Het feminisme.
De ontevredenheid over 't maatschappelijk onrecht dat hun wordt aangedaan, heeft geleid tot een beweging onder de vrouwen om wettelijke en ekonomische gelijkstelling te verkrijgen: het feminisme of de beweging voor vrouwen-rechten. We hebben gezien, dat de oorsprong van dien strijd niet is het verlangen naar een ideale gelijkheid, maar de nood die het wenschelijk voor hen maakt deze gelijkheid te verkrijgen. In theorie strijden de feministen voor opheffing van alles wat die gelijkstelling in den weg staat; in de praktijk echter ontaart dit dikwijls in regelrechten strijd tegen 't mannelijk geslacht. En dit kan niet anders, want een groot aantal mannen zien in de achterstelling der vrouw, haar oppervlakkiger opvoeding, uitsluiting uit sommige vakken en beroepen, enz. een voordeel; het is een soort monopolie dat zij in die vakken bezitten, en de opheffing daarvan, voorzien zij, zou hun den strijd om 't bestaan zwaarder maken, door de konkurrentie te vergrooten. Het zijn dus grootendeels ekonomische gronden, die het de vrouw moeilijk maken in nieuwe vakken en beroepen binnen te dringen; het is niet uit aangeboren blinde heerschzucht, dat de man zich verzet tegen de toenemende vrouwen-arbeid, het is omdat de betrekkelijke overproduktie op ieder gebied hem bevreesd maakt voor deze nieuwe konkurrentie, aan wie hij een deel van zijn verdienste moet afstaan. En dit wordt niet onder stoelen of banken gestoken. De Pruisische Landdag b.v. verbood in '86 de toelating van meisjes tot de gymnasium en gaf als reden op hoe de bestaans-strijd nog zou worden verzwaard, wanneer ook vrouwen zich voor geleerde beroepen bekwaamden. In Noord-Amerika daarentegen, waar dat teveel aan geestelijken arbeids-kracht niet bestaat, of minder groot is, hebben de vrouwen weinig moeite gehad om tot allerlei betrekkingen door te dringen; en in Rusland werd reeds vóór 1880 een universiteit in de medicijnen voor vrouwen
opgericht; daar vormden zich tusschen '82 en '92 bijna een duizendtal vrouwelijke artsen: de reden waarom vrouwen-studie in dit, in menig opzicht zoo achterlijk land, werd aangemoedigd, is niet ver te zoeken: er was groot gebrek aan artsen op het platteland.
In spijt van bezwaren en moeilijkheden, dringen de feministen voortdurend op naar het doel, en is de wettelijke gelijkstelling der vrouw, van veroveren van 't kiesrecht, van toelating tot alle scholen en beroepen, enz. slechts een kwestie van tijd. En dit is geen wonder, want het doel