De Man met de Zonnebloem.
Een man, wiens gelaatstrekken aan die van van Dijck gelijken, die echter geen blond haar heeft als de schilder, maar donkerbruin. Hij is gezien tot aan de borst, het lijf ten halve rechts, het hoofd driekwaart links naar den toeschouwer gekeerd; hij draagt lange lokken, die hem tot in den hals hangen, knevels en kinnebaard. Op het gelaat liggen matdonkere schaduwen, op het voorhoofd een plek helder licht. Hij is gekleed in een rood wambuis, gesplitst op den rug, met een smal wit boordje om den hals en witte omslagen om de polsen.
In de rechterhand houdt hij eene groote zonnebloem met lichtbruin hert, gulden bloembladeren en donker loof. Met de linkerhand licht hij een gouden ketting op, die hem over schouder en rug gaat.
In den achtergrond ziet men den donkerblauwen hemel met dikke witte wolken rechts, en een zwart gordijn links.
De uitdrukking is die van zelfgenoegzaamheid, de penseeling glad, de tonen stemmig, zonder fijnheid van kleur en toch zonder groote werking van licht. Het stuk is in Engeland geschilderd na 1632. Volgens ons stelt het niet van Dijck voor.
Het is klaarblijkelijk een portret met een zinnebeeldige beteekenis, wat deze mag zijn is niet duidelijk. Waarschijnlijk wordt door de zonnebloem de koning bedoeld; door de ketting eene onderscheiding van dezen ontvangen.
Doek. H. m. 0.60. B. m. 0.73.
Hertog van Westminster, Londen.