige mensen logeerde. De loodgieter was al aan de badkamer begonnen, er was overal licht, en het voornaamste wat mankeerde was de telefoon, doch die kwam morgen. Dop lag