Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] II Stil... in de wording die de tijden vult, wordt verhuld-onthuld nieuwe ontgording, komt nieuwe diersoort op tusschen d' andere dieren, heeft alléén van hen allen opwaartschen gang, alléén van hen lacht en weent het om pijn en pleizieren, rangschikt getallen, vindt voor dingen een naam. Opgedreven uit 's kosmos diepte de mensch. Hij staat en gaat met het alzijn verweven, in stroomende golven van cosmisch leven gebaad. Deel der natuur is de mensch; van geen der wetten, die werken in 't Al, ontheven, alle stroomen zij door hem heen. Maar zij krijgen in hem een ander gezicht, vol vrijheidsgeflonker, of een kind treedt uit donker in 't zonnelicht. Vorige Volgende