Oud-Antwerpen. Le vieil Anvers

[p. 71]

De noordzijde der Merckt
Le coté nord du Marché

Eene reeks van elf huizen vormt de Noordzijde van de Merckt. Vertrekkende van den ingang van den Eekhof, waarvan aan deze zijde de hoek versierd is met eenen toren, is het eerste huis een laag gebouw in steen; de drie volgende huizen, waarvan één eene dubbel-woning vormt, zijn van hout; verder vindt men er nog twee in bout, twee in baksteen en twee in hardsteen. Geheel deze zijde geeft een tamelijk volledig denkbeeld van het uitzicht van een der voorname straten of pleinen van Antwerpen in de helft der xvi^e eeuw. De houten huizen behooren tot een vroegeren tijd; de twee huizen met trapgevels, waarvan het een het jaartal 1538 draagt, zijn in den stemmigeren onvermengden Vlaamschen stijl gebouwd.

Une série de onze maisons forme le côté nord du Marché. En partant de l'entrée de l’Eekhof dont le coin est orné d'une tour, nommée la tour de Sainte-Walburge, la première maison est bâtie en briques et a peu de hauteur; les trois suivantes, dont l'une forme une double habitation, sont en bois; plus loin, on en trouve encore deux en bois, deux en briques et deux en pierres de taille.

Tout ce côté donne une idée assez exacte de l'aspect que présentait une des rues ou places principales d'Anvers, au milieu du xvi^e siècle. Les maisons en bois appartiennent à une époque antérieure; les deux maisons à pignons et à gradins, dont l'une porte la date de 1538, sont en style flamand pur et sobre.

[p. 72]

Het groote en rijk versierde huis met hardsteenen gevel, dat den naam van Schepenhuis draagt, behoort tot den overgang tusschen den jongsten Gothischen en den oudsten Renaissance-stijl. De strenge en regelmatige vormen van den vroegeren spitsbogentrant zijn opgesmukt met lachende versieringen en overladen met bloemig bijwerk; de bogen zijn drielobbig en neergedrukt; er is een onweerstaanbare aandrang te bemerken naar de weelderige grillige bijzonderheden der Renaissance.

La grande maison en pierre de taille qui porte le nom de ‘Maison des Échevins’ appartient au style de transition, entre le dernier style gothique et celui de la première Renaissance. Les formes solides et régulières de l'art ogival primitif se sont chargées d'ornements riants et d'accessoires fleuris, les arcs se sont abaissés et sont trilobés; on remarque un irrésistible mouvement vers les détails gracieux de la Renaissance.

Boven de wijde ingangdeur met lagen boog springt een gesloten balkon vooruit; boven elk der vijf vensters van den beneden en van de verdieping zijn de drielobbige waaiers gevuld met aanvallige motieven; langs de dakgoot verheft zich een balustrade, boven welke drie dakvensters uitsteken, alles versierd met gebeeldhouwde sieraden, die de muren bedekken, de omtrekken uitbekken en hun vroolijk en bevallig spelen en krorikelen op

Au-dessus de la large porte d'entrée s'avance une bretèque; au-dessus de chacune des cinq fenêtres du rez-de-chaussée et de l'étage, les tympans trilobés renferment de gracieux motifs; au pied du toit s'élève une balustrade, au-dessus de laquelle se dressent trois lucarnes: le tout est rempli d'ornements sculptés qui couvrent les murs, découpent les contours et promènent leurs entrelacements capricieux et leurs fantaisies riantes du haut en bas de

[p. 73]

WATERPUT OP DE MERCKT
PUITS SUR LE MARCHÉ

[p. 74]

elk deel van den gevel voortzetten. De keizerlijke arend op den top der zoldervensters en de wapenschilden in de waaiers der vensters duiden aan, dat dit gebouw een openbare bestemming heeft.	la façade. L'aigle impériale sur le sommet des lucarnes et les armoiries sur les tympans des fenêtres, indiquent le caractère officiel de ce bâtiment. En effet, il appartient à l'autorité communale d'Anvers, qui en a fait décorer la salle du rez-de-chaussée en style Renaissance et la salle de l'étage en style gothique. Ce travail a été confié à l'antiquaire Eugène Van Herck, dont le magasin se trouve à quelques pas de distance.
Inderdaad, het hoort toe aan het stedelijk bestuur van Antwerpen, die er de benedenzaal heeft van laten stoffeeren in Renaissanceen de bovenzaal in Gothischen stijl door den koopman in oudheden Eug. van Herck, wiens Winkel in Oud-Antwerpen hier dichtbij ligt.
Het gebouw is opgevat in den trant, die in het begin der xvi^e eeuw ten onzent voor kerkelijke en vooral voor wereldlijke gebouwen zeer in zwang was en op uitstekende wijze werd beoefend door de Mechelsche bouwmeesters Rombout Keldermans en Dominicus de Waghemakere, die samen werkten aan het stadhuis van Gent, het Broodhuis van Brussel, het Steen van Antwerpen en van wie de laatste de teekeningen voor de Beurs	La maison est conçue dans le style qui était généralement employé au commencement du xvi^e siècle pour les édifices ecclésiastiques et civils. Il fut brillamment cultivé par les architectes malinois Rombaut Keldermans et Dominique de Waghemakere, qui collabo rèrent à l'Hôtel de Ville de Gand, à la Maison du Roi à Bruxelles et au Steen d'Anvers, et dont le second fournit les dessins de la Bourse de cette dernière ville. Tous ces bâtiments sont

[p. 75]

van Antwerpen leverde. Al deze gebouwen behooren tot den laatsten Gothischen stijl, zeer verbasterd, maar nog zeer fraai in zijne opsmukking der onderdeelen, die wel overvloedig en overdadig is, maar toch van goeden smaak en vooral van rijke vinding getuigt.	conçus dans le style de la dernière métamorphose que subit l'art gothique, style dégénéré et de décadence, mais gracieux encore dans sa profusion des détails, témoignant d'une riche et charmante fantaisie.
De kunstenaars dier Mechelsche familiën werkten veel in Antwerpen; na hun verdwijnen treedt de nieuwe school op, glansend vertegenwoordigd door Peeter Coecke, van Aalst, Cornelis de Vriendt, den bouwmeester van het stadhuis en den beeldhouwer van het sacramentshuis van Zout-Leeuw, en door Hans Vredeman De Vries, den vruchtbaren teekenaar, den invloedrijken wetgever zijner kunst in zijne eeuw.	Les artistes de ces familles malinoises travaillèrent beaucoup à Anvers. Après eux s'ouvrit le règne de la nouvelle école, inauguré avec éclat par Pierre Coecke d'Alost et continué par Corneille de Vriendt, l'architecte de l'Hôtel de Ville d'Anvers et le sculpteur du tabernacle de Léau, et par Hans Vredeman de Vries, le grand législateur de l'art de son époque.
In den trant van den eersten dezer Antwerpsche meesters is de woning aan deze zijde van het Schepenhuis opgevat. De rechte lijn, de ronde boog, de hoofdvormen der Romeinsche kunst zijn hier de grondtrekken, de	Dans la manière du premier de ces maîtres est construite l'habitation à côté de la Maison des Échevins. La ligne droite, l'arc en plein cintre, les formes caractéristiques de l'art romain, dominent ici. Les antiques colonnes

[p. 76]

antieke kolommen en pilasters, de driehoekige frontons en andere bestanddeelen van gelijken oorsprong nemen een aanzienlijke plaats in; maar de vormen der ouden worden gewijzigd; de kolommen worden slanker; het menschelijk figuur speelt een gewichtige rol in de versiering; de arabesken worden overvloedig in de versiering der gebouwen toegepast. Het huis is bewoond door een herbergier en boven de vensters, in halfronde bas-reliefs, worden verschallende werkzaamheden van den brouwer afgebeeld.

et pilastres, les frontons triangulaires et d'autres éléments de même origine occupent une place importante, mais les formes primitives sont capricieusement modifiées. Les colonnes sont plus élancées; la figure humaine joue un grand rôle dans la décoration; les arabesques sont abondamment utilisées dans la décoration des façades. La maison est habitée par un aubergiste; dans les tympans des fenêtres, des bas-reliefs de forme semi-circulaire représentent les différents travaux des brasseurs.

Voor het wijnhuis In den Gouden Beker staat een wijngaard geplant, waarvan de ranken langs den gevel zijn geleid. In vroeger eeuwen vond men binnen de stad vele zulke wijngaarden, die aan de straten des zomers een vroolijk uitzicht verschaften. Het schijnt, dat die planten aanleiding tot misbruiken gaven, dat de dieven en andere ongenoodigde of genoodigde liefhebbers er langs binnen de

Devant la maison la Coupe d'Or est plantée une vigne, dont les ceps sont conduits le long de la façade. Dans les temps passés, on trouvait, à, l'intérieur de la ville, un grand nombre de ces vignes dont la verdure égayait l'aspect des rues. Il parait que cet usage donnait lieu à des abus, que des voleurs ou d'autres amateurs importuns s'introduisaient par là dans les maisons et que des querelles, au

[p. 77]

huizen klommen en dat de buren vaak ruzie maakten over onrechtmatig geplukte druiven. Althans in 1456:	sujet de raisins indûment cueillis, s'élevaient fréquemment entre voisins. Quoi qu'il en soit, en 1456, les magistrats firent enlever les vignes, ce qui n'empêcha pas qu'il s'en trouvait encore dans les rues au milieu de ce siècle.
Dan wert 't Antwerpen geboden de Wyngaerden af te doene. Die voor der lieden huysen stonden lustich en groene.
Wat niet belette, dat tot in het midden onzer eeuw er nog in de stad te vinden waren.
In hetzelfde huis hangt eene kroon van veil boven de deur, in uitvoering van het gebod der Magistraten, die in 1553 bevolen, dat de taverniers, die Rijnschen wijn schonken, eene kroon van veil moesten uithangen. Voor den Franschen wijn waren het lischbladeren, voor wijnen van Poitou een koolblad, voor Belgischen wijn een stroowisch, die den te koop gestelden drank anduidden.	Au-dessus de la porte de la même maison est suspendue une couronne de lierre, en exécution de l'ordonnance de 1553 édicté par les magistrats de la ville et décrétant que devant les tavernes où l'on vendait du vin du Rhin une couronne de lierre devait être suspendue. Pour les marchands de vins français c'étaient des feuilles d'iris, pour les vins du Poitou des feuilles de chou, pour le vin belge une botte de paille qui indiquaient le genre de boissons vendues.
De huizen, welke zich aan de Noordzijde der Merckt bevinden, zijn de volgende:	Les maisons du côté Nord du Marché sont occupées comme suit:
In Sinte-Barbara. Wachthuis der Brandweer.	A Sainte-Barbe. Corps de garde des pompiers.

[p. 78]

Uithangbord:
In de Faem,
Aug. Boyer,
Merckt.
Enseigne:
A la Renommée,
Aug. Boyer,
Marché.

Uithangbord:
In den Horen van Overvloed,
Leo van Nes,
Merckt.
Enseigne:
A la Corne d'Abondance,
Léon van Nes,
Marché.

[p. 79]

De Sint-Walburgis toren.	La Tour de Sainte-Walburge.
In de Korenaren. Gustaaf Kurten, bakker.	Aux Épis de blé. Gustave Kurten, boulanger.
In de Zon. Hoeckx-Steenackers, bakker.	Au Soleil. Hoeckx-Steenackers, boulanger.
In den Helm. Hoefkens, handel in koffie.	Au Casque. Hoefkens, négociant en café.
In het Gulden Vlies. Julius Van Goidsenhoven, koopman in oudheden.	A la Toison d'Or. Jules Van Goidsenhoven, antiquaire.
In de Wieg. Jan De Visser, meubelmaker.	Au Berceau. Jean De Visser, fabricant de meubles.
In de Arcke. Eug. van Herck, koopman in oudheden, fabrikant van gouden leer.	A l'Arche. Eugène van Herck, antiquaire et fabricant de cuirs dorés.
In de Kroon. Victor Cordemans-Van den Broeck, brouwer en herbergier.	A la Couronne. Victor Cordemans, aubergiste.
Het Schepenhuys. Toehoorende aan Burgemeester, Schepenen en Gemeenteraadsheeren van Antwerpen.	La Maison des Échevins, appartenant à M.M. les Bourgmestre, Échevins et Conseillers communaux de la ville.
In den Waeyer. Emiel Souweine, kramerswaren.	A l'Éventail. Émile Souweine, quincailleries.

[p. 80]

In den Gouden Beker. F.J. Brodt, Rijnsche wijnen	A la Coupe d'Or. F.-J. Brodt, dégustation de vins du Rhin.
In de Vier Heemskinderen. Eugenie Lateste, Engelsche bieren en likeuren.	Aux Quatre fils Aymon. Eugénie Lateste, débit de bières anglaises et de liqueurs.