Oud-Antwerpen. Le vieil Anvers

[p. 11]

Oud-Antwerpen
Wat de stad Antwerpen was in de xvi^e eeuw
Le Vieil Anvers
Ce ou'etait la ville au xvi^e siècle

A. - De straten en de huizen
A. - Les rues et les maisons

Men vindt voor het eerst melding gemaakt van Antwerpen in 650. Toen bestond er aan den oever der Schelde ‘Aan de Werf,’ op een lichte verheffing van den grond, eene Burcht, waarvan de muren gedeeltelijk nog bewaard zijn en die in tijd van oorlog een veilige schuilplaats voor de bewoners der Streek en in tijd van vrede een middelpunt

Le nom de la ville d'Anvers apparaît pour la première fois dans l'histoire en 650. Il existait à cette époque, au bord de l'Escaut, sur une légère éminence, un Bourg dont les murs sont encore conservés en partie et qui offrait, en temps de guerre, un abri aux habitants tants de la contrée, en temps de paix, un centre à leur commerce naissant. Cette forteresse fut

[p. 12]

voor den ontkiemenden handel aanbood. De sterkte werd in de negende eeuw verbrand door de Noormannen, die haar herbouwden en bezaten tot in het begin der tiende.	incendiée au neuvième siècle par les Normands, qui la rebâtirent et la possédèrent jusqu'au commencement du dixième.
Rond de Burcht waren langzamerhand verscheiden wijken opgerezen. Reeds vóór 1200 was rond deze Voorburcht eene eerste omheining gegraven, die langs de latere Boterrui, Suikerrui, Kaasrui, Wijngaartstraat, Jezuietenrui, Minderbroedersrui en Koolvliet liep.	Des quartiers s'élevèrent sur plusieurs points dans le voisinage du Bourg. Déjà, avant l'an 1200, une première enceinte était creusée autour de cette agglomération. Le tracé des fossés suivait les rues qui, plus tard, s'appelèrent le Canal au Beurre, le Canal au Sucre, le Canal au Fromage, la Rue de la Vigne, le Canal des Jésuites, le Canal des Récollets et le Canal aux Charbons.
De aangroeiende bevolking maakte tusschen 1201 en 1206 een eerste uitbreiding der veste noodzakelijk. De grenzen der stad werden hierdoor verplaatst naar de tegenwoordige Sint-Jansvliet, Steenhouwers-en Lombaardenvest, Wiegstraat en Kathelijnevest, aan wier uiteinde de nieuwe grachten zich aansloten bij de reeds bestaande.	Entre 1201 et 1206, l'accroissement de la population nécessita un premier agrandissement de la ville. Les bornes furent reculées jusqu'aux rues actuelles: le Canal Saint-Jean, le Rempart des Tailleurs de pierres et le Rempart des Lombards, la Rue du Berceau et le Rempart Sainte-Catherine. A l'extrémité de cette dernière voie, les fossés nouveaux se raccordaient aux anciens.
Eene halve eeuw was niet verloopen of een tweede uitbreiding werd vereischt, die nu aan

[p. 13]

de Noordzijde plaats greep en aan dien kant de stad vergrootte tot aan de Sint-Peetersvliet.	Un demi-siècle ne s'était pas écoulé qu'un second agrandissement fut décrété. Il se fit du côté Nord de la ville et étendit celle-ci jusqu'au Canal Saint-Pierre.
Weer een halve eeuw later, in 1314, werden de vesten nogmaals verlegd: zij beschreven toen eenen kring driemaal grooter dan den vorigen, langs de Kronenburgstraat, de Schermerstraat, de Oude-Vaartplaats, de Wapperstraat, de Clarenstraat, de Paddengracht, den Kauwenberg, de Stijfsel-, Falcons- en Verwersruien, om te eindigen aan de Sint-Peetersvliet.	Encore un demi-siècle, et le circuit des fossés fut de nouveau reculé. Il devint trois fois plus grand que l'enceinte antérieure et passait par la future Rue du Kronenburg, la Rue des Escrimeurs, la Place de l'Ancien Canal, la Rue de la Bascule, la Rue des Claires, le Fossé aux Crapauds, la Montagne aux Corneilles et les Canaux de l'Amidon, des Faucons et des Teinturiers, pour aboutir au Canal Saint-Pierre.
Een eeuw later, in 1410, werd de stad aan de Noord-Oostzijde vergroot. Van toen af volgden de vesten de lijnrichting, die tot in 1862 bewaard bleef, van aan de Oude-Vaartplaats tot aan de Roode Poort, van waar zij over de Anker- en de Oude-Leeuwenrui naar de Brouwersvliet liepen.	Un demi-siècle plus tard, en 1410, la ville fut agrandie au Nord-Est. Dès lors, ses bornes formaient le tracé qui fut conservé jusqu'en 1862, depuis la place de l'Ancien Canal jusqu'à la Porte Rouge, d'où il se dirigeait, par les Canaux de l'Ancre et des Vieux Lions, jusqu'au Canal des Brasseurs.
Onder Keizer Karel, werd in 1542, de vijfde vergrooting der stad en de bouw harer sterke vestingen begonnen; in 1556 werd zij

[p. 14]

Uithangbord:
In de Gulden Spiu,
Leo Février,
Merckt.
Enseigne.
A l'Araignée d'Or,
Léon FÉVRIER,
Marché.

Uithangbord:
In het Moleken,
Jos Cordemans en C^ie,
Capelle-straet.
Enseigne;
Au Moulin,
Jos Cordemans et C^ie
Rue de la Chapelle.

Uithangbord:
In den Gouden Leeuw,
by Gebroeders Verellen,
Borse-straet.
Enseigne:
Au Lion d'Or,
Verellen frères,
Rue de la Bourse.

[p. 15]

voltrokken. De Stad kreeg toen de uitgebreidheid, die zij behield tot hare laatste vergrooting in 1859-1870, behalve dat in 1567 door het bouwen van het kasteel aan den Zuidkant, te beginnen van de Schermersstraat, het aanzienlijk stuk gronds werd ingelijfd, waarop Alva zijne sterkte bouwde.

Sous Charles-Quint, à partir de 1542, on exécuta le cinquième agrandissement de la ville et la construction de ses redoutables fortifications qui furent terminées en 1556. Anvers acquit alors l'étendue qu'elle conserva jusqu'à sa dernière extension en 1859-1870, sauf que, en 1567, au Sud de la ville, un terrain considérable, sur lequel le duc d'Albc érigea sa forteresse, fut englobé dans l'enceinte de la ville.

Door de vergrootingen der xv^e en xvi^e eeuwen bekwam Antwerpen het uitzicht, dat het gedurende drie eeuwen behield. Zijn plan vertoonde nagenoeg een halfrond, met de Schelde voor middellijn en de vestingen met hunnen hoekig gebroken boog voor omtrek. De groote wegen gingen uit van de Burcht en liepen waaiervormig naar de zeven poorten, die buiten de stad leidden. De kleine halve kring, welken de Burggracht rond de oude sterkte trok, was bij elke vergrooting door een gelijkloopend wijder halfrond omspannen, dat de hoofdwegen, van de Burcht uitstralende, doorsneed. In het hartje der oude stad

Par les agrandissements du xv^e et du xvi^e siècle, Anvers acquit l'aspect qu'il conserva durant trois cents ans. Son plan formait à peu près un demi-cercle ayant l'Escaut pour corde et les remparts avec leur courbe brisée pour arc. Les grandes voies partaient du Bourg et rayonnaient vers les sept portes conduisant à la campagne. Le cercle étroit que le Fossé-du-Bourg traçait autour de la vieille forteresse s'était élargi à chaque agrandissement en un arc parallèle plus étendu, qui

[p. 16]

was de bevolking opeengedrongen; daar bood elke straat, elke steeg een schilderachtig tafereel aan. Langsheen de Schelde vormden de oude muren met hunne poorten en torens, de boord der rivier met zijne uitsprongen en inhammen, het meest bewogen en afgewisseld panorama, dat men zich verbeelden kan.

coupait les grandes rues partant du centre. Au coeur de l'ancienne ville, la population s'était entassée; là, chaque rue, chaque ruelle offrait un coup d'oeil pittoresque. Le long de l'Escaut, les vieux murs avec leurs portes et leurs tourelles, la rive du fleuve avec ses saillies et ses rentrées, formaient le panorama le plus mouvementé et le plus varié.

De Burchtgracht was in een straten-ring herschapen en in de nabijheid van het Steen overwelfde de oorspronkelijke brug, met huizen bezoomd, dezen lageren weg. Geheel die oude wijk van de Sint-Jansvliet tot aan de Koolvliet en van Onze-Lieve-Vrouwekerk tot aan de Werf, vormde een net van kronkelende straten, met torenhooge huizen, waarvan elk een eigenaardigen stempel droeg. Te midden der xvi^e eeuw, onder de heerschappij van Gilbert van Schoonbeke, den ondernemenden man, die zijne moederstad voor een deel herbouwde, begon het rijk der rechte lijn en der

Le Fossé-du-Bourg fut transformé en un cercle de rues et, aux abords du Steen, le pont primitif bordé de maisons jetait sa voûte audessus de cette voie nouvelle. Depuis le Canal Saint-Jean jusqu'au Canal aux Charbons et depuis la Cathédrale jusqu'au bord de l'Escaut, les anciens quartiers formaient un dédale de rues tortueuses, aux maisons de hauteur démesurée, dont les façades se distinguaient toutes par quelque note caractéristique. Au milieu du xvi^e siècle, Gilbert van Sehoonbeke, l'homme entreprenant qui reconstruisit en partie sa ville natale, inaugura le règne de

[p. 17]

eentonige wegen; maar de oudste deelen der stad raakte hij gelukkiglijk niet aan.	la ligne droite et des rues monotones. Heureusement le grand bâtisseur ne toucha pas aux plus anciennes parties de la ville.
Tot in onzen leeftijd bleef het oude Antwerpen het gebenedijde oord der onregelmatige, schilderachtige straten. Geene stad was dierbaarder aan het hart onzer romantieke schrijvers van 1830 tot 1850; geene was er, waar onze schilders van dezelfde school en van denzelfden tijd zoo gaarne vertoefden als in dit paradijs, waar waterpas, winkelhaak en richtsnoer als booze geesten uit verbannen waren, en waar onverdeeld de gebroken lijnen, de verweerde tinten, maar ook de aanvallige vormen der latere Gothiek en der Renaissance, samen met het smaakvolle en kleurige der Vlaamsche kunst, heerschten.	Jusqu'à une époque très rapprochée de la nôtre, le vieil Anvers resta la terre promise des rues irrégulières et pittoresques. Nulle ville ne fut plus chère au coeur de nos écrivains romantiques de 1830 à 1850. Les peintres de la même école et de la même époque préféraient à tout autre séjour ce paradis, d'où le niveau, l'équerre, le cordeau étaient bannis comme de mauvais génies et où les lignes brisées et les teintes fondues et harmonisées par le temps dominaient et nuançaient les formes gracieuses de l'Art Gothique expirant ou de la Renaissance flamande.
Zooveel van dit alles is, helaas! in de laatste jaren verdwenen. De bouw der eerste kaaien onder Napoleon en Willem I, deed de oude muren, poorten en torens langs den Scheldeboord vernietigen. De rechttrekking der bed-	Une bonne partie de tout cela a malheureusement disparu dans les dernières années. Pour construire les quais, Napoléon et Guillaume I^er firent abattre les murs, les portes et les tours le long de l'Escaut. Pour la recti-

[p. 18]

ding van den strooin en de verbreeding der kaaien in 1880, hebben met lange en met dikke sneden uit het oudste Antwerpen gekorven en verscheiden der eigenaardigste Straten doen verdwijnen. De eischen van verkeer en gezondheid hebben er andere doen verbreeden, rechttrekken en verleelijken. De levenslust en de levenskracht van het nieuwe Antwerpen verdringen onmeedoogend de overblijfselen der oude stad.

fication du cours de ce fleuve et l'élargissement des quais, en 1880, on a coupé de longues et larges tranches dans les constructions de la plus ancienne ville. Plusieurs des rues les plus caractéristiques ont ainsi disparu. Les exigences de la circulation et de l'hygiène en ont fait rectifier élargir et enlaidir d'autres. La prospérité croissante de la nouvelle ville, le besoin d'air pur et de larges voies refoulent et compriment impitoyablement les restes de l'ancien Anvers.

Uit eerbied voor het welbemind heengaande of reeds heengegane vaderoord, om nog eens herop te wekken wat zij in vroeger dagen zoo bekoorlijk vonden en om alle vrienden van het kleurige, het eigenaardig Vlaamsche, genoegen te doen, hebben de inrichters van Oud-Antwerpen eene wijk der stad, zooals zij vroeger was, heropgebouwd met hare houten en steenen huizen, hare kronkelende Straten, hare grillige uithangborden, hare rijke of nederige, maar immer schoone woningen en

C'est par respect pour leur cité natale disparue ou en voie de disparaître, par le désir d'évoquer tant de choses qu'ils aimaient à voir jadis et que les amis des belles anciennes villes leur sauront gré de faire revivre, que les organisateurs du Vieil Anvers ont conçu et réalisé le projet de rebâtir cette place et ces rues de jadis, avec leurs façades en bois ou en pierre, avec leurs rues tortueuses, avec les caprices de leurs enseignes forgées, avec leurs

[p. 19]

HELLEBAARDIER
DER
XVI^e EEUW
HALLEBARDIER
DU
XVI^e SIECLE

[p. 20]

hare openbare gebouwen, meesterstukken van eigen kunst; zij hebben zorg gedragen, dat in die woningen de ambachten en neringen van vroeger eeuwen werden uitgeoefend, dat in openbare en bijzondere huizen, in winkels en herbergen de meubelen, de stoffecring der muren, de schikking van den huisraad in den trant der xvi^e eeuw gebeurden, dat de bewoners en hun dienstpersoneel de kleederen der voorouders droegen en dat de feesten van de gulden eeuw der oude stad in hare afbeelding met gelijken glans als over driehonderd jaar werden gevierd.

demeures riches ou humbles, mais toujours intéressantes à voir, avec leurs édifices publics, monuments de l'ancien art flamand. Ils ont eu eusoin de faire exécuter dans ces anciennes maisons les métiers et les industries d'autrefois, de les faire garnir des meubles et des ustensiles du xvi^e siècle, de faire porter par les occupants le costume de jadis, et de ressusciter dans ce quartier les belles et joyeuses fêtes, qui jetèrent un si brillant éclat sur l'époque de la plus grande prospérité de l'ancienne ville.

[p. 21]

Uithangbord:
In Brabo,
J. Haeseldonckx,
Merckt.
Enseigne:
ABrabo,
J. Haeseldonckx,
Marché.

Uithangbord:
In Sint Elisabeth,
Gravin Jeanne de Merode,
Merckt.
Enseigne:
A Saint Elisabeth,
Comtesse Jeanne de Merode,
Marché.

[p. 22]

B. - De bloei der stad in de
xvi^e eeuw
B. - La prosperite de la ville
au xvi^e siècle

In de xvi^e eeuw bereikte de stad Antwerpen het hoogste punt van bloei, dat zij kende in de tijden, welke de onze voorafgingen; zij was toen, na Parijs, de grootste gemeente van Noord-Westelijk Europa. Rond het jaar 1500 verliep de handel van Brugge naar hier en gedurende de zestig eerste jaren der eeuw groeide hare welvaart gestadig aan.

Au xvi^e siècle, la ville d'Anvers atteignit le plus haut point de prospérité qu'elle connût avant notre époque. Elle était, après Paris, la commune la plus importante du Nord-Ouest de l'Europe. Vers 1500, le commerce abandonna Bruges pour se fixer ici et, pendant les soixante premières années du siècle, son importance s'accrut continuellement. Elle devint le grand centre d'affaires du Nord. Les principales nations y avaient établi leurs factoreries. A la Bourse se contractaient les emprunts des souverains étrangers. Le nombre des vaisseaux qui, au dire des historiens, remontaient journellement le fleuve, semble fabuleux.

Zij werd de groote wereldmarkt van het Noorden. De voornaamste vreemde natiën hadden hier hunne factorijen of gemeenschappelijke handelskantoren. Op de Beurs werden de leeningen voor de vreemde vorsten gesloten. Fabelachtig klinkt het getal der schepen, welke dagelijks de Scheide opvoeren.

[p. 23]

Nijverheid en Kunst bloeiden niet minder dan de Handel in de Scheldestad. Hare gouden zilversmederijen, hare diamantslijperijen, laken- en tapijtweverijen waren wijd en zijd beroemd. Niet alleen nam zij Brugge's plaats als eerste haven der Nederlanden in, maar ook volgde zij hare voorgangster op als zetel der Vlaamsche schilderschool. Beeldhouw- en Bouwkunst brachten er meesterwerken voort. De Wetenschap stond er in hooge eer en de Drukkunst, haar voornaamste handlangster, bereikte er een ongemeenen trap van volmaaktheid. In de tweede helft der eeuw werkte daar Christoffel Plantijn, de grootste drukker van zijnen tijd. Zijn huis, dat nog een der pronkstukken van Antwerpen uitmaakt, was in zekeren zin de zetel eener Academie voor Letteren en Wetenschappen; daar werd het eerste woordenboek der Nederlandsche taal voorbereid en uitgegeven, daar werd ook het reusachtig werk, de veeltaligo Bijbel, opgevat en uitgevoerd.

L'Industrie et les Arts n'y florissaient pas moins que le Commerce. Les ateliers de ses bijoutiers, de ses orfèvres, de ses polisseurs de diamant, de ses tisserands de draps et de tapis étaient renommés au loin. Non seulement, elle succéda à Bruges comme port de mer, mais encore comme siège de l'école flamande de peinture. Ses sculpteurs et ses architectes produisaient des chefs-d'oeuvre. Les Sciences y étaient en honneur, et la Typographie, leur principale auxiliaire, s'y développa d'une manière prodigieuse. Dans la seconde moitié du xvi^e siècle, Christophe Plantin, le plus grand imprimeur de son temps, y travailla. Sa maison, qui forme encore un des joyaux de la ville, était en quelque sorte une Académie des Lettres et des Sciences. Là se rédigea et se publia le premier dictionnaire de la langue néerlandaise; là fut préparée et imprimée l'oeuvre colossale de la Bible polyglotte.

Vers 1500, on mit la dernière main à la

[p. 24]

Rond 1500 werd de laatste hand gelegd aan het trotsche gebouw der Hoofdkerk, en in 1518 werd haar toren, die nog immer de bewondering van landzaat en vreemdeling wekt, voltrokken. In 1491, waren de grondvesten van Sint-Jacobskerk gelegd, en gedurende een goed deel der xvi^e eeuw werkte men aan dien prachtigen tempel voort. De Vleeschhal werd begonnen in 1500, het Steen werd herbouwd in 1520, de Beurs in 1531, het Stadhuis in 1561, het Oosterschhuis werd voltooid in 1564. Door het maken der stadswallen in 1542-1556, was de stad een der sterkste vesten van Europa geworden. Een harer burgers, Gilbert van Schoonbeke, had van 1540 tot 1555 geheele wijken herbouwd en had er in groote mate toe bijgedragen om Antwerpen het uitzicht te geven, dat het tot voor een dertigtal jaren behield.

grandiose Cathédrale, dont la tour, qui excite l'admiration du monde entier, fut terminée en 1518. En 1491, on avait jeté les fondements de l'église Saint-Jacques, et, pendant une bonne partie du xvi^e siècle, on travailla à l'achèvement de ce temple superbe. La grande Boucherie fut commencée en 1500; le Steen, l'ancien château, fut réédifié en 1520; la Bourse, en 1531; l'Hôtel-de-Ville, en 1561; la Maison Hanséatique fut fondée en 1564. Par la construction des nouvelles fortifications, en 1542-1556, la ville devint une des places les plus fortes de l'Europe. Un Anversois, Gilbert van Schoonbeke, rebâtit, de 1540 à 1555, des quartiers entiers et contribua beaucoup à donner à sa ville natale l'aspect qu'elle conserva jusqu'à nos jours.

Terzelfder tijd als de belangrijkste kerkelijke en wereldlijke gebouwen ten allen kante

En même temps que les édifices publics et privés surgissaient de tous côtés, la noblesse et la riche bourgeoisie construisirent de somptueuses demeures dans les principales

[p. 25]

oprezen, werden in de voornaamste straten der stad prachtige woningen van edellieden en aanzienlijke burgers opgetrokken. In plaats van de houten gevels, welke vroeger overal te zien waren, werden nu gevels in hard- of baksteen gemetseld. Binnen en buitenshuis, gaven zich op allerlei wijze de welvaart en de zin voor kunst en pracht der inwoners lucht.	rues. Au lieu des façades en bois que l'on rencontrait encore de toutes parts, s'élevèrent des façades en briques et en pierre de taille. L'interieur, autant que l'extérieur, des maisons dénotait partout la prospérité des habitants et leur amour de l'art et du luxe.
De Florentijn Lodovico Guicciardini, een ooggetuige dier weelde, schrijft in 1566: ‘De mannen en vrouwen van Antwerpen kleeden zich zeer fraai naar hunnen Staat en vermogen, immer in nieuwe en schoone dracht en dikwijls rijker en prachtiger dan passend is. Elk oogenblik ziet men er bruiloften, banketten, dansen; men koort er ten allen stonde de klanken van muziektuigen, zangen en vroolijke tonen; in een woord, langs alle zijden en op alle wijzen vertoonen zich de rijkdom, de macht, de praal en de luister dezer stad.’	Le Florentin Lodovico Guicciardini, témoin oculaire de cette prospérité, écrivit en 1566: ‘Les hommes et les femmes de tout aage se habilent fort bien selon leur faculté et estat: et tousjours à nouvelles et belles façons, mais plusieurs beaucoup plus richement et plus pompeusement que la civilité et honnesteté ne requiert. L'on y voit à toute heure nopces, convives, danses, l'on y oit de tous costez le son de tous instrumens, chants et bruits joyeux: bref, par tous endroits et par toutes voyes apparoist la richesse, la puissance, la pompe et la splendeur de la ville.’
Het zoo weelderig bloeiende Antwerpen	Anvers, au xvi^e siècle, fut la dernière et suprême floraison des communes flamandes,

[p. 26]

der xvi^e eeuw, was de laatste en glansrijkste bloem ontloken op den grond, die er zoovele heerlijke gedragen had, en waar, in tijd van vrede en rust, de burgerij gewerkt had aan het vestigen harer gemeenten op de grondslagen van Vrijheid en Kunst, van Handel en Nijverheid.

de ces villes où s'était concentré et s'épanouit tout ce qui fait la force et la gloire des cités. Elles s'enrichirent par le Commerce et l'Industrie des habitants; elles grandirent par leur courage et par leur amour de l'indépendance; elles s'illustrèrent par les Sciences et par les Beaux-Arts.

C. - De feesten in Antwerpen
gedurende de xvi^e eeuw
C. - Anvers en fête au
xvi^e siècle

Van in de middeleeuwen waren de Vlaamsche gewesten de rijkstevan westelijk Europa, die waar de vlijt en het vernuft der burgers de Steden het meest verrijkten en het leven veraangenaamden. Toen de hertogen van Burgondië de heerschappij over deze

Dès le moyen âge, les contrées flamandes furent les plus riches de l'Europe, celles où l'activité et l'intelligence de la bourgeoisie créaient les villes les plus florissantes et les plus abondamment pourvues des agréments de la vie. Lorsque les ducs de

[p. 27]

BURGERSVROUW
der
XVI^e EEUW
BOURGEOISE
du
XVI^e SIÈCLE

[p. 28]

landen hadden verworven, voerden zij hier de prachtlievende gewoonten in, die hunne hofhouding kenmerkten. De openbare feestelijkheden groeiden insgelijks aan in getal en in luister. De xvi^e eeuw ontrolt voor ons oog een lange reeks plechtigheden van allerlei aard. Geen tijdperk onzer geschiedenis telde meer dagen van jammer en nood, van oproer en oorlog; maar niet zoohaast brak er een tijd van vrede aan, of langs de Straten waar gisteren nog moord en brand woedden, weerklonken op nieuw de tonen van vreugde en feestgewoel.

Bourgogne devinrent les souverains du pays, ils y introduisirent les habitudes de luxe et de faste qui régnaient à leur cour. Les fêtes publiques se multiplièrent et se firent de plus en plus somptueuses. Le xvi^e siècle vit se dérouler une longue série de solennités de tout genre. Nulle époque ne fournit à nos annales plus de jours d'angoisse et de détresse, de guerre et de révolte; mais, aussitôt que la paix et l'ordre réapparaissaient, les rues où, hier encore, sévissaient l'incendie et le meurtre, retentissaient des accents de joie et de fête.

Elke wijziging in onzen politieken toestand gaf aanleiding tot een Blijde Intrede met al den praal bij die gelegenheden ten toon gespreid. Toen Philips de Schoone, hertog van Burgondië en gemaal van Joanna, koningin van Spanje, in 1506 overleden was, werd zijn zoon Karel, de latere Keizer Karel, erfgenaam onzer landen. Gedurende zijne minderjarigheid werden zijne voogdij en de heerschappij over de

Tout changement dans notre situation politique donna lieu à une Joyeuse Entrée, qu'accompagnait le fastueux appareil usité en ces circonstances. Lorsque Philippe-le-Bon, duc de Bourgogne et mari de Jeanne, reine d'Espagne, mourut en 1506, son fils Charles, qui plus tard fut l'empereur Charles-Quint, hérita de nos contrées. Durant sa minorité, sa tutelle et le gouvernement de ses États furent

[p. 29]

Burgondische gewesten aan zijne tante Margaretha van Oostenrijk opgedragen. Deze werd, den 21^en Juni 1507, plechtig ingehuldigd te Antwerpen. Den 17^n September 1508, bezocht keizer Maximiliaan met den jongen prins Karel, zijnen kleinzoon, de stad. Toen de prins den 23^n Januari 1515 meerderjarig verklaard was, aanvaardde hij de regeering en deed hier zijne Blijde Intrede den 12^n Februari daaropvolgende. Toen hij in 1520 keizer van Duitschland was gekozen, werd hij hier triomfantelijk ingehaald den 23^n September van dit jaar. Zijn opvolger, Philips II van Spanje, werd den 11^n September 1549 plechtig ontvangen. Gedurende de onlusten, die de opstand onzer provinciën in de tweede helft der xvi^e eeuw verwekte, volgden de stadhouders en vorsten elkander snel op. In 1578 deed Willem van Oranje, de aanvoerder van den weerstand tegen Spanje, hier zijne intrede; hetzelfde jaar was hij voorafgegaan door

confiés à Marguerite d'Autriche. Cette princesse fit son Entrée Solennelle à Anvers, le 21 juin 1507. Le 17 septembre 1508, l'empereur Maximilien, accompagné du jeune prince Charles, visita la ville. Lorsque le prince fut déclaré majeur, le 23 janvier 1515, il accepta la souveraineté et fit sa Joyeuse-Entrée le 12 février suivant. En 1520, après avoir été élu empereur d'Allemagne, il fut inauguré ici le 23 septembre de la même année. Son successeur, Philippe II, fut reçu solennellement le 11 septembre 1549. Pendant les troubles causés par la révolte des Pays-Bas contre l'Espagne, dans la seconde moitié du xvi^e siècle, les gouverneurs et les souverains se succédèrent rapidement. En 1578, l'archiduc Matthias d'Autriche, le souverain nouvellement élu, fit son Entrée. La même année, ce fut le tour de Guillaume d'Orange, le chef de la résistance à l'Espagne. Après l'abdication de Mathias, le duc d'Alençon, proclamé à sa place, fut inau-

[p. 30]

aartshertog Mathias van Oostenrijk, den gekozen souverein. Toen deze was afgetreden en de hertog van Alençon in zijne plaats tot vorst der Nederlanden uifgeroepen, werd hij op zijne beurt in 1582 hier gehuldigd. In 1585 viel onze stad, hct laatste weerstandspunt van Zuid-Nederland, op nieuw onder de heerschappij van Spanje en werden onze gewesten door dezes landvoogden bestuurd. De opvolger van den overwinnaar Alexander Farnees, hertog van Parma, was de aartshertog Ernest, die hier in 1594 werd ingehaald. Na zijnen dood werden onze landen aan 's konings dochter Isabella en haren gemaal den aartshertog Albertus afgestaan, die hier in 1599 hunne Blijde Intrede op glansende wijze vierden.

guré en 1582. En 1585, la ville d'Anvers, le dernier point de résistance des Pays-Bas méridionaux, tomba au pouvoir des Espagnols. L'archiduc Ernest, successeur du général vainqueur, Alexandre Farnèse, duc de Parme, y fit son entrée en 1594. Après sa mort, nos provinces furent cédées à la fille de Philippe II, l'archiduchesse Isabelle et à son époux l'Archiduc, Albert, qui furent inaugurés avec grande magnificence en l'an 1599.

Niet alleen de inhuldiging der vorsten en landvoogden gaf aanleiding tot feesten en optochten, elk jaar trok met kermistijd een half wereldlijke half kerkelijke ommegang door de Straten. Buitendien werd geene gele-

Non seulement l'entrée dessouverains et des gouverneurs donnait lieu aux fêtes et cortèges; mais, chaque année, à l'époque de la kermesse, des cavalcades et des processions, mi-partie religieuses, mi-partie civiles, parcouraient les rues. Nulle occasion n'était négligée pour organiser des réjouissances publiques. Lorsqu'en 1520, Albert Durer fut conduit par les peintres à leur salle de réunion; lorsqu'en 1556, Philippe II présida le Chapitre de la

[p. 31]

genheid verwaarloosd om praalstoeten en optochten in te richten. Toen in 1520 Albrecht Durer door de leden der Lucasgilde naar hun Kamer geleid werd; toen in 1556 Philips II het kapittel van het Gulden Vlies in Onze-Lieve-Vrouwekerk hield; toen in 1561 het beroemde Landjuweel, door de rederijkkamer der Violieren ingericht, werd gehouden; toen in 1570 Franciscus Sonnius, de eerste bisschop werd ingehaald, gebeurde dit telkens met groote pracht en plechtigheid.	Toison d'Or tenu dans la Cathédrale; lorsqu'en 1561, les membres de la Giroflée et leurs invités, les rhétoriciens des villes brabançonnes, furent reçus; lorsqu'en 1570, François Sonnius, le premier évêque, fut installé, ce fut avec grande pompe et solennité qu'ils traversèrent nos rues.
Voegen wij er nog bij, dat in sommige dezer en in andere gelegenheden op onze openbare plaatsen en merkten tornooien en steekspelen werden gevierd, dat alsdan in de Straten en op de pleinen triomfbogen, praaltooneelen, zuilengangen werden opgericht, dat des avonds vreugdevuren werden aangestoken, en men zal zich een denkbeeld kunnen maken van de pret en de praal, waarop onze	Ajoutons encore qu'en toutes ces circonstances, et en mainte autre, on exécutait des tournois et des carrousels, que nos rues et places publiques étaient décorées d'arcs de triomphe, de scènes et de portiques, que, le soir, des feux de joie étaient allumés de toutes parts, et l'on pourra se faire une idée des fêtes dont nos ancêtres se régalaient eux-mêmes et leurs invités.
	Il entre dans le plan de la Commission du Vieil Anvers de célébrer toutes ces solennités graves ou joyeuses, avec l'éclat que le

[p. 32]

voorouders zich zelven en hunne bezoekers onthaalden.
Die feestelijkheden binnen de wijk van Oud-Antwerpen op nieuw te vieren in al hunnen glans en eigenaardigheid ligt in het plan der Commissie en dit, hoopt zij, zal een der groote aantrekkelijkheden vormen dezer heropwekking van het verleden.	xvi^e siècle aimait à leur donner. Elle est convaincue que cette partie de son programme formera un des grands attraits de l'évocation du passé qu'elle a entreprise.