Daedalus en Icarus.
Beide figuren worden tot beneden de dijen genen. Icarus ziet er uit nis een der engelen, die van Dijck herhaaldelijk schilderde en de groote vleugels, die boven zijn hoofd uitslaan, dragen niet weinig bij om hem dit uitzich te geven. Geheel zijn bovenlijf is naakt, om het midde draagt hij een wijde roode draperij door een blauwgroen lint opgehouden. Overvloedig guldenblond haar, kronkelend in breede golvingen, bekroont zijn hoofd. Zijn oogen kijken ernstig en schuw, als ware hij bevreesd voor den afloop der stoute luchtreis. Met de eene hand houdt hij de roode draperij vast, de andere is lichtelijk uitgestoken met ontplooiden wijsvinger en duim en maakt het gebaar van iemand die spreekt. Treffend is zijne gelijkenis met de portretten van den kunstenaar uit zijne eerste jeugd.
Daedalus is een man van gevorderden ouderdom, bruin van tint, met donkerbruin haar en baard en half kalen schedel; hij is in een donkere draperij gehuld; de naakte rechterarm is opgeheven met uitgestoken wijsvinger, als gave hij aan zijn zoon de noodige vermaningen voor zijn gevaarlijken tocht. Met de linkerhand houdt hij een der vleugels tegen den schouder van Icarus, de andere is reeds vastgemaakt en steekt hoog boven het hoofd van den jongeling uit. De eene vleugel wordt langs de witte binnenzijde, dc andere langs de groenblauwe buitenzijde gezien. De achtergrond is in groengrijzen toon.
Het onderwerp is niet duidelijk voorgesteld. Het is den schilder vooral te doen geweest de fraaie naakte borst van een jong man, een modernen Antinoüs te schilderen en, zooals hij het doorgaans doet, tegen de geïdealiseerde schoonheid van de jeugd, de realistische, sterk gekenmerkte trekken van den ouderdom te plaatsen.
Het stuk schijnt te dagteekenen van vóór de Italiaansche reis, het bezit de vastheid van kleur en licht, die sommige stukken van dien tijd kenmerkt, bijvoorbeeld de Doornenkroning van Berlijn.
Van Dijck schilderde eene tweede maal hetzelfde onderwerp in een stuk dat in 1819 toehoorde aan den heer John Knight en in zwarte kunst gegraveerd werd door Watts. In dit tweede werk wordt Icarus afgebeeld, de rechterhand op zijn vaders hoofd leggende.
Doek. H. m. 1.15. B. m. 0.85.
Graaf Spencer, Althorp.
Auteursrecht onbekend
