Schriftuurlyke gezangen, gerijmt, en op nieuwe zangwijzen gesteld
(1702)–Reynier Rooleeuw– Auteursrechtvrij
[pagina 235]
| |
Stem: Van de Lofzang van Maria, of van Simeon. Of aldus:1.
Kom, Iesus, waarde Heer,
Daal in mijn ziele neer;
Genaak mijn geest van binnen:
Op dat ik van de zond
Gereinigt in mijn grond,
U vurig mag beminnen.
2.
O Volheid alles goeds!
O Zonne mijns gemoeds:
| |
[pagina 236]
| |
O Iesus, mijn Beminde,
Zend in mijn ziel een blik
Uws klaarheids, op dat ik
U zoek, en U ook vinde.
3.
O waare ziele-rust!
O Bron van alle lust!
O Rijkdom van genade,
Geef, dat ik om uw Min
En kennis, al ‘t gewin
Des werelds acht voor schade.
4.
O maak my los van d’aard,
En trek my Hemelwaard;
Op dat ik all’ mijn dagen,
Als een getrouwe knecht,
Heel aan uw dienst gehecht,
Mijn hart U op mag dragen.
5.
O Zoete slaverny!
Wie is’er meerder vry,
Dan die voor U gebogen,
U hier in hoop geniet:
d’Aanstaande vryheid ziet
Met geestelijke oogen.
6.
Kom, waarde Iesus, kom,
Mijns zieles Bruydegom;
Gy hebt s’ aan U verbonden.
Geef, dat ik mijne trouw
Onbreeklijk vast behouw,
En noit bevlek door zonden.
| |
[pagina 237]
| |
7.
O Heer, schoon ik noch vast
Moet zijn aan ‘s lighaams last,
Mijn geest, tot U verheven,
Haak na dien blijden dag,
Dat zy verheerlijkt, mag
In vreugde by U leven.
|
|