Schriftuurlyke gezangen, gerijmt, en op nieuwe zangwijzen gesteld
(1702)–Reynier Rooleeuw– AuteursrechtvrijStem: O Heilig, Zalig Bethlehem. Of aldus.1.
Geen ding het hart zoo zeer verbind
Aan uwe Liefd’, O Hemels Koning,
Als dat het daaglijks ondervind
De blijken van uw gunstbetoning.
2.
Noyt word van ons genoeg bedacht,
(Om ’t hart tot U te doen ontvonken)
Wat Gy aan ’t menschelijk geslacht
Al Zaligheden hebt geschonken.
| |
[pagina 238]
| |
3.
Ach! Heer, Gy zijt op aard geweest
Een milden uytvloed van genaden;
Elk laafde Gy na lijf en geest,
Door ’t rijk genot van Uw weldaden.
4.
Gy hebt hier geen verlegen hert
Oyt zonder troost van U gewezen;
Maar elks ellenden, lighaams smert
En qualen vriendelijk genezen.
5.
De zondaar (als ’t gekrookte riet,
Of als een lemmet, dat noch rookte)
Verdelgde Gy, O Heere, niet,
Gy, die Hem tot berouw aanstookte.
6.
Uw Liefde, tot ons aller nut,
Zocht de verdoolde te bewaren;
Ia riep s’, om onder het beschut
Van uwe vleugels te vergaren.
7.
O Heyl-fonteyn voor ons gemoed!
Want uyt het bloed van U vergoten
Quam uwe Liefd’ in overvloed,
Gelijk een stroom op ons gevloten.
8.
Ons hart, o Goedertieren Heer,
Rondom van uwe Liefd’ omvangen,
Acht zich verplicht, om eeuwig weer
Met wederliefd’ U aan te hangen.
|
|