Het portret werd in 1812 ontdekt in een hokje van het oude paleis der bisschoppen van Antwerpen.
Er bestaat een tweede exemplaar van Malderus' portret, overeenstemmende met dat van het Museum van Antwerpen, het bevindt zich in Buckingham-Palace te Londen, draagt daar den naam van bisschop Antoon Triest en wordt er toegeschreven aan Rubens. Ongelukkiglijk hangt het zoo hoog in de slecht verlichte zaal, dat er geen mogelijkheid bestaat te oordeelen over zijne kunstwaarde, noch over de nauwkeurigheid der toeschrijving.
In het Museum l'Ermitage van Sint Petersburg bevindt zich een kopij van het portret uit het Museum van Antwerpen; eene andere hangt in de sacristij der O.L.V. kerk te Antwerpen. Het gesticht der Teernincksche School in dezelfde stad bezit een portret aan van Dijck toegeschreven, den prelaat alleen tot aan de borst vertoonende, en even sterk als dat uit het Museum aan Rubens' trant herinnerende.
Jan van Malderen, die zijn naam verlatijnschte in Malderus, werd geboren te Sint-Pieters-Leeuw, den 14en Augustus 1563, Den 10en Februari 1611 werd hij tot den zetel van het bisdom van Antwerpen geroepen door Albertus en Isabella, en den 7en Augustus van hetzelfde jaar gewijd door den Aartsbisschop van Mechelen. Tot aan zijnen sterfdag, 14en Augustus 1633, bleef hij aan het hoofd van zijn bisdom. Hij werd begraven in de O.L.V. kerk van Antwerpen, over de Sint-Ursula-kapel, tegen het hooge koor. In het koor zelve werd hem een zwart marmeren graf opgericht, waarop zijn beeld in witten steen lag. Dit kunstwerk werd tijdens de Fransche omwenteling vernield.
Hij, die leefde in het glanzendste tijdperk der Antwerpsche School en die aan het hoofd onzer geestelijkheid stond in de tijden, toen Rubens, van Dijck, Jordaens en zoovele andere uitstekende kunstenaren met hunne meesterstukken onze kerken verrijkten, schijnt weinig of mets tot bevordering der kunst gedaan te hebben. Het portret, waarvan hier spraak is, is het eenige getuigenis, dat ons van zijne betrekking tot de schilders van zijnen tijd overgebleven is.
Het werd eene eerste maal gegraveerd door Wenceslas Hollar te Antwerpen in 1645; later door Adriaan Lommelin en in de xviiie eeuw door A.B. de Quertemont. In Butkens' Trophées du Brabant komt er nog een kopij voor, waarin Malderus slechts afgebeeld wordt tot aan de borst.
Paneel. H. m. 1.18. B. m. 0.95.
Museum van Schoone Kunsten te Antwerpen.