Sir Edmund Verney.
Hij is afgebeeld rechtstaande, gezien tot aan de knieën, borst en armen bedekt met een harnas. Zijne blonde haren liggen in zware harde massa op het hoofd, het gelaat is stroef van trekken; de vingers fijn en rond als van eene vrouw. Hij houdt een bevelhebberstaf in de rechterhand, de linkerhand legt hij op zijn helm, die op de tafel, bedekt met een rood kleed, gezet is. De rechterarm rust op een voetstuk. In den achtergrond links ziet men een geheel donkeren wand, rechts een grijze bewolkte lucht, waar het blauwe des hemels tusschendoor speelt.
De houding is kalm en waardig, het heele figuur ziet er echter houterig uit. Het is gehuld in een warme zuidelijke lucht met doorschijnende schaduwen. Het gelaat is bruin van tint, het harnas en de helm weerkaatsen een krachtigen zonneschijn met geroosterde lichtspelingen. Nooit zou men zeggen, dat het stuk in 's kunstenaars Engelsch tijdperk geschilderd is, zoo Italiaansch ziet het er uit.
Sir Edmund Verney was de tweede zoon van een vader, die denzelfden naam droeg; hij werd geboren in 1590, reisde in de Nederlanden, Frankrijk en Italië en werd bij zijn terugkeer naar Madrid gezonden bij lord Digby, die daar ambassadeur was. In 1613 werd hij gehecht aan de hofhouding van den prins van Wallis, dien hij in 1623 naar Madrid vergezelde. In 1626 werd hij ridder-maarschalk van het koninklijk hof benoemd en, alhoewel sterk gehecht aan de hervormde leer, bleef hij Karel I trouw in lief en leed. Hij was bij het uitbreken van den burgeroorlog de standaarddrager van zijn vorst. In den slag van Edgehill voerde hij het vaandel tot midden in de puriteinsche gelederen, hopende dat hij zou gevolgd worden door de troepen zijner partij. Hij werd aldra omringd door een groep vijanden, die hem het leven boden indien hij de banier wilde overgeven; hij antwoordde dat zijn leven hem, maar de standaard den koning behoorde en hij dien niet levend zou afstaan. Op het slagveld vond men zijne afgehakte hand om den schacht van het vlag geklemd, maar zijn lijk vond men niet weer.
Zijn portret moet door van Dijck in de laatste jaren van schilder en model vervaardigd zijn, omstreeks 1640. Het werd sedert dien immer in de familie Verney bewaard.
Doek. H. m. 1.35. B. m. 1.08.
Sir Edm. Verney Bart, Claydon.