aantal uren te arbeiden, dan wordt den ondernemer de konkurrentie onmogelijk gemaakt, en het bedrijf wordt in den grond omgewenteld, wordt tot fabrieks-industrie gemaakt.
Bedenk ook wat regeling van alle arbeid beteekenen zou voor de klasse der dienstboden, die voor een zeer groot deel uit vrouwen bestaat. Voor deze heerscht thans absolute willekeur in de bepaling van den arbeidsdag; of zij afgesjouwd worden of niet, hoeveel vrije tijd zij genieten, dat hangt alles geheel van den wil van hun meesters af. Een vaste werkdag, wettelijk vastgesteld, ware voor hen een groote weldaad.
Een andere eisch van de sociaal-demokratie is: ‘Regeling van den vrouwen-arbeid op den voet van gelijkheid van loon bij gelijke arbeid, en in verband met de lichamelijke gesteldheid.’ Dit beteekent dus niet alleen, dat de tegenwoordige toestand zou ophouden, waarbij een vrouw in de meeste gevallen minder verdient dan een man al verricht zij volkomen hetzelfde, maar ook, dat de vrouw beschermd zou worden in haar gezondheid, en mèt haar de kinderen die zij ter wereld brengt. Vrouwen arbeiden thans in de meeste landen in allerlei takken van bedrijf, die niet alleen een nadeelige invloed hebben op haar lichaam, maar ook op het kind dat zij verwachten. Enkele voorbeelden slechts. - Bij de kinderen der arbeidsters in de loodwit-fabrieken komen 60 pCt. miskramen voor; ditzelfde cijfer geldt voor de arbeidsters in kwik- en arseniker-fabrieken. De sterfte onder de levendgeboren kinderen dezer arbeidsters bedraagt bij de loodwit-arbeidsters 45 pCt. en bij de kwik-arbeidsters 65 pCt. En onlangs bleek het dat in de vlas-fabrieken in Gent, van de kinderen der bij het vlas-hekelen werkzame vrouwen ook slechts 35 pCt. in het leven bleven; Van andere beroepen, die hetzij voor de vrouw, hetzij voor de menschelijke vrucht de nadeeligste gevolgen hebben, noem ik nog slechts de sigarenen de lucifers-fabrieken. Van 7 arbeiders, van de lucifers-fabrieken te Breda, die tengevolge van phosphorus-vergiftiging aan ernstige ziekten, en afschuwelijke verminkingen van het aangezicht leden, waren er vijf vrouwen.
Wanneer bewezen wordt dat de arbeid in deze industrieën, of in eenige van hen, door geen voorzorgs-maatregelen zoo geschikt kan worden, dat hij zijn nadeeligen invloed verliest, dan is er natuurlijk slechts één gedragswijze voor een gemeenschap, die het welzijn van haar leden en het welzijn van een volgend geslacht, hooger stelt dan het winst-behalen van een enkele klasse, nl. de arbeid in deze vakken te verbieden aan degenen die er schade door lijden. De ongelukkige vrouwen die dit werk toch opnemen, wetend wat de gevolgen er van zijn, doen dit alleen door de nood gedwongen om hun brood te verdienen; de gemeenschap, die hun dit werk afneemt, is natuurlijk verplicht hen op een andere wijze te helpen.