Schriftuurlyke gezangen, gerijmt, en op nieuwe zangwijzen gesteld
(1702)–Reynier Rooleeuw– AuteursrechtvrijStem: De Nachtegaal met zoeten toon, Zijnde een Canon met 3 stemmen. Ook met 2 versen op de stem van Psalm 127.1.
Elk mensch had gaarn geluk en vree,
Bevrijd van alle ramp en wee,
Op aard, en in den Hemel mee.
2.
Dit wenscht men vast elkander toe.
’t Goedwenschen wordmen nimmer moe.
Waar toe ik ook het mijne doe.
| |
[pagina 188]
| |
3.
Een yder zijne tong ontsluyt,
En spreekt dit aangenaam geluyd;
Geluk, O Bruydegom en Bruyd.
4.
Ik zeg het ook, als wel gedaan:
Maar kund gy zoo ’t geluk ontfa’en,
Zo komt gy gy daar gemak’lijk aan.
5.
Maar ’t middel weinig word bedacht
In ’t wenschen, van de meeste kracht,
Waar door ’t Geluk word toegebracht.
6.
Dat is de Deugd en Heiligheid,
Van Godes Zoon ons voorgeleid,
In Leer en Leven uytgebreid.
7.
Dit is alleen de rechte baan,
Waar langs men, zonder stille staan,
Moet na ’t gelukkig leven gaan.
8.
Ik wensch U dan, vereende Ieugd,
Te trachten na de ware Deugd,
De weg tot waar geluk en vreugd.
9.
De wereld zal u wonder zoet
Voorstellen all’ haar poppe-goed,
Om te verlokken uw gemoed.
10.
Zie toe, dat zy u niet verdooft;
Want daar in zy geluk belooft,
Zy van het waar geluk berooft.
| |
[pagina 189]
| |
11.
Wat zijn haar goed’ren? ydelhe’en;
Waarom zy word van yder een
Gevleid, gevrijd, en aangebe’en.
12.
Zy bied u wellust, eer, en schat.
Zie toe, dat gy daar niet na vat:
Het lokt en leid van ’s Hemels pad.
13.
Trek dan uw zinnen van der aard:
Gewen, en stiertze Hemelwaard.
Daar word geluk voor u gespaard.
14.
Wat wensch ik u voor ’t laatst noch meer?
Alzo te trouwen in den Heer,
Dat gy noyt wijkt van zijne Leer.
15.
Dat gy in ’t goed’ elkander mind;
U t’saam, maar meer aan God verbind:
Die zy alleen uw liefste Vrind.
16.
Ik dan u eerst gelukkig houw,
En roem dan zalig uwe Trouw,
Die u nu maakt tot Man en Vrouw.
|
|