De weg tot eenheid
(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend
[pagina 45]
| |
II. De krisis in het kommunismeA. De ontaarding der Kommunistische InternationaleZoowel de leidende gedachte als de bouw en de werkmethoden der Kommunistische Internationale vloeien met onverbiddelijke konsekwentie voort uit haar historisch uitgangspunt, dat is uit de omstandigheden, waaronder zij werd opgericht, en uit de gebeurtenissen, die haar van den dag van haar oprichting af hun stempel diep hebben ingedrukt. Zij werd opgericht kort na het einde van den wereldoorlog; de oprichting geschiedde in de hoofdstad van Sowjet-Rusland. Vier jaar lang had het wapengeweld over de aarde gewoed; had het, als voornaamste methode van politieke aktie, alle andere middelen en wijzen van staatkundige aktiviteit in zijn dienst gesteld. Geen wonder, dat aan het bewustzijn der massa's het geweld zich opdrong als het middel bij uitnemendheid, om het kapitalistisch stelsel, dat zulke bittere stroomen van bloed en tranen over de menschheid had uitgestort ten val te brengen. In de russische revolutie had het geweld tot een snelle, en naar aanvankelijk leek, tot een volledige overwinning gevoerd. Het succes van de staatsgreep, waardoor de bolchewiki de macht veroverden, scheen het bewijs te leveren, dat het gewapend ingrijpen van een kleine minderheid - wanneer het goed voorbereid is en op het juiste oogenbik geschiedt - een plotselingen omkeer in de klasseverhoudingen van een groot land kan teweegbrengen. Het scheen, of eens en voor goed de proef geleverd was van de juistheid der theorie, die de gewelddadige verovering der staatsmacht en de vestiging der proletarische diktatuur als de voornaamste voorwaarden tot invoering der socialistische produktie en de opheffing | |
[pagina 46]
| |
der klasse-tegenstellingen beschouwt. In de eerste jaren na den oorlog was ongetwijfeld in geheel Midden- en Oost-Europa een revolutionaire situatie aanwezig. Overal had de wereldoorlog het kapitalistisch stelsel verzwakt, ondermijnd, ontwricht, alhoewel niet overal in gelijke mate. Zoo slechts aktieve, onversaagde, goed gedisciplineerde en goed geleide partijen in die landen, waar de verzwakking en ontwrichting het grootst waren, op de voetsporen der bolchewiki den greep naar de macht waagden, dan moest, meenden de revolutionairen, het kapitalisme onder hun slagen bezwijken. Van die landen uit zou de wereldrevolutie dan, op andere overslaande, haar zegevierenden loop voortzetten. De leiders der Derde Internationale geloofden bij haar oprichting onvoorwaardelijk aan het uitbreken der wereldrevolutie op korten termijn. Hun dubbele taak was het, dat uitbreken te verhaasten èn zich voor te bereiden, om de revolutie te leiden. Dit eischte de historische ontwikkeling van hen; en zij gaf hun maar weinig tijd. Zoowel de organisatie als de arbeidswijze der partijen van de K.I. moesten ingericht worden op het vervullen van die taak; hun leden moesten gereed gemaakt worden, om als ‘soldaten der revolutie’ op te treden. Groote centralisatie en strenge tucht waren hiertoe even noodzakelijk als sterke wilsspanning, hoog opgevoerd zelfbewustzijn en absoluut vertrouwen in de leiders. De Kommunistische Internationale kon in de eerste jaren van haar bestaan vergeleken worden met een militair instituut, dat in een korte rustpoos tusschen twee kampagnes jonge lieden met den grootst mogelijken spoed opleidt tot bevelvoerders en tot kader van een ontzaggelijke legermacht, die weldra in het veld zal moeten komen. In die jaren trokken de kommunistische partijen zeer uiteenloopende elementen aan. Een keurbende van aktieve en strijdbare idealisten uit de arbeidersklasse en uit de intellektueelen kwam | |
[pagina 47]
| |
tot hen. Zij die kwamen, waren bereid om, de voetsporen van tallooze russische strijders, van Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht, Leviné en van zoovele anderen volgend, al hun kracht, hun vrijheid en hun leven, op te offeren voor de verlossing der menschheid. Natuurlijk kwamen er ook, gedreven door minderwaardige motieven, door wrok en haat, wraakzucht en afgunst; aanvankelijk echter waren deze zeker in de minderheid. Nooit heeft een beweging edeler menschelijke hartstochten in beweging gebracht, - de hartstocht om aan onrecht en dwang in alle landen een einde te maken, om brood, vrijheid en geluk voor alle menschen te veroveren, - dan de Kommunistische Internationale dit deed in den eersten tijd van haar bestaan. Het gevoel dat doeleinden, die tot voor korten tijd in onzekere verten geschemerd hadden, plotseling dichtbij gekomen waren, - zóó dichtbij dat het scheen, als had men slechts met alle macht te willen om ze te verwezenlijken, - dat gevoel vuurde alle revolutionairen tot de grootste krachtsinspanning aan. Maar reeds na enkele jaren werd duidelijk, dat de perspectieven, waaronder de Kommunistische Internationale opgericht was, niet overeenstemden met de werkelijkheid. Wèl teisterden vreeselijke kwalen nog het lichaam der maatschappij. Wel vertoonde dit telkens weer nieuwe wonden, maar toch werden de eerste symptomen van beginnend herstel zichtbaar. En allengs schreed het kapitalisme, geholpen door de sociaal-demokratie en de moderne vakbeweging, op den weg van dat herstel verder voort. De bezetting van het Roergebied in '23 was de laatste krisis, die het gevaar van nieuwe bloedige gebeurtenissen vlakbij deed oprijzen. Nadat deze krisis overwonnen was, effenden de levenswateren zich, allengs werden hun troebele vloeden helderder. Het eene land voor, het andere na, kwam de inflatie zijner valuta te boven; | |
[pagina 48]
| |
de vreeselijke nood der massa's in Centraal- en Oost-Europa nam een weing af. Het kapitalisme, dat zich weer sterk ging voelen en zijn zelfvertrouwen bij den dag meer terug kreeg, toog vol energie aan het werk: de groote beweging tot het verminderen der produktiekosten en het op peil houden der winsten begon, die tot haar voornaamste hulpmiddelen bedrijfsrationalisatie en kartelvorming heeft. In 1921, het beginjaar van den grooten keer, was het totaal uitgeputte Sowjet-Rusland genoodzaakt om, op straffe van ondergang, de poging te staken het socialisme in zeer korten tijd door dwang-van-boven te verwezenlijken. Het ‘oorlogskommunisme’ werd opgegeven en een nieuwe koers ingeslagen, in de hoop het doel langs een omweg te bereiken. Lenin, die den eersten tijd na de revolutie had geloofd, dat de omzetting van Rusland in een socialistische gemeenschap binnen enkele jaren zou kunnen geschieden, kwam terug op zijn overmatig optimisme. De groote leider der russische revolutie begreep, dat de invoering van de N.E.P. tot een langdurige worsteling tusschen de socialistische en de kapitalistische elementen in de staatshuishouding moest leiden, eene, waarvan de uitkomst voorloopig niet viel te voorspellen. Het internationaal kommunistisch kongres van '21 moest symptomen konstateeren van gedeeltelijk kapitalistisch herstel. Het erkende dat het gewijzigd perspektief der historische ontwikkeling veranderingen in den organisatievorm en de strijdwijze der kommunistische partijen noodig maakte. Reeds eenige malen had het tuchtelooze stormloopen van ongeduldige minderheden in verschillende landen tot nederlagen gevoerd, die de K.I. verzwakten en haar prestige verminderden. Om herhaling te voorkomen, werd de centralisatie versterkt, de banden der discipline werden nauwer aangehaald. De pogingen, om door front- | |
[pagina 49]
| |
aanvallen de macht in een of meer staten te veroveren, werden opgegeven tot de kommunistische propaganda dieper wortels gedreven zou hebben onder de massa's. Voor het oogenblik was de voornaamste taak: het vertrouwen dier massa's te winnen. Om de sektarische neigingen tegen te gaan, die in sommige partijen der K.I. opkwamen, werd het parool uitgegeven: ‘naar de massa's; dringt door in de massa's’. Later werd die zelfde gedachte nog konkreter en sterker uitgedrukt in de leus van het ‘eenheidsfront’. De kommunisten mochten niet afzijdig blijven van de massa's, ook niet wanneer deze reformistisch georganiseerd waren. Zij moesten met de reformisten te samen strijden, om de aanvallen der regeeringen en der werkgevers op de rechten en op den levensstandaard der massa's af te waren. En zij moesten aan de spits der massa's gaan, zoodra deze den strijd voor bepaalde eischen, al hadden deze niets revolutionairs, wilden wagen. In de leuze van het eenheidsfront werd de oude, ongetwijfeld juiste gedachte, van het Kommunistisch Manifest van Marx en Engels weer opgevat. Die leuze bedoelde de lijn aan te geven, waarlangs vruchtbare politieke aktiviteit ook voor kleine, radikaal-gezinde voorhoeden mogelijk is. Van de toepassing dezer leuze heeft het kommunisme echter, behoudens enkele uitzonderingen, niets terecht gebracht. Ten eerste was die toepassing van een ontzettende inkonsekwentie. Wat is al niet onder de ‘eenheidsfront’ - taktiek verstaan! Op hoeveel verschillende manieren is die taktiek niet geïnterpreteerd! Dat werkte in hooge mate verwarrend. En ten tweede verschafte het nieuwe parool oneindige gelegenheden tot intrigues en konkelarijen, tot bedrog en misleiding van mede-arbeiders en tot op de spits gedreven opportunisme. Niets heeft er in zoo hooge mate toe bijgedragen, het kommunisme in de oogen van millioenen arbeiders te diskrediteeren, | |
[pagina 50]
| |
als het misbruiken van het eenheidsfront om de organisaties waarmee werd samengewerkt te ondermijnen. Telkens opnieuw kwam aan het licht hoe de goede trouw, die de grondslag moet zijn van iedere samenwerking, zich met de beginselen der Derde Internationale niet verdraagt. Het lijkt ons hier de plaats, om bij die beginselen wat nader stil te staan. Enkel hij, die de geestelijke inzetting van het russische volk en de geschiedenis der revolutionaire beweging in Rusland kent, vermag het kommunisme der Derde Internationale, - die immers met het merk van den russischen geest gestempeld is - te begrijpen. De eigenaardige kracht van het russische denken ligt in de omstandigheid dat het zich voedt met de krachten van gevoel en wil. Politieke en sociale ideeën, die door den West-Europeaan koel zakelijk bekeken worden, die hem niet aanzetten tot daden, omdat zij buiten zijn gevoel en zijn wil omgaan, krijgen in Rusland òmwentelende kracht. Datgene wat de Rus voor waar houdt, wat hij geestelijk aanvaardt, dat bepaalt zijn levenshouding, hij poogt het in zijn leven te verwerkelijken. Denken, voelen en willen vormen in hem een samenhangend gebied, een eenheid. Deze innerlijke eenheid is de psychologische grond van de bovenmenschelijke offervaardigheid en den heldenmoed, die de russische vrijheidsbeweging in hare verschillende phasen en schakeeringen heeft gekenmerkt. Maar zij verklaart zoowel het gebrek aan kritisch inzicht, waarmee de Rus tegenover zijn idealen staat als zijn neiging om de idee waaraan hij gelooft tot elken prijs door te zetten en tot haar uiterste mogelijkheden te willen verwezenlijken. Zij helpt ons begrijpen hoe menschen met hooge zedelijke idealen, bezield door vurig verlangen, een einde te maken aan onderdrukking en onrecht en voor de menschheid de poorten naar het geluk te ontsluiten, het terrorisme aanvaardden en den politieken sluipmoord toepasten. | |
[pagina 51]
| |
Natuurlijk dragen ook de maatschappelijke omstandigheden tot de verklaring van deze raadselachtige tegenstrijdigheid bij. Het eeuwenlange onrecht, het russische volk door de lijfeigenschap aangedaan, en de ontzettende wreedheid, waarmee de geringste vergrijpen der lijfeigenen bestraft werden, zij deden in het volksbewustzijn een gevoel van wrok opkomen, waarvan men de kracht moeilijk kan overschatten. De opgehoopte gevoelens van wrok en wraakzucht, die in de massa's smeulden, maken niet slechts de wreedheden begrijpelijk, die bij alle russische boerenopstanden voorkwamen; zij vormen ook den gevoelsondergrond, waarop de bolschewistische revolutie, hoe ànders zij ook ideologisch was ingesteld, voor een groot deel gesteund heeft.Ga naar voetnoot1) De russische intellektueelen, die geslachten lang als de voornaamste dragers van den wil-tot-de-revolutie optraden, beleefden als machtelooze toeschouwers de vreeselijke volkskrenking, die de lijfeigenschap was. Dit maakte een wond in hun ziel, die nooit meer heelde, het bracht een innerlijke verscheurdheid te weeg. Behoorden zij tot een geslacht, dat zelf ‘zielen’ bezat, dan was die verscheurdheid natuurlijk nog erger.Ga naar voetnoot2) De revolutionaire intellektueel streed, om aan den nood der massa's een einde te maken, niet enkel uit meedoogen met hun droevig lot, maar ook omdat die strijd het eenige middel voor hem was, om de achting voor zijn eigen persoon te kunnen behouden of te herwinnen.Ga naar voetnoot3) Uit dezen gevoelsondergrond is de bijzondere bittere en scherpe inzetting van de russische revolutionairen tegenover de bevoorrechte klassen in Rusland verklaarbaar. Het russische marxisme droeg dien fellen klassehaat, welke. oorspronkelijk enkel tegen de grondbezittenden gericht | |
[pagina 52]
| |
was, ook over op de bourgeoisie in en buiten Rusland.Ga naar voetnoot1) Voor hen sprak het van zelf, dat in den strijd tegen de onderdrukkers en uitbuiters alle middelen geoorloofd waren. De liefde van den russischen revolutionair gaat niet uit tot de éénlingen, niet tot de konkrete menschen van nu, maar tot de abstraktie der ‘komende menschheid.’ Men bedenke dat het begrip der menschelijke persoonlijkheid, een begrip dat in West-Europa door de wisselingen der eeuwen heen telkens nieuw en telkens scherper bepaald werd, in Rusland zoo goed als ontbreekt. De russische revolutionair dacht en voelde ‘en masse’; hij deed wat hij noodig achtte voor het heil der komende gemeenschap, zonder in zijn daden belemmerd te worden door meegevoel en achting voor andere persoonlijkheden. Deze geesteshouding werd nog versterkt door het feit, dat de russische intellektueel nooit uitmuntte door verdraagzaamheid maar er integendeel toe neigde, de gezindheid van allen die anders dachten dan hij, te wantrouwen en verdacht te maken. Het russische revolutionaire intellekt stond van oudsher absoluut vijandig tegenover kerk en godsdienst, een natuurlijk gevolg van het feit, dat de kerk medeschuldig aan de doodzonde der lijfeigenschap was en de godsdienst de geestelijke pijler van het absolutisme. De nihilisten, die in het derde kwart der vorige eeuw het sociaal-aktieve, praktisch-idealistisch element in de russische jeugd vertegenwoordigden, aanvaardden het metafysisch materialisme zonder voorbehoud als hun levensbeschouwing. Geen wonder dat, toen het historisch materialisme opkwam, het in deze geestelijke sfeer gedijde. Immers, het metafysisch materialisme beschouwt elke beweging als het resultaat van mechanische processen. Deze beschou- | |
[pagina 53]
| |
wingswijze graaft de bedding voor de marxistische opvatting, die alle historisch gebeuren opvat als ‘in laatste instantie’ bepaald door den technischen vooruitgang en alle geestelijke verschijnselen - recht, moraal, kunst, filosofie, godsdienst, - als louter afspiegelingen in het bewustzijn van ekonomische verhoudingen en ekonomische processen ziet.Ga naar voetnoot1) Evenals in de politiek, namen de bolschewiki in alle filosofische en ethische vraagstukken een uiterst radikaal standpunt in. Elk ‘algemeen menschelijk’ element in de moraal verwierpen zij te eenemale; het geloof daaraan beschouwden zij als een overblijfsel van ‘burgerlijk’ denken. Voor den russischen kommunist bestond geen andere moraal, dan die in den dienst der proletarische revolutie besloten lag; alles wat haar overwinning bevorderde was goed, alles wat haar schaadde afkeurenswaardig. Hieruit volgde logisch, dat het oordeel over wat wel en wat niet moreel was, overgelaten moest worden aan de leiders der politieke beweging; de moraal werd afhankelijk van het politieke voordeel. Het probleem der verhouding tusschen doel en middelen werd op het voetspoor der Jezuïeten opgelost; de opvatting, dat de proletarische revolutie door wreedheid en bedrog haar eigen wezen aantast en zich van haar doeleinden verwijdert, werd verachtelijk terzijde geslingerd, als behoorende op den rommelzolder der romantiek. De verdedigers van het persoonlijk terrorisme, de sociaal-revolutionairen, hadden altijd erkend, dat in het overnemen van de methoden hunner tegenstanders een probleem lag; het besef van de tegenstelling tusschen hun streven naar rechtvaardigheid en broederlijkheid en van de middelen waardoor zij hun doeleinden nastreefden, droegen zij als een verborgen wond in hun | |
[pagina 54]
| |
binnenste. De bolschewiki als ekonomische deterministen hadden het gemakkelijker. De ekonomische ontwikkeling, zeiden zij, leidde naar een doel, en wel de verovering der macht door het proletariaat en de invoering van het socialisme. Zij beschouwden zichzelven uitsluitend als werktuigen in dienst van dat doel, - of zooals een van hen het eens formuleerde, als ‘mest op de velden der toekomst’. Hun absoluut geloof aan een ekonomisch-sociaal fatum, dat het menschenlot bepaalt, en hun denken ‘en masse’ maakten, dat zij aan het persoonlijke niet de minste aandachtschonken. De bevrijding van het proletariaat, - en in het algemeen van de massa der onderdrukten en uitgebuiten - was het objekt van hun streven; en bij dit streven verdeelden zij de menschen in twee soorten; nl. in werktuigen, die tot de verwezenlijking hunner doeleinden gebruikt konden worden, (zooals zij zelven willig waren, voor die doeleinden gebruikt te worden) en in belemmeringen tot die verwezenlijking, welke onschadelijk gemaakt of uit den weg geruimd moesten worden. Zoowel de organisatie-vorm als de aktiviteit der kommunistische partij in Rusland werden beheerscht door deze algemeene beginselen. Haar leiders waren overtuigd van de mogelijkheid, met behulp van dwang en van gewelddadige middelen langs mechanischen weg de omzetting der maatschappelijke verhoudingen tot stand te kunnen brengen. En naar deze overtuiging handelen zij. Aanvankelijk scheen het, of de heroïsche geest, de geest van onvoorwaardelijke overgave aan het ideaal en van zelfvergeten offervaardigheid in het kommunisme, dit overwinnaar zou doen blijven in den ontzaggelijken worstelstrijd, die het sedert het einde van den wereldoorlog tegen den vervlakkenden en verdorrenden geest van het reformisme om de ziel der massa's voerde. Maar ondanks de kracht van zijn rotsvaste overtuiging en van zijn hartstochtelijk willen heeft het kommunisme de sociaal-demo- | |
[pagina 55]
| |
kratie niet vernietigd, ja het is er zelfs niet in geslaagd haar te beletten opnieuw vooruit te dringen. En dit is niet het gevolg van de vervolgingen der regeeringen, - vervolging heeft elke levenskrachtige zaak altijd gediend - noch van de minderwaardige bestrijdingsmethoden der soc. demokratie, - leugen en laster achterhaalt op den duur altijd de waarheid, - maar uitsluitend van zijn eigen principieel tekort, van de verkeerdheid zijner levens- en wereldbeschouwing en van de snelle ontaarding zijner vormen van organisatie en aktie, uit dat tekort en die verkeerdheid voortvloeiend. Het russische kommunisme zocht zijn kracht minder in de zedelijke onaanvechtbaarheid der overtuiging, dat uitbuiting en onderdrukking slecht zijn en opgeheven moeten worden, dan in de daadwerkelijke overmacht eener op militaire leest geschoeide organisatie. In hooger mate dan op de rechtvaardigheid zijner eischen, en op de bezieldheid en de scheppende kracht der massa's, vertrouwde het op de oude middelen van dwang en geweld, in handen van een hechtgeorganiseerde minderheid. Het geloofde, dat men door doeltreffend georganiseerde dwang het socialisme kon verwezenlijken. Het begreep niet dat een bepaalde mate van socialistische gezindheid in de groote meerderheid aanwezig moet zijn om een toestand van rechtvaardigheid, hoe onvolkomen dan ook, in stand te kunnen houden. En evenmin begreep het dat de vrees enkel verlammend werkt, dat zij nooit scheppende krachten in het leven kan roepen, zooals de liefde dit doet. Het vroeg zich nooit af, hoe het mogelijk zou zijn menschen te vereenigen in een duurzaam politiek-maatschappelijk verband, zonder rekening te houden met het geestelijke wezen van iederen mensch en in iederen mensch de persoonlijkheid te achten. Het kòn dit niet. Het kòn de eenlingen niet opvoeden tot gezamenlijken arbeid ter bepaling van hun aller gemeenschappelijk lot. Het kon niet afwachten | |
[pagina 56]
| |
en laten rijpen. Het had altijd dwangmiddelen bij de hand; niet enkel ter bedwinging der lichamen, maar ook der geesten. Het wilde de kunst, de wetenschap, de wijsbegeerte, dwingen zijne waarheden en enkel die te aanvaarden. Het maakte een afgod van de macht, het richtte zijn daden in eerst op het verwerven, daarna op het behouden van zooveel mogelijk machtsposities. En het voedde de kommunistische partijen van alle landen in deze beginselen op. Voor het kommunisme der Derde Internationale zijn alle middelen tot het verwerven van macht gelijkwaardig. Het heeft geen voorkeur voor bepaalde middelen, en evenmin bezwaren tegen andere, doordat het geen rangschikking van zedelijke waarden erkent. Het denkt dat de wegen waarlangs het de macht verovert, er voor zijn doeleinden niet op aankomen. Dit zijn alles technische kwesties. Kan men de arbeiders overtuigen, dat de revolutionaire weg de eenig-juiste is, des te beter; maar ook leugen en bedrog zijn goed, zoo zij het doel der machtsvorming dienen, evenals bluf en grootspraak, smaad en laster dat zijn. De ‘cellenbouw’ - het tersluiks binnendringen in andere organisaties, om hun leden te winnen voor ideeën en methoden, indruischend tegen die, welke door die organisaties aanvaard worden, om deze zelven te verzwakken, uiteen te scheuren en zoo mogelijk te vernietigen - de cellenbouw is slechts een bijzonder treffende toepassing van den kommunistischen stelregel, dat elk middel geoorloofd is in den strijd om de macht. Een wijze van optreden, die in het tsaristisch Rusland ‘gewettigd’ was door den nood, - immers tot aan de revolutie bestonden daar haast geen andere arbeiders-organisaties dan die, welke door politie-spionnen geleid werden; - in dezen zin gewettigd, dat de hoogste nood den mensch kan noodzaken de zedelijke wet te breken, werd verklaard tot den normalen weg, om met de massa's | |
[pagina 57]
| |
in kontakt te komen en invloed op hen te krijgen. En hier bleek onmiddellijk de psychologische verblinding van het kommunisme. Wat kon het de russische arbeiders van het voor-oorlogsche tijdvak schelen, of in de gele vakvereenigingen, die van politiewege waren opgericht, een splijtzwam werd binnengedragen? Maar in West en Midden Europa is de vakorganisatie de schepping der arbeiders zelf. Wie zich toegang tot haar verschaft om haar te verzwakken is een vijand, die zijn medearbeiders bedriegt. Meer dan wàt anders ook, heeft de ‘cellenbouwu’ het kommunisme in de oogen van de groote massa geschaad. Hij heeft de beste gevoelen dier massa's, gevoelens van mannelijke eerlijkheid en rondborstigheid, van onderlinge saamhoorigheid ook, in het geweer geroepen tegen hen, die geloofden door oneerlijke middelen de klassesolidariteit te kunnen bevorderen. De russische K.P. bezat aanvankelijk een enorm geestelijk en zedelijk overwicht op de verschillende organisaties die zich in de K.I. vereenigden. Hoe kon het anders? De russische partij was de eenige die over groote ervaring in den revolutionairen strijd beschikte; in drie omwentelingen was zij de arbeidersklasse voorgegaan; langs wegen van nederlaag en beproeving en door gedeeltelijke overwinningen heen, had zij die klasse naar de uiteindelijke zegepraal gevoerd. De ontzettende omstandigheden waaronder de worsteling in het tsarenrijk lange jaren plaats vond, maakte, dat een strenge selektie, onder de leiders tot stand kwam. Hun trouw, hun standvastigheid, hun toewijding aan de zaak der onderdrukten, zij werden door die omstandigheden niet minder beproefd dan hun scherpzinnigheid, vindingrijkheid en daadkracht. En ook ontstond een innig verband tusschen leiders en leden, gegrondvest in wederzijdsche achting en wederzijdsch vertrouwen. Geen der andere kommunistische partijen heeft het geluk | |
[pagina 58]
| |
gehad leiders aan haar spits te brengen, die zich in geestelijk opzicht in de verste verte met Lenin en Trotzky konden meten. De eenige van wie men dit zeggen kan, de eenige ook, die in West-Europa getoond heeft, revolutionaire ideeën in de massa te kunnen dragen, is Rosa Luxemburg. En zij stierf met haar heldhaftigen geestverwant en strijdmakker Karl Liebknecht, in den aanvang der duitsche revolutie, als slachtoffer van den proletarischen broederstrijd. Haar plaats bleef onvervuld. In den tijd der oprichting van de Derde Internationale kon op goede gronden verwacht worden, dat in de partijen die haar vormden een selektie van leiders op soortgelijke wijze tot stand zou komen, als in Rusland zelf was geschied. Maar al spoedig bleek, dat die selektie zich voltrok in omgekeerde richting. Onder de West-Europeesche socialisten, die tot de oprichting der K.I. hadden meegewerkt of zich spoedig bij haar hadden aangesloten, waren en een zeker aantal, die in verschillende landen deelgenomen hadden aan den strijd, groote ervaring bezaten en het vertrouwen van het proletariaat in hooge mate genoten. Maar het duurde niet lang, of zij merkten dat van hen het gebruik verlangd werd van middelen, waar hun geweten zich tegen verzette en waarvan zij voelden dat ze in strijd waren met de beste tradities der beweging. Hiertoe behoorden o.a. het bespionneeren en denuncieeren van kameraden, die niet gewillig genoeg in handen der voornaamste leiders bleken, het deelnemen aan intrigues in den boezem der leidende organen enz. En ook bemerkten zij dat vaak dingen voor hen verborgen gehouden werden, die zij moesten weten om hun opdrachten naar behooren te kunnen uitvoeren. Maakten zij tegenwerpingen, of verlangden zij over de werkelijke verhoudingen te worden ingelicht, dan werd hetzij geprobeerd hen door eervolle onderscheidingen of andere voordeelen gunstig te stemmen, | |
[pagina 59]
| |
of wel zij werden ‘overgeplaatst’ en voortaan buiten het eigenlijk bestier der zaken gehouden. Schikten zij zich niet, dan werden zij op hun beurt weldra tot ‘sociaaldemokraten’ of ‘centrumisten’ gestempeld en alle mogelijke organen van spionnage en denunciatie werden op hen losgelaten.Ga naar voetnoot1) Sommigen van hen verlieten vrijwillig de K.I., die hen zoo grievend had teleurgesteld, terwijl anderen uitgestooten werden. Ondanks dit alles kan in de eerste jaren van het bestaan der K.I. niet van een bepaalde ontaarding gesproken worden. Redenen zoowel van algemeenen als van persoonlijken aard verhinderden, dat het daartoe kwam. Zoolang de internationale spanning voortduurde en de uitbreiding der revolutie naar het Westen op goede gronden verwacht kon worden, was veel in haar organisatievorm en haar werkwijze objektief noodzakelijk, of althans, scheen het den leden toe dit te zijn. De overmatige centralisatie, de groote macht der leiding, de eenzijdige en vaak schablonenmatige behandeling der vraagstukken in de kommunistische pers, zij schenen de prijs te zijn die betaald moest worden om alle sekties der Kommintern in staat te stellen eenparig te handelen, wanneer het uur daarvoor zou slaan. Een sterke kracht tot het tegenhouden der tendenties van bederf en ontaarding in de K.I. was in die eerste jaren de persoon van Lenin. Het is algemeen bekend, dat ook hij niet geschroomd heeft in den strijd tegen de bourgeoisie strijdmiddelen te gebruiken, die op zichzelf beschouwd afkeurenswaardig zijn. Maar zijn unieke persoonlijkheid kon die middelen gebruiken, zonder door hen verontreinigd te worden, doordat verleidingen van persoonlijken aard voor hem eenvoudig niet bestonden en zijn wil uit- | |
[pagina 60]
| |
sluitend op het bereiken van groote, onpersoonlijke doeleinden was gericht. En dit maakte dat hij, zooals A. Balabanow terecht zegt, de uitvoerders van zijn plannen als zaakgelastigden, niet als medeplichtigen beschouwde, als menschen in dienst van een groote zaak, die men ook met in het algemeen verwerpelijke middelen kon dienen. ‘Elk van zijn helpers voelde den afstand, voelde met wie hij te doen had.’Ga naar voetnoot1) Nadat Lenin door zijn ziekte aan de leiding der internationale aangelegenheden weinig deel meer kon nemen, en natuurlijk nog meer na zijn dood, veranderde dit alles. In de K.I. kregen lieden de macht in handen, die, al hadden zij vroeger wellicht geen ander doel voor oogen gehad dan de revolutie te dienen, de nieuwe verantwoordelijkheden niet konden dragen. Eerzucht en heerschzucht bewogen deze tot hun daden en de uitvoerders hunner bevelen handelden in het besef, dat zij de eerzucht van hun lastgevers moesten dienen en de sporen hunner ongerechtigheden uitwisschen. Trotzky, de eenige, die na den dood van Lenin het innerlijk bederf der K.I. misschien had kunnen stuiten, werd van haar leiding verre gehouden. Dat bederf werd nog meer in de hand gewerkt door de stabilisatie van het kapitalisme en het daarmee gepaard gaande ebgetij in de revolutionaire beweging. Toen bleek, dat men de slachtoffers was geweest van een gezichtsbedrog en dat de internationale eindstrijd tusschen kapitaal en arbeidersklasse, die men nabij had gewaand, in onbestemde verten terugweek, toen had men resoluut de bakens moeten verzetten, zoowel wat de organisatie als de methoden van aktie betrof. Men had terug moeten keeren tot meer demokratische en normale vormen van partijleven, de vrijheid van kritiek in de partij moeten herstellen de zelfwerkzaamheid van haar onderdeelen zooveel, mogelijk moeten bevorderen. Maar de leiders der na- | |
[pagina 61]
| |
tionale sekties, die de zoetheid der macht hadden geproefd, dachten er evenmin aan, in die richting maatregelen te nemen, als de leiders der Internationale zelve. Overal streden kleine klieken verbitterd om het behoud van de macht in de partij, met de persoonlijke voordeelen, waaraan zij gewend waren geraakt. Anderen streden even hartstochtelijk om de macht te verwerven. Terwijl op de nationale en internationale kongressen schijnbaar een op de spits gedreven wetenschappelijk rationalisme heerschte, - alle situaties werden in bijzonderheden ontleed, alle fouten onder de loep genomen, de aktiviteit gedurende een zeker tijdvak werd in stellingen en resoluties van te voren bepaald, - werden in werkelijkheid de onvergefelijkste en misdadigste fouten verdonkeremaand, hun sporen uitgewischt en, zij, die ze bedreven hadden, werden na een kort intermezzo vaak opnieuw op hoogst verantwoordelijke posten geplaatst. De leiders der K.I. dachten, dat wat zij hun minachting voor het burgerlijk vooroordeel ten opzichte der verhouding van doel en middel noemden, een bron van kracht voor hen was, omdat de absoluutheid hunner utilitarische opvattingen hun veroorloofde, elk middel en iedere strijdmethode zonder scrupule aan te wenden. Maar de loop der dingen zou leeren, dat wat zij dachten een kracht te zijn, een van de bronnen werd hunner verzwakking. Op ieder gebied van menschelijke werkzaamheid, dat der politiek niet uitgezonderd, bestaat de verleiding, het doel te willen bereiken langs den kortsten en gemakkelijksten weg. Echter wreekt deze methode zich in den regel door de minderwaardigheid der bereikte resultaten. Immers de innerlijke waarde daarvan hangt ten nauwste samen met de middelen waardoor zij verkregen worden. In zoover de K.I. haar doeleinden van voorbereiding der revolutie heeft nagejaagd door middel van geweld, vreesaanjaging, | |
[pagina 62]
| |
bedrog en misleiding, heeft zij gebouwd op drijfzand. In het bijzonder is dit het geval gebleken met betrekking tot het pogen, de revolutionaire ontwikkeling door geld te bespoedigen. Geld is een der gevaarlijkste middelen in een worsteling, die op socialistische doeleinden gericht is. Immers die doeleinden zijn enkel te bereiken, zoo met de toenemende macht der massa's, hun innerlijke rijping tot grooter verantwoordelijkheidsbesef gepaard gaat. Slechts zoo zij, die over deze middelen beschikten, uiterst nauwgezet van geweten waren geweest en zoo hun gebruik zeer beperkt was gebleven, hadden zij nuttig kunnen werken. Nu dit niet het geval was, moest het feit, dat de leiding der K.I. de beschikking had over finantieele hulpbronnen als waarvan de arbeidersbeweging nimmer gedroomd had, wel voeren tot een ontzettende korruptie. In handen van gewetenlooze of fanatieke lieden speelde het goud opnieuw zijn oude verleidersrol, het werkte als de demonische macht, die het rechte krom en het kromme recht maakt, de oogen verblindt voor het licht der waarheid, de ooren verstopt voor haar klank, de gedachten verwart en de stem van het geweten tot zwijgen brengt. Het russische goud is een der voornaamste oorzaken geweest, die tot de verkeerde leiders-selektie, waarop wij hiervóór reeds wezen, in de partijen der K.I. voerde. Niet het eenige middel natuurlijk. Ook het spekuleeren op de heerschzucht bleek zulk een middel. Velen onder hen, die door de Exekutieve op verantwoordelijke posten werden geplaatst, vonden kompensatie voor het feit, dat zij elk hun uit Moskou toekomend bevel zonder dralen moesten ten uitvoer brengen, in de omstandigheid, in eigen beperkter domein op hun beurt van anderen absolute gehoorzaamheid te mogen eischen. Met behulp der tooverformules ‘centralisatie’ en ‘ijzeren discipline’, werden despoten gekweekt in alle afmetingen, tot in zakformaat toe. | |
[pagina 63]
| |
Naarmate de belangen van den russischen staat zich meer tegenover die der K.I. verzelfstandigden, - iets, wat in den loop der jaren onvermijdelijk was - werd al meer gelet op de bereidwilligheid van hen, die voor leidersposten in aanmerking kwamen, om voor die belangen al het andere, ook de eischen der proletarische en revolutionaire beweging in andere landen te doen wijken. Het meest demoraliseerende bij dat alles was dat de diktatuur, die de russische K.P. over de andere partijen der K.I. uitoefende en tot den huidigen dag toe uitoefent, nimmer openlijk erkend werd. Ware dat slechts geschied, dan zou het bederf nooit zulke afmetingen hebben aangenomen. Niemand zou zich verzet hebben, zoo bij de oprichting der K.I. verklaard ware, dat de leiders der russische revolutie ook de leiding der internationale beweging in handen namen. Integendeel zouden de beste revolutionairen van alle landen zonder tegenspraak in een dergelijke regeling hebben toegestemd. Er zou klare wijn zijn geschonken en ware de toestand op den duur onhoudbaar gebleken, dan had men middelen kunnen beramen, om daarin verandering te brengen. In geen geval echter zou de openlijke diktatuur der Russen in de Exekutieve der K.I. zulke nadeelige gevolgen hebben gehad als de verhulde diktatuur, die zij van den beginne af aan daarin uitoefenden. Terecht merkt A. Balabanow op, dat juist dit aanleiding gaf tot het tot stand komen van een soort medeplichtigheid tusschen de leiders der K.I. (of de uitvoerders van hun wil) en bepaalde klieken in de geleide partijen. Deze laatsten waren genoodzaakt, alles te volbrengen wat hun meesters hun bevalen, ook dat wat zij niet goed keurden en waarvan zij wisten, dat hun eigen partij het niet goedkeuren zou. Niet allen die zoo handelden werden gedreven door eerzucht, door vrees, hun bestaan te verliezen of door dergelijke lagere motieven. Sommigen waren volkomen oprecht in hun fanatiek geloof, - zij zijn dat ook heden nog - dat | |
[pagina 64]
| |
Moskou niet kàn dwalen- en dat elk van daarginds komend bevel blindelings opgevolgd moet worden. In de russische revolutie bewonderen zij voornamelijk het militaire succes. In de leiders daarvan vereeren zij vooral de overwinnaars in den strijd. Deze zijn het ook, die zich onder de militaire dril bijzonder prettig gevoelen.Ga naar voetnoot1) Meeningen en opvattingen van leden der Kommintern die niet met de inzichten der leiders strookten, werden zelden of nooit met argumenten bestreden. In den regel stelde men zich tevreden die als ‘ultra linksche’ of ‘ultra rechtsche’ afwijkingen - soms ook als beiden tegelijk - te signaleeren. De verwarring werd nog verergerd door het ingewikkelde spel met de eenheidsfronttaktiek, dat de Kommintern speelde. Wie in de kommunistische partij of in de bij de R.V.I. aangesloten vakorganisaties de minste afwijking vertoonde van het terwille der russische politiek gefatsoeneerde ‘leninisme’, werd als een halve broeder, een gevaarlijk individu, behept met ‘trotzkistische’, ‘sociaal-demokratische’ of ‘syndikalistische’ neigingen ‘ontmaskerd.’ Kwam hij buiten het partijverband, dan werd hem in den regel het etiket ‘bourgeois’ of ‘kontrarevolutionair’ opgeplakt. Sloot echter zulk een ‘kontrarevolutionair’ zich aan bij een of andere vereeniging, die de hervatting der kultureele betrekkingen met Sowjet-Rusland of de erkenning der Sowjet-federatie door de burgerlijke staten nastreefde - of wel werd hij lid van een groep, die propaganda maakte voor het herstel der eenheid in de vakbeweging, dan gold hij weer als bondgenoot, hij werd geprezen en gevleid als ‘linkervleugelman’ en somtijds uitgenoodigd naar Moskou te komen om deel te nemen aan vertrouwelijke besprekingen. Daar werd hij minzaam ontvangen en als vriend en broeder behandeld. Zoo verloren de termen ‘rechts’ en ‘links’ evenals de woorden ‘revolutionair’ en ‘kontrarevolutionair’ | |
[pagina 65]
| |
steeds meer elke bepaalde beteekenis; iedere redelijke maatstaf van beoordeeling raakte voor de partijgenooten, en meer nog voor de massa's, zoek. De kommunisten plegen, evenals trouwens de andere arbeiderspartijen, het belang der arbeidersklasse, ja dat der uitgebuiten en onderdrukten in de geheele wereld, te vereenzelvigen met het belang hunner organisatie. Aan dit laatste wordt alles ondergeschikt gemaakt; personen, groepen, gebeurtenissen worden enkel gewaardeerd al naar de rechtstreeksche of zijdelingsche beteekenis, die zij kunnen hebben voor de partijen der Kommintern. Op hun beurt zijn die partijen meer en meer tot instellingen geworden die tesamen met hun zgn. ‘satellieten’ gebruikt worden ten behoeve der russische staatspolitiek. Zoolang de Russen de Derde Internationale beheerschen, kan dat ook niet anders. Immers zij vereenzelvigen de belangen der Sowjet-federatie volkomen met die der proletarische en revolutionaire beweging. Voor hun opvatting weten zij sterke argumenten aan te voeren; echter, die opvatting is volstrekt niet in alle gevallen juist. Er kunnen zich gevallen voordoen - zij hebben zich reeds voorgedaan - dat de belangen der Sowjet-republiek en die van de arbeidersklasse in het algemeen, of van een bepaald onderdeel dier klasse, uiteenloopen. Wat zooveel kwaad heeft gesticht in de arbeidersbeweging en zoovele arbeiders van het kommunisme afkeerig gemaakt is niet zoozeer dit feit, dan wel dat de kommunisten niet eerlijk datgene, wat zij nastreven, erkennen, noch waarom zij het doen. Zij erkennen niet zich bij hun optreden in de eerste plaats door de belangen van Sowjet-Rusland te laten leiden. Meer dan wat anders ook is het alweer de onoprechtheid der kommunistische taktiek, die het kommunisme in diskrediet brengt. De huidige leiders der Derde Internationale erkennen geen verplichtingen van waarachtigheid en eerlijkheid tegen- | |
[pagina 66]
| |
over de arbeiders, terwijl Lenin dit wèl deed. Zij behandelen ze als onmondige kinderen of, erger nog, als pionnen, die men naar welgevallen heen en weer schuift op een schaakbord. En wanneer hun dit noodig schijnt ter bereiking hunner plannen, schroomen zij niet, de arbeiders te beliegen en te bedriegen. Zij kennen geen rangschikking van waarden. Eerlijkheid en oprechtheid staan voor hun op hetzelfde plan als bedrog en leugen. Zij begrijpen niet dat eerlijkheid en oprechtheid op een ànder plan staan, dat zij krachten in dienst van het leven zijn, van zijn vernieuwing, zijn ontplooiïng en zijn verheffing.
De opvatting dat het socialisme verwezenlijkt kan worden door het uitoefenen van dwang over menschen en dat het voor de bevrijding der geknechte massa's onverschillig is, langs welke wegen de staatkundige macht wordt veroverd, die opvatting wees op schromelijke overschatting van het geweld als strijdmiddel bij de leiders der Derde Internationale. De vele bloedige nederlagen, die revolutionaire voorhoeden in de jaren 1919-1923 leden, (Berlijn Januari 1919; Beieren en Hongarije 1920; Midden-Duitschland en het Roergebied 1921-1923; Bulgarije 1921; Hamburg 1923) werden toegeschreven aan de geringe revolutionaire ervaring van het Midden-Europeesche proletariaat en vooral aan het gebrek aan goede leiders. In den opbouw van sterke kommunistische partijen werd de voornaamste faktor gezien, waardoor een volgend maal de overwinning behaald zou worden. En dit leek zeer plausibel. Immers, aan de groote aanvalskracht, de geschooldheid en discipline der russische K.P., aan haar sterke, stoutmoedige en toch voorzichtige leiding, - aan dit alles was het welslagen der russische November-revolutie in hooge mate te danken. Echter trok men uit het succes van den gewapenden opstand te Petrograd en te Moskou veel te lichtvaardig | |
[pagina 67]
| |
algemeene gevolgtrekkingen voor de proletarische revolutie. Men vatte deze in de eerste plaats op als een zaak van technische voorbereiding. De sociale en psychologische problemen, die met den gewapenden opstand samenhangen, werden volkomen verwaarloosd. De ‘onvermijdelijkheid’ van de gewelddadige revolutie werd een dogma, en dit dogma, aanvaard als het werd door onervaren, lichtzinnige en vaak ook gewetenlooze menschen, gespeend van elk verantwoordelijkheidsgevoel, voerde tot het aansturen op geweld, zonder dat men zich zelfs afvroeg of de maatschappelijke voorwaarden en de redelijke kansen op succes aanwezig waren, die zijn gebruik van marxistisch standpunt wettigden. Zooals men een onverantwoordelijk, nimmer goed te praten spel dreef met de eenheid der arbeidersklasse, zoo speelde men roekeloos met het leven der arbeiders. Men vergat de les van Lenin, wiens woord men te pas en te onpas in den mond voerde, dat men ‘nimmer met den gewapenden opstand spelen mag.’ In de partijen der K.I. wordt opgevoed tot een ‘kultus van het geweld’, even eenzijdig en even gevaarlijk als de ‘kultus der geweldloosheid,’ waartoe de Tweede Internationale háár leden opvoedt. Een psychologische sfeer wordt geschapen, die tot geweld uitlokt, zoowel van boven als van beneden. Het gevolg van een en ander is de toenemende minachting in de kommunistische partijen voor alle methoden van geestelijke bewustmaking, voor diskussie, nadenken, kritiek, zelf bezinning, gepaard gaande met toenemende verheerlijking van de ‘gepantserde vuist’. Vooral in Duitschland met zijn sterke militaristische tradities zijn de partij en de jeugdbond niet aan het gevaar van verregaande militarisatie ontkomen. Niet alleen dat men nationalisten en fascisten telkens met geweld te lijf gaat, en aldus een uiterst gevaarlijk précédent schept, maar ook tegenover mede-arbeiders, in het bijzonder tegen dissidente kommunisten wordt niet zelden geweld ge- | |
[pagina 68]
| |
bruikt. Het is herhaaldelijk voorgekomen dat leden der K.P.D., versterkt met afdeelingen van den kommunistischen jeugdbond en den bond van ‘Roode-frontstrijders’, de zalen bestormden, waar de dissidente kommunistische groepen vergaderden en de leiders dier groepen mishandelden. Zelfs in ons eigen land, waar de neiging tot gewelddadigheid bij de kommunisten niet door sterke militaristische tradities verontschuldigd kan worden, zijn de twee konkurreerende kommunistische organisaties elkaar onlangs te lijf gegaan op een wijze, die men eerder een kwart eeuw geleden van dronken polderjongens verwacht zou hebben, dan in onzen tijd van ‘klassenbewuste’ hoofden handarbeiders. Ook in dit geval was het weer een strijd om de macht, nog wel in een zgn. ‘neutrale’ hulp-organisatie, die tot het gebruik van bruut geweld verleidde. Hier bleek, tot welke verwildering de waan voeren kan, die macht als het hoogste beschouwt, en elk middel geoorloofd acht om haar te verwerven. De internationale kongressen der K.I., en, sedert het tijdsverloop tusschen deze grooter en grooter werd, ook de bijeenkomsten der ‘Uitgebreide Exekutieve’, zijn de beraadslagingen van den wereldstaf der Kommintern, de eenige arbeidersinternationale, die werkelijk arbeidersmassa's van alle werelddeelen omvat. Die kongressen zouden van enorm belang zijn voor de arbeidersklasse, zoo daarop de groote ervaringen die de kommunisten sedert 1917 allereerst in Rusland, maar ook in andere landen hebben opgedaan, op eerlijke en zakelijke wijze werden besproken. De gebeurtenissen te begrijpen en uit hen te leeren; de oorzaken te doorgronden waardoor men in zooveel opzichten heeft gefaald: dat had het streven moeten zijn van een lichaam, dat de wereldomwenteling door de zelfwerkzaamheid van het proletariaat als leus op haar vaandel had geschreven. Maar in plaats van naar deze grondslagen te | |
[pagina 69]
| |
handelen, fatsoeneerde men de gebeurtenissen, opdat zij passen zouden in het schema van de ‘leer’, het ‘marxismeleninisme’. Men verzweeg, vervormde, bedekte, loog. Uit armoede van geest, uit denktraagheid, die enkel verlangt, de eens gegeven impulsie te volgen, uit onwil terug te moeten komen op het eenmaal vastgestelde en op nieuwe ontdekkingstochten te moeten uitgaan: - uit angst voor de gevolgen van eerlijke zelfkritiek en zelfkennis klemde men zich angstvallig vast aan de woorden van den grooten leider, die zulk een onverschrokken padvinder was geweest. De inhoud zijner geschriften wordt aanvaard als de absolute waarheid, waaraan twijfel te opperen ketterij en heiligschennis is. Zij vormen den Bijbel van het Kommunisme. Het recht van onderzoek, van kritiek, het recht, de historische feiten onder de oogen te zien en hun lessen te aanvaarden, - al deze rechten vinden hun grenzen dáár, waar zij in konflikt dreigen te komen met het ‘leninisme’. Wie het wagen zou, op de koncilies van deze kerkvaders op te merken, dat de inhoud van de leer, waarbij zij zweren, in sommige opzichten te duidelijk de sporen draagt van het historisch milieu, waarin zij is ontstaan, om aanspraak te kunnen maken op algemeene, onbegrensde geldigheid, - die zou onmiddellijk als mensjewiek of Trotzkist of wat dan ook aan de kaak gesteld worden. Toen de meeningsverschillen in de russische K.P. scherper werden, bleek reeds spoedig, dat de geschriften van Lenin geen sleutel bevatten tot de oplossing van de talrijke ingewikkelde problemen, die de historie in de Sowjet-federatie aan de orde stelt. Het ging met die geschriften als met den Bijbel: zij bevatten vele passages, die zeer verschillend uitgelegd konden worden, en ook passages, die in feitelijke tegenspraak waren met elkaar. Op de russische partijkongressen der laatste jaren bestookten de vertegenwoordigers van meerderheid en minderheid elkander geregeld met aanhalingen uit de werken | |
[pagina 70]
| |
van Lenin. Elk hunner eischte voor zijn groep het recht op, de erfgenaam te zijn van het ‘orthodoxe leninisme’ en verweet den tegenstander, daarvan af te wijken en de leer te vervalschen. In de kommunistische partijen buiten Rusland, waarin oppositioneele stroomingen bestonden, ging het niet veel anders toe. Meerderheid en minderheid verzekerden om 't zeerst, dat zij de eenig zuiveren in de leer waren. Een weekblad van een uit de duitsche K.P. uitgesloten groep heeft tot titel ‘Tijdschrift van de orthodoxe marxisten-leninisten.’ Zuiverder, zou men zeggen, kan het almee niet. In de Kommintern is de kritische inzetting, het gebruiken der echte ‘marxistisch-leninistische methode’, dat is het onderzoeken der feiten, omstandigheden en tendenties van een bepaald tijdperk en een bepaald milieu aan de hand van een richting-gevend beginsel, vervangen door de dogmatische inzetting: het zweren bij het woord van den meester, de angst zich van zijn gedachte een duimbreed te verwijderen, de tekstbeschouwing en tekstuitleg tot in het absurde toe. Men kan zich op de bijeenkomsten der leiders van het russische kommunisme - het is Clara Zetkin, die het eerste deze vergelijking maakte - soms verplaatst wanen op een koncilie van kerkvaders ten tijde van het Byzantijnsche rijk. ‘Marx heeft geschreven, Lenin heeft gezegd’.... hierop komt de argumentatie van weerskanten (en niet, zooals Cl. Zetkin beweerde, uitsluitend van den kant der oppositie) vaak in hoofdzaak neer. Het marxisme is van huis uit dogmatisch. Maar het marxisme dat door het russische bewustzijn heenging, is veel hartstochtelijker en feller dogmatisch, dan welk ander marxisme ook. Het nam de vitale aandrift in zich op, het werd versterkt en bevrucht door den stroom van het voelen en willen, het is bezielde ervaring geworden. Vandaar de ontzaggelijke kracht waarmee het russische marxisme op het leven inwerkt en dit leven poogt te vervormen. | |
[pagina 71]
| |
Maar vandaar óók de monsterlijke onverdraagzaamheid van het russische marxisme-kommunisme. Het klampt zich vast aan zijn beginselen met àl de kracht van het oorspronkelijke instinkt, het volgt ze met ijzeren konsekwentie en uit hun richting maakt het wereldwetten. Het wil de geesten persen in den eenigen vorm van denken, dien het erkent, het wil elke gedachte uitroeien, die niet daarmee overeenstemt. De dogmatiek is de doodsvijand van het wetenschappelijk denken. Dit laatste ziet en begrijpt elk ding in verband met den universeelen stroom-des-levens, terwijl de dogmatiek, de verschijnselen isoleerend, vergeet dat dit isolement kunstmatig is, niet anders dan een hulpmiddel voor den geest. De dogmatiek zweert bij de waarheid van gisteren en vandaag; zij verwerpt in haar naam de waarheid van morgen en overmorgen. De dogmatiek stelt aan het werk van den vorschenden geest grenzen, buiten welke hij zich niet begeven mag uit vrees voor wat hij daar mogelijk zou vinden. Zij beteekent verarming, versteening, onbewegelijkheid en dood. Het kommunisme was, in geestelijk opzicht, begonnen als een beweging, die opkwam tegen de reformistische en nationalistische idee, een beweging ook van geestelijk verzet en wetenschappelijk onderzoek. Het verwerd binnen enkele jaren tot een verzameling leerstukken, die zich met geen onbevangen geestelijk onderzoek meer verdraagt. In Rusland werken de ontzaggelijke impulsies der Oktober-revolutie dóór; de val van een politieke en kerkelijke tyrannie, die met haar zwaarte vele geslachten ter aarde drukte, heeft er het vrije uitstroomen der ontzaggelijke vitale krachten van tientallen millioenen menschen, pas mogelijk gemaakt. De diktatuur der Kommunistische Partij wordt er voortdurend door die krachten bevrucht en aan de behoeften van het leven aangepast. Of het kommunisme als wetenschappelijk stelsel in Rusland in de laatste jaren | |
[pagina 72]
| |
veel gepresteerd heeft, daarover vermogen wij geen oordeel te vellen; naar de organen der Kommunistische Internationale te oordeelen, lijkt het ook daar vrijwel steriel geworden en verricht het zijn beste werk op het gebied van het historisch-antiquarisch onderzoek, zooals b.v. de nieuwe uitgave der volledige geschriften van Marx en Engels bewijst. De onvruchtbaarheid en dorheid van het kommunisme in West- en Midden-Europa echter moet een ieder treffen, die niet geestelijk blind is.Ga naar voetnoot1) In de Derde Internationale heeft zoo goed als alle geestelijk leven opgehouden. Haar pers - hoe uitstekend georganiseerd ook wat aangaat het geven van tendentieuze berichten, het bestrijden van ‘ultra-rechtsche’ en ‘ultralinksche’ afwijkingen, het smalen, belasteren en verdoemen van dissidenten en politieke tegenstanders, - haar pers is van een doodelijke verveling. Zij herkauwt altijd dezelfde ‘waarheden’ en leidt daaruit altijd opnieuw dezelfde konklusies af. Het is onmogelijk geworden, met eenige belangstelling het oordeel van eenig kommunistisch orgaan tegemoet te zien over wat ook: boeken, daden, feiten, bewegingen, overwinningen of nederlagen. Men weet van tevoren met haast wiskundige zekerheid, hoe dat oordeel zal luiden. Alle spontaniteit en alle originaliteit van het geestelijk leven zijn in de kommunistische uitingen ondergegaan, in die der dissidenten haast evengoed als in die der orthodoxen.Ga naar voetnoot2) De gedachte wordt machinaal in een klein aantal vormen geperst. Voor alle kwalen en ziekten der ontredderde samenleving zijn de recepten geschreven, de drankjes staan, gekurkt en gelabeld, op verschillende planken gerangschikt klaar. Elke poging, om nieuwe verschijnselen te begrijpen, om zich rekenschap | |
[pagina 73]
| |
te geven van de beteekenis der nieuwe ontdekkingen, theoriëen en hypothesen, die in de natuurkunde, de scheikunde, de biologie en de psychologie thans opgeld doen, voor de proletarisch-socialistische levens- en wereldbeschouwing, ontbreekt. Ook ontbreekt elk spoor van inzicht in den reusachtigen geestelijken arbeid, welke noodig zal zijn, om deze levens- en wereldbeschouwing in overeenstemming te brengen met de nieuwe hypothesen der natuurwetenschap. Het verrichten van het voorbereidende werk daartoe: het wegnemen van psychologische belemmeringen, het mogelijk-maken van een nieuwe inzetting, het uitstippelen van nieuwe, richting-gevende lijnen, - dit alles wordt overgelaten aan stroomingen en personen, die buiten, en voor een aanmerkelijk deel tegenover, de Derde Internationale staan. Met de ontaarding der strijdmethoden ging de verstarring samen van het geestelijke leven. | |
B. De zondeval in opportunisme en demagogieIn den tijd dat de K.I. werd opgericht, - het is noodig hier telkens opnieuw op te wijzen, - verwachtte men algemeen de uitbreiding der proletarische revolutie over geheel Europa. Vele leden der bourgeoisie zelve geloofden, dat het kapitalisme tot spoedigen ondergang gedoemd was. De vraag die de gemoederen het meest bezighield was die, of de revolutie het eerst in Duitschland dan wel in Engeland zou uitbreken. Het feit, dat de K.I. aanvankelijk geheel en al op de revolutie was ingesteld, verklaart zoowel haar principieele steilheid als haar taktische stoutmoedigheid, haar opvatting van den parlementairen arbeid als enkel middel-tot-afbreken van het parlementarisme, als haar onbesuisden | |
[pagina 74]
| |
stormloop tegen de soc. demokratie en de vakbonden. De verwachting van een spoedige radikale keer maakt ook begrijpelijk, dat men aanvankelijk in de K.I. niet de minste aandacht wijdde aan de verhouding tusschen hervorming en revolutie - een der problemen waar de soc. demokratie in het tijdperk vóór den wereldoorlog voortdurend mee had geworsteld. Waartoe was dat nog noodig? Van hervormingen kon in het na-oorlogsche kapitalisme toch geen sprake meer zijn; het kapitalisme was immers bankroet en niet meer bij machte koncessies te doen. Zijn totale ineenstorting zou zich niet lang meer laten wachten. Maar inplaats van ineen te storten, schreed het kapitalisme voort op den weg van herstel. Het herstelde zich, voor een groot deel op kosten der arbeiders. Korten tijd na het einde van den oorlog begon het ‘kapitalistisch offensief’. Van de hervormingen, in de jaren 1918-'20 ingevoerd, werd telkens iets teruggenomen; het probleem der volkshuisvesting bleek in vele landen onoplosbaar; de werkloosheid nam toe, de belastingen stegen, de duurte bleef en de vooruitzichten der revolutie werden al slechter. De kommunisten moesten méér doen, dan de massa's met haar nadering over hun levensonzekerheid en hun ellende troosten; meer ook dan de teleurstelling en verbittering dier massa's tot uiting brengen. Wilden zij geen sekte worden, die buiten het leven stond, dan moesten zij alle macht die zij bezaten gebruiken om tegen verdere verergering van het lot der massa's en vóór verbetering daarvan in het kader van het kapitalisme te strijden, zooals de soc. demokratie dat vroeger had gedaan. De scherpe berispingen van Lenin en Trotzki gedurende de eerste jaren van het bestaan der K.I. hebben haar voor het lot, een sekte te worden, bewaard. Maar ten opzichte van de verhouding tusschen revolutionaire doeleinden en hervormingsarbeid kon het leninisme geen licht ontsteken. Immers, de bolschewiki hadden op het gebied | |
[pagina 75]
| |
van den parlementairen arbeid de minste ervaring van alle Europeesche arbeiderspartijen, de geschiedenis had in Rusland het geheele tijdperk der burgerlijke demokratie overgeslagen en de K.I. moest uit eigen kracht haar weg zoeken tusschen de klippen van het impossibilisme en de riffen van het opportunisme. Misschien zou het haar nog gelukt zijn, dien weg te vinden, zoo zij niet, evengoed als haar oudere zuster, geleden had aan een waren geeuwhonger naar succes. De Derde Internationale had in alles wat de praktische politiek betrof, haar voordeel kunnen doen met de ervaringen der Tweede; zij was niet belast met de schuld der oorlogsjaren, met de tradities van de blokpolitiek en het ondersteunen van burgerlijke regeeringen; zij stond geheel vrij tegenover de bezittende klassen. En die vrijheid maakte, dat de kommunisten in de parlementen vaak in staat waren, de bourgeoisie de waarheden in het gezicht te slingeren die deze uiterst ongaarne hoort en die de sociaal-demokratie niet - of althans niet zoo, - meer kan zeggen. Maar weldra bleek, dat de kommunisten hun vrijheid niet wisten te gebruiken. Zij zwalkten heen en weer tusschen een principieele steilheid, die naar impossibilisme zweemde en een opportunisme, dat weinig van dat der soc. demokratie afweek. De noodzakelijkheid, zich van de sociaaldemokratie te onderscheiden, verleidde hen tot voortdurend ‘overvragen’ en vaak ook tot het stellen van eischen, die zelfs een socialistisch bewind niet zou vermogen te bevredigen. Het was hun in de meeste gevallen ook minder om de inwilliging hunner eischen te doen, dan wel om het brengen van sensatie, het diskrediteeren der sociaaldemokratie, en het vermeerderen van hun eigen aanhang. Hun optreden op parlementair gebied draagt in de groote meerderheid der gevallen een demagogisch karakter. Men versta ons wel. Niet hierom noemen wij het optre- | |
[pagina 76]
| |
den der kommunisten demagogisch, omdat zij vaak eischen stellen, die de burgerlijke klasse onzinnig of uiterst overdreven acht. Integendeel is het een der sterke kanten van het kommunisme, aan de bezittende klasse telkens nadrukkelijk voor te houden dat, in deze maatschappij van onbegrensde hulpmiddelen en weergaloos-hoog opgevoerd produktievermogen, elk mensch aanspraak kan maken op behoorlijke opvoeding, voeding, kleeding, huisvesting, op ruime gelegenheid tot ontwikkeling zijner vermogens, op ontspanning en kunstgenot. De demagogie van het kommunisme echter blijkt hieruit, ten eerste dat het de arbeiders niet opvoedt tot het besef, dat die mogelijkheden aan bepaalde grenzen gebonden zijn en dat voorloopig zullen blijven, óók dan wanneer de arbeiders-klasse de macht in handen genomen zal hebben, en ten tweede dat het hun niet leert, hoe elk recht verantwoordelijkheid meebrengt. Dat het kommunisme zijn aanhangers nimmer tot dit besef opvoedt, dat heeft, meer dan wat anders ook, de poort geopend voor een selektie in verkeerde richting. Demagogie en jacht op succes ten gevolge van gemis aan een zedelijk beginsel, bederven helaas somtijds ook het prachtige werk, dat het kommunisme volbrengt ten opzichte der nationale minderheden in den Sowjet-staat en den steun dien het verleent aan den bevrijdingsstrijd der onderdrukte koloniale volken. Vergeleken met de starheid van het dogmatisch marxisme, dat niets van het verlangen van volken of volksdeelen naar vrijheid voor hun nationale kultuur-idealen begreep, is het leninisme in de praktijk een groote vooruitgang. De sowjetstaat heeft den vorm geschapen, waarin de vele volken en stammen, die in tsaristisch Rusland met geweld in een keurslijf geperst en tegen elkaar opgehitst werden, in vrede kunnen samenleven en hun eigen kultuur onbelemmerd tot ontwikkeling kunnen brengen. Wat den bevrijdingsstrijd der onderdrukte rassen, in de eerste plaats dien der Azia- | |
[pagina 77]
| |
tische volken aangaat, zoo heeft Sowjet-Rusland daaraan niet enkel eene zeer krachtige impulsie gegeven, maar aan dien strijd zijn wegen en ten deele zijn doeleinden voorgeteekend. Ook hier echter tast het kommunisme zelf het goede, wat het te weeg brengt aan, door zijn gebrek aan elke moreele scrupule. Het schroomt niet, óók de nationale minderheden en óók de onderdrukte volken en rassen, te gebruiken als middelen in den strijd om de macht, zonder zich te bekommeren om de gevolgen, die dit voor hen zelven kan hebben. De vrijheidsbeweging der Aziatische volken, in de eerste plaats die der Chineezen, der Indiërs en der Indonesiërs, is het belangrijkste sociale verschijnsel van dezen tijd, haar met alle kracht te steunen een voornaam onderdeel van de taak der socialistische beweging. Maar het is een taak, die de hoogste eischen stelt niet enkel aan het inzicht, maar ook aan de gezindheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van hen, die geroepen zijn aan haar mede te werken. De zegetocht van het imperialisme door Azië, de ontwrichting der sociale verhoudingen, de ernstige verzwakking of de vernietiging der oude inheemsche kulturen waartoe zijn matelooze gouddorst en heerschzucht voerde, zij hebben problemen geschapen zoo moeilijk, zoo samengesteld en wijd vertakt als waarvoor de menschheid zich misschien nog nimmer gesteld zag. De onderdrukte koloniale volken hebben recht op volledige nationale onafhankelijkheid en hun strijd zal geen einde nemen eer zij die hebben verworven; - maar de menschheid is geworden tot één, ekonomisch en kultureel samenhangend, organisme, en elke poging van de Aziatische volken, om zich met een ruk los te maken van het geheel, zal ontzettend leed brengen over vele millioenen menschen, over de eigen volksgenooten allereerst. Het bereiken van een betere en rechtvaardiger regeling der verhoudingen tusschen Europa en Amerika aan den eenen kant, Azië en Afrika aan den anderen, - of, anders uit- | |
[pagina 78]
| |
gedrukt, tusschen het blanke ras en de gekleurde rassen, - of, nog anders, het tot stand brengen van wederzijdsche aanpassing tusschen de kultuur van het imperialisme en de voor-imperialistische kulturen, dat alles eischt niet enkel veel inzicht en kennis, maar ook veel geduld en verdraagzaamheid, veel wijsheid, louterheid en liefde. In dit alles is het kommunisme te kort geschoten. Het laat zich bij zijn optreden meer leiden door haat jegens het imperialisme dan door liefde voor de onderdrukte koloniale volken. Zijn propaganda, die er op gericht is aan te zetten tot geweld, zonder dat het de werkingen van dat geweld beheerscht, zijn aanprijzen daarvan als het middel bij uitnemendheid, om alle, ook de meest verwarde knoopen te ontwarren, zijn totaal gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef, het zijn alles krachten ten kwade gebleken, die de enorme kracht-ten-goede, de kracht van vooruitgang, van verbreking der oude banden en afschudding van het oude juk, die zich in de russische revolutie manifesteerde, ten deele weer hebben geneutraliseerd. | |
C. De gevolgen van de afhankelijkheid der K.I. van Sowjet-RuslandIn de eerste jaren na het einde van den wereldoorlog scheen het allen revolutionairen toe, of de trouw aan den klasseplicht onverbiddelijk de breuk met de Tweede Internationale en het oprichten van zelfstandige partijen op kommunistischen grondslag eischte. In het woord van Karl Liebknecht: ‘Eenheid van strijdgeest, ja en voor altijd: - eenheid van den dooden vorm als de dood van den strijdgeest, dàt nooit weder,’ - in dat woord waren de trillingen hoorbaar der innerlijke worsteling, die de beste strijders voor het socialisme in die jaren uitvochten. Maar ook getuigde dat woord van den wil, om de massa's te | |
[pagina 79]
| |
onttrekken aan de doodelijke omklemming van het verraderlijk reformisme en de formeele eenheid van het proletariaat op te offeren, ten einde den proletarischen klassenstrijd, die met het vasthouden aan deze eenheid onvereenigbaar was gebleken, te redden. De oude Internationale scheen op weg een generale staf te worden zonder troepen. Haar invloed op de arbeidersklasse van alle landen nam snel af; het leek van zelfsprekend, dat de nieuwe Internationale haar erfgenaam zou worden. Alle gezonde en levenskrachtige elementen in de arbeidersklasse, en alle intellektueelen, die niet uit benepen eigenbelang, vreesachtigheid of sleur vastgeklonken bleven aan het stervend kapitalisme, zouden, zoo dacht men, toestroomen om onder het vaandel der Kommintern voor de socialistische maatschappij te strijden. Zeker viel het sommigen revolutionair-gezinde sociaaldemokraten niet licht, om de partijen, waarin zij langen tijd gewerkt hadden en waar zij mee samengegroeid waren, te verlaten, teneinde die voortaan te bestrijden, te verzwakken, te scheuren en zoo mogelijk te vernietigen. De wijze, waarop de leiding der K.I. die scheuringen poogde te voltrekken, werd door een minderheid in haar eigen rijen reeds spoedig bedenkelijk-opportunistisch geacht. Die minderheid was van meening, dat men niet in de fout der Tweede Internationale mocht vervallen, te veel gewicht te hechten aan het aantal, maar er integendeel naar moest streven, een kleine proletarische voorhoede van overtuigde strijders te vormen. De kracht dier voorhoede zou liggen in haar geestelijke eenheid, haar helder inzicht, haar hoog zedelijk gehalte en haar onwrikbaren wil. Zulk een kleine voorhoede waren de bolschewiki immers zelven ook geweest; ondanks haar kleinheid had hun partij in de revolutie tot uiting gebracht, wat in de massa's leefde, zij had het vertrouwen dier massa's verworven en hen aangevoerd in den strijd. | |
[pagina 80]
| |
De leiding der K.I., dacht geheel anders over deze dingen. De K.I. moest zoo snel mogelijk groeien. Zij moest groote massa's verzamelen, die door den strijd geschoold en in bolschewistischen zin gedisciplineerd zouden worden. Ook Lenin trok in zijn bekende ‘kinderziekten’ - brochure te velde tegen het persé ‘klein willen blijven’, dat hij als sektarisme veroordeelde. Terwijl aan de leiders uit de sociaal-demokratische partijen die zich bij de Kommunistische Internationale wilden aansluiten, een lijst van 21 voorwaarden werd voorgelegd, die zij eerst moesten onderteekenen - in het naïve geloof, het opportunisme door formules buiten de poort te kunnen houden - werd voor de massa's de toegang tot de Kommintern wagewijd geopend. Meer nog: men lokte hen met trommel- en bekkenslagen naar binnen. Deze taktiek werd ingegeven door de fiktie, dat de massa's oneindig radikaler waren dan de leiders. Met alle middelen der demagogie, grove zoowel als verfijnde, werd de scheuringstaktiek in die jaren doorgezet. De leiders uit de sociaal-demokratische partijen die naar links leken. over te hellen, werden eerst gelokt, gevleid, geprezen, om wanneer ze niet buigzaam genoeg bleken, niet alles deden wat van hen verlangd werd, weer losgelaten en voor verraders, ‘agenten der bourgeoisie’, uitgemaakt te worden. Uit het optreden van de agenten der Derde Internationale echter bleek al te vaak hun volslagen gebrek aan menschenkennis, aan takt, aan geduld, hun gebrek aan vermogen zich in te denken in persoonlijkheden, die zich gevormd hadden in een geheel ander milieu; - hun gebrek aan achting voor anders geaarden en andersgerichten, die het even eerlijk meenden met de proletarische zaak, aan schroom hun geweten aan te tasten, hun denken in bepaalde banen te willen dwingen; - bleek kortom de geheele geestesgesteldheid die op grond van kwasiverstandelijke, feitelijk echter door gevoel en wil in hooge | |
[pagina 81]
| |
mate bepaalde overwegingen tot een bepaalde gezindheid bij anderen konkludeert. Hun optreden werkte niet zelden het tegendeel uit van datgene, wat zij zich voorstelden. Door de haastige, onoordeelkundige wijze, waarop de partijen der Tweede Internationale uiteen gescheurd werden, werd in het minst geen zuivere scheidingslijn tusschen revolutionairen en niet-revolutionairen getrokken. In Duitschland werden duizenden uit de Onafhankelijke Sociaal-demokratische Partij naar de K.I. overgeheveld, die daar zeker niet thuishoorden. In Frankrijk, waar de linkervleugel der sociaaldemokratie ook na den oorlog met de ultra-nationalisten in één partijverband was gebleven, was ditzelfde in nog hooger mate het geval. In Italië daarentegen bleven ten gevolge van het ruwe, taktlooze optreden der agenten van de Kommintern, een groot aantal goede socialisten, wier optreden gedurende den wereldoorlog hun trouw aan de idee van de internationale klasse-solidariteit had bewezen, buiten haar rijen. Echter, alle fouten en blunders ten spijt, scheidden in de jaren 1919-1921 in haast alle Europeesche landen grootere of kleinere groepen zich af van de Tweede Internationale om tot de Derde over te gaan. Zoolang de sterke spanningen in de massa's voortduurden, zoolang de vlammen van den revolutionairen brand telkens, nu hier dan daar, weer uitsloegen, bleef deze op de energiekste en strijdbaarste naturen groote aantrekkingskracht uitoefenen. Maar het zou niet lang duren, of dit veranderde. De pogingen van kleine voorhoeden in verschillende landen, om zich van de macht meester te maken, faalden. In de enkele gevallen, dat die pogingen aanvankelijk succes hadden, ging de reaktie weldra tot een tegen-aanval over en op een kortstondige triomf volgde de bloedige nederlaag. In Hongarije woedde het schrikbewind van Horthy; in Italië begon, onmiddellijk nadat de bezetting der bedrijven in het najaar van 1920 met de verzwakking | |
[pagina 82]
| |
der arbeiders, geëindigd was, het fascisme zijn opmarsch, die voortduurde tot de inzetting der fascistische diktatuur in November 1922. In Duitschland werden de arbeiders in de jaren 1919-1923 van positie tot positie teruggejaagd, 15000 proletariers vielen in bloedige straatgevechten. In Spanje, in Roemenie, in Bulgarije, in Polen, overal kwam een regiem van bloed en ijzer aan het roer, dat erin slaagde, elke opstandige beweging terneer te slaan. De kommunistische pers werd verboden, de kommunistische organisaties werden ontbonden, de aanhangers van het kommunisme, als wilde dieren opgejaagd, vulden de gevangenissen en tuchthuizen in een aantal Europeesche staten. Aan den onheiligen kruistocht tegen de revolutionairen nam de sociaaldemokratie van alle landen deel. De oude Internationale van Liebknecht en Bebel, van Vaillant en Jaurès schandvlekte zich door bloeddorstige kontra-revolutionaire regeeringen behulpzaam te zijn bij hun pogen, de heerschappij van het kapitalisme te herstellen. De handen van haar leiders waren bevlekt met het bloed der slachtoffers van de regeeringsterreur, met het bloed van arbeiders, die als helden hadden gestreden en hun leven hadden gegeven, om de zegepraal van het socialisme te bevechten. Geen wonder, dat de haat, de afschuw, de verachting der kommunisten voor de verraders der proletarische zaak geen grenzen kenden. De sociaaldemokratie was in hun oogen niets anders dan de partij van het laagste en gemeenste klassenverraad; de partij der Judassen van het socialisme. Het kòn niet anders, of die partij moest in de hoogste mate den afschuw van alle eerlijke arbeiders opwekken en als arbeiders-partij een snel verval tegemoet gaan. De kommunisten waren van dit alles overtuigd. Maar het bleek, dat zij zich vergisten. In de arbeidersklasse is sinds geruimen tijd een proces van differentiatie aan den gang, | |
[pagina 83]
| |
dat ons in vele opzichten den sleutel in handen geeft tot het begrip van tendenties en verschijnselen, die anders onverklaarbaar voor onsmoeten blijven. De verschillen tusschen de hoogere en de lagererangen van het proletariaat hebben zich geäccentueerd: het maatschappelijk zijn van de eerste kategorie, en meer nog haar bewustzijn, is in vele opzichten tot de kleinburgerlijke norm genaderd. Wél hadden de revolutioneerende werkingen van den wereldoorlog een zekere toenadering tusschen de verschillende lagen der arbeidersklasse tot gevolg, deze was echter niet duurzaam. De rationalisatie begon en vergrootte de verschillen in levensstandaard en levenshouding tusschen de geschoolden en ongeschoolden. Het ligt voor de hand, dat de beter-gesitueerden zich het eerst met de stabilisatie van het kapitaal verzoenden. Zij hechtten aan het beetje levenszekerheid, dat zij hadden verworven. De ten deele ware, ten deele overdreven verhalen over het vreeselijke leed, dat de russische volksmassa's in de jaren 1918-1922 doormaakten, droegen ertoe bij, hun angst voor de revolutie te vermeerderen. Zoo dreven hun eigen twijfelingen, hun zeer menschelijke huivering voor het onbekende, hen weer naar de ‘oude beproefde’ paden terug. Zij herinnerden zich, dat de sociaaldemokratie hun tientallen jaren lang was voorgegaan, dat zij hun den weg had gewezen uit rechteloosheid en ellende naar een iets menschwaardiger bestaan. Naarmate het kapitalisme zich herstelde en de levensvoorwaarden verbeterden, schaarden de bevoorrechte groepen derarbeidersklasse zich weer met meer stelligheid achter het wèl geschandvlekte, maar hun nog altijd vertrouwde, vaandel der sociaaldemokratie. Zij hoopten, dat deze hen ook verder, lags wegen van geleidelijkheid en door de demokratie, naar omhoog zou voeren. Zij waren zelven niet geneigd, die wegen te verlaten. Zij hadden den moed niet, de hachelijke kansen van een worsteling op leven en dood te wagen, waarvan de vruchten | |
[pagina 84]
| |
waarschijnlijk niet hun zelven, maar een volgend geslacht ten goede zouden komen. Zij waren daartoe te reformistisch, dat wil zeggen te burgerlijk, te vervuld met hun persoonlijk- en hun groepsbelang, te weinig sociaal-denkend en voelend. Zij waren bevreesd voor het leed en de ontberingen, die de revolutie zeker zou brengen, voor de offers, die zij eischen zou. Natuurlijk ging ook deze ontwikkeling, als iedere andere, niet in een rechte lijn, maar met schommelingen. Wanneer de bourgeoisie op bijzonder ergerlijke wijze haar klasse-egoïsme openbaarde, of de sociaaldemokratie op bijzonder stuitende manier met de burgerlijke regeeringen samenspande tegen de revolutionairen, dan stroomden de massa's naar links. Het kommunisme ging de hoogte in, zijn invloed in de vakbonden nam toe, zijn organen kregen duizenden nieuwe lezers. Zoo ging het herhaaldelijk in Duitschland en Frankrijk; zoo ging het nog in Engeland gedurende de groote mijnwerkersstaking van 1926, en in Oostenrijk direkt na de bloedige Juli-onlusten van 1927. Maar de kommunisten slaagden er nimmer in, om de behaalde winsten vast te leggen en met behulp daarvan nieuwe machtsposities in te nemen. Altijd slipte alles weer tusschen hun vingers weg. Honderdduizenden arbeiders zijn in West- en Midden Europa een poos lang lid geweest van een kommunistische partij; veel grooter nog is het aantal van hen, die tijdelijk op een kommunistisch orgaan geabonneerd waren. De overgroote meerderheid echter dier honderdduizenden, die vol hoop en geestdrift tot het kommunisme kwamen, is daar weer voor verloren gegaan. Een deel zwenkte af naar de sociaaldemokratie en de moderne vakbonden, een ander deel heeft alle vertrouwen in het socialisme verloren en zich van den strijd geheel teruggetrokken.Ga naar voetnoot1) | |
[pagina 85]
| |
Hoe komt het, dat de kommunistische partijen, die in de latere jaren steeds meer geschoeid werden op de leest van het russische bolschewisme, dat is van de hechtstgevoegde arbeidersorganisatie, die wellicht ooit bestaan heeft, - hoe komt het, dat deze partijen, welker inrichting en werkwijze hun met schoolmeesterachtige nauwkeurigheid uit Moskou wordt voorgeschreven, in de organisatorische praktijk zoo jammerlijk falen? Hoe komt het, dat de bolschewistische organisatie-vorm: de opbouw der partij onmiddellijk uit de bedrijfskernen, die in Rusland zulke schitterende resultaten had, in Europa in verreweg de meeste gevallen tot mislukkingen, althans tot groote teleurstellingen heeft gevoerd? Een der hoofdredenen hiervan is, dat terwijl de sociaal-demokratische organisatie-vorm gegroeid is uit de nationale verhoudingen en behoeften, en gaandeweg versterkt en verbeterd werd, de kommunistische organisatie-vorm kant en klaar van Rusland werd overgenomen. De K.I. geloofde dat de ervaringen, in één land opgedaan, onveranderd konden worden toegepast in andere landen. Aan de arbeiders van West- en Midden Europa werd een worm van organisatie opgedrongen, die het resultaat wasvan ten deele andere verhoudingen en toestanden dan die, waaronder zij zelven leefden. De organisatie-vorm der kommunistische partijen is sterk gecentraliseerd; de tucht is streng en het bestuur bezit groote machtsbevoegdheden. Dit alles is van de russische kommunisten overgenomen; het dateert uit de jaren toen het bolschewisme illegaal moest werken en de leiders gewichtige beslissingen moesten kunnen nemen, zonder de partij te raadplegen. Deze was toen een kleine keurbende van onverschrokken revolutionairen, allen beproefd in den strijd en voor het meerendeel theoretisch goed onderlegd. Ook in de eerste jaren na de revolutie stond het geestelijk peil der leden zeer hoog; zij leefden innig mede | |
[pagina 86]
| |
met de partij; de taktische vraagstukken werden in de pers en op de kongressen grondig behandeld. Elk lid voelde het als zijn plicht, zich van die vraagstukken tot in bijzonderheden op de hoogte te stellen en daarover een goed gefundeerde meening te vormen. In de West-Europeesche kommunistische partijen was om te beginnen de verhouding tot de leiders geheel anders dan in Rusland; het grootste deel van hen was in de sociaal-demokratie werkzaam geweest; geen wonder dat zij nog vastzaten aan de oude opvatting, die het werk in de vertegenwoordigende lichamen als de hoofdzaak beschouwt. Anderen zagen in hun vurige bewondering voor de russische revolutie, het verschil tusschen revolutionaire en militaire tucht geheel voorbij: zij bootsten de uiterlijke kanten van het bolschewistisch partijwezen na en eischten volstrekte onderwerping aan partijbesluiten, die geenszins, zooals in Rusland langen tijd het geval was geweest, door de overtuiging der geheele partij gedragen werden, maar door eene, zich oppermachtig voelende leiding, waren gedekreteerd. Naarmate het verval der K.I. verder voortschreed en het kleine aantal beproefde leiders, waarover de revolutionaire beweging in West-Europa beschikte, werd weggedrongen of uitgestooten om vervangen te worden door opkomelingen, de z.g.n. ‘leninisten van 1924’ (waarvan velen geen kennis van het marxisme, geen politieke ervaring en geen karakter bezaten, en niets anders waren dan soepele werktuigen en gewillige medeplichtigen) werd dit alles natuurlijk erger. De laatste sporen van ‘demokratisch centralisme’ gingen in de voornaamste kommunistische partijen van West- en Midden-Europa verloren. Van zakelijke diskussie over de vraagstukken der kommunistische politiek was geen sprake meer: elke meening die van die der leiding afweek, werd onmiddellijk als ‘trotzkistisch’, als ‘sociaaldemokratisch’ of ‘syndikalistisch’ gediskrediteerd. De strikte discipline, | |
[pagina 87]
| |
die in de russische partij was opgekomen uit de noodzaak, om in een strijd op leven en dood staande te blijven, die dáár op onderlinge kameraadschap, op de groote liefde der leden voor de leiders en het groote vertrouwen in hun inzicht had gesteund, zij vond in het Westen in den regel geen andere steunpunten, dan machtswaan en zelfoverschatting, wat de leiders betreft, terwijl gemakzucht, oppervlakkigheid, sleur en fanatisme al te veelvuldig haar steunpunten waren in de leden. ‘De ‘ijzeren discipline’, die men eischte, was niet het minst daarom onzinnig, omdat de internationale leiding van een ontstellende onvastheid was. Telkens werd, speciaal ten opzichte van het eenheidsfront en het optreden in de vakbeweging, van richting veranderd. De sociaaldemokratie werd vaak als de ‘linkervleugel der bourgeoisie,’ somtijds zelfs als een ‘gekamoefleerd fascisme’ omschreven, terwijl die zelfde sociaaldemokratie toch telkens weer werd uitgenoodigd om samen met het kommunisme tegen de bourgeoisie en het fascisme te strijden. Toen de pogingen, om een ‘eenheidsfront’ te vormen, dat is om tusschen de bestaande arbeiders-organisaties van rechts en de kommunisten duurzame samenwerking tot stand te brengen, faalden, probeerden de kommunisten door het oprichten van z.g.n. ‘mantelorganisaties’ hun doel te bereiken. Op zichzelf beschouwd moet men alle pogingen der kommunisten om de verscheurde, uit elkaar gerukte arbeidersklasse in bepaalde organen hetzij voor strijd of tot onderling hulpbetoon te vereenigen, natuurlijk toejuichen. Het ongeluk is echter, dat die pogingen nooit geheel te goeder trouw worden gedaan. Bij ieder ‘eenheidswerk’ is de achtergedachte in het spel, daaruit winst te halen voor de eigen partij. De kommunisten zijn overtuigd, het recht zoowel als den plicht te hebben, elke beweging, elke zaak, elke persoon te hunne bate te gebruiken. Zij mogen geen ach- | |
[pagina 88]
| |
ting hebben voor de overtuiging van anderen; zij moeten het beginsel van goede trouw tusschen samenwerkende organisaties beschouwen als een belachelijk vooroordeel, zij zijn verplicht in alle organisaties waar zij samenwerking mee zochten, te intrigeeren en te pogen daarin tweedracht te verwekken. Als het voornaamste resultaat van die samenwerking beschouwen zij niet zoozeer de daadwerkelijke verbetering in den toestand der arbeidersklasse of der onderdrukte volken, ten behoeve waarvan de samenwerking kwansuis geschiedt, dan wel de ‘ontmaskering’ van politieke tegenstanders en de verzwakking van andere arbeidersorganisaties. Vele kommunisten zijn overtuigd, dat zij door zoo te handelen de arbeidersklasse dienen en voor haar bevrijding werken. Men heeft hun een mechanische, geheel uiterlijke, en tot het uiterste vereenvoudigde konceptie van den klassenstrijd ingehamerd, waarmee elk besef van de innerlijke belemmeringen, die het socialisme in den weg staan, en van den bijzonderen aard der psychische krachten, onvereenigbaar is. Zij zijn blind en doof geworden voor het besef, dat het socialisme moet steunen op geestelijke faktoren, die enkel in een atmosfeer van goede trouw, verdraagzaamheid, kameraadschap en welwillendheid tot ontwikkeling kunnen komen. De arbeiders hebben het psychisch, of zoo men wil het zedelijk tekort in het kommunisme, spoedig intuïtief begrepen. Wanneer ondanks de diepe hunkering naar eenheid in de massa's, de ‘eenheidspolitiek’ der Russen in de vakbeweging (waarvan het zeer goed mogelijk is, dat zij haar, althans op sommige oogenblikken, ernstig meenden), afgestuit is op een muur van wantrouwen en vijandigheid, - dan is de voornaamste oorzaak daarvan juist het besef van dat tekort. De massa's voelen, dat het kommunisme der Derde Internationale leeft in een sfeer, ‘jenseits von gut und böse’, - dat dit vereenzijdigde, veruiterlijkte, vermecha- | |
[pagina 89]
| |
niseerde kommunisme eenheid en scheuring, liefde en haat, waarheid en logen, geweld en overreding, als volkomen gelijkwaardige dingen beschouwt in dienst van een gedachten-schema, een abstrakte idee van menschelijk heil, die weinig of niets uitstaande heeft met het bloedwarme, trillende, kloppende leven.
Wij willen hier nog even terugkomen op de oorzaken, waardoor de ‘bolschewistische’ organisatievorm, dat is de bedrijfskern als organische en politieke basis der partij, in West-Europa vrijwel gefaald heeft. Ten eerste veronderstelt die vorm, wil hij behoorlijk funktioneeren, kommunistische partijen, die althans tamelijk sterke wortels hebben in de groote bedrijven en wier leden een hooge mate van politieke geschooldheid en van geest van initiatief bezitten. In Rusland is hij gegroeid uit de omstandigheden waaronder de revolutionairen werkten. Immers, tot aan de revolutie kon van geregelden politieken strijd, zooals de arbeidersklasse dien in West- en Midden-Europa sedert tientallen jaren voert, geen sprake zijn. De eenige mogelijkheden van strijd waren massale demonstraties of stakingen, die natuurlijk konspiratief moesten worden voorbereid. Toen de partijen der K.I., tengevolge van een kongresbesluit, in 1925 genoodzaakt werden zich te ‘bolschewiseeren’, toen werden ook daar, waar de kommunisten in de groote bedrijven haast niet vertegenwoordigd waren, de bedrijfskernen tot den grondslag der partijorganisatie gemaakt. Weldra echter bleek, dat een dergelijke mechanische navolging haar doel, de versterking van het kontakt met de massa, in geen enkel opzicht bereikte. Het tegendeel vond plaats. De nieuwe organisatievorm kwam ten goede aan de bureaukratie, zij werkte de toeneming der macht van het z.g.n. ‘apparaat’ sterk in de hand. De weinige, vaak politiek ongeschoolde arbeiders, die in de meeste gevallen de bedrijfskernen vormden, waren niet | |
[pagina 90]
| |
in staat voeling met de massa's te krijgen, laat staan die te beïnvloeden. De oude partij-afdeelingen - waarop men te recht kritiek kon uitoefenen: immers zij onderscheidden zich in niets van het oude sociaaldemokratische organisatie-type, dat in de eerste plaats rekening hield met de verkiezingspropaganda, - werden in vele gevallen opgeheven. Als gevolg daarvan werd de plaatselijke politieke samenhang tusschen de kommunisten vaak zeer verzwakt. De op zichzelf staande kleine kernen stonden te los van elkaar, om als eenheid te kunnen funktioneeren. Ook gingen zij vaak geheel óp in de aangelegenheden van het bedrijf en wisten bij hun leden geen belangstelling te wekken voor de groote nationale en internationale vraagstukken. Sommige partijen der K.I. funktioneeren dan ook zooals een molen het zou doen, die niets te malen had. De wielen draaien regelmatig, maar er komt geen meel. Het eenige wat niet enkel op papier, maar werkelijk in die partijen bestaat, is het ‘apparaat’, d.w.z. de beambten, die de bevelen van Moscou overbrengen. In onze beschouwing over het verval der K.I. hebben we reeds terloops gewezen op de nadeelen, die de overmatige centralisatie en de afhankelijkheid van Moskou hebben gehad voor de kommunistische pers. Wij willen deze opmerkingen thans nader uitwerken. De kommunistische organen ontvangen wekelijks lijvige internationale korrespondenties met artikelen over de voornaamste gebeurtenissen, waaruit zij slechts hebben te putten. Een dergelijke centralisatie van de partij-journalistiek heeft ontegenzeggelijk haar voordeelen. Zij maakt het, ook aan organen met een zwakke redaktie en geringe hulpmiddelen, mogelijk om aan zekere technische eischen te voldoen. Zij voorkomt geestelijke ontsporingen van weinig geschoolde of onbesuisde redakteurs, wanneer deze een oordeel moeten uitspreken over onverwachte gebeurtenissen. Ook ligt in de behandeling der feiten door de geheele kom- | |
[pagina 91]
| |
munistische pers van altijd dezelfde gezichtspunten uit natuurlijk een groote kracht. Dag in dag uit wordt het denken van millioenen lezers in dezelfde richting geleid; zóó worden zij opgevoed tot gelijkheid-van-willen-enhandelen. Echter werken eenheid van opvatting en eenparigheid van wil op den duur enkel als een kracht in de arbeidersbeweging, wanneer zij vruchten zijn van den strijd der meeningen en wanneer de eigen overtuiging telkens niet enkel aan nieuwe verschijnselen, maar ook aan andere opvattingen en overtuigingen wordt getoetst. Elke meening is onvermijdelijk partijdig, elk oordeel noodzakelijk eenzijdig. Elke in een organisatie ‘heerschende’ opvatting is tot stand gekomen in bepaalde omstandigheden en draagt den stempel van een bepaalde geestelijke inzetting. Een dergelijke opvatting heeft daarom altijd iets willekeurigs; zij vertegenwoordigt slechts een gedeeltelijke en beperkte waarheid. Het middel bij uitnemendheid om te maken, dat de waarheid, waarvan een strijdende partij leeft, haar oordeel, haar leidende gedachte, zoo ruim en breed en algemeen mogelijk zij, dat middel is de vrije diskussie, de vrijheid tot het verkondigen van alle gedachte-nuanceeringen, die zich met het fundamenteele beginsel der partij verdragen. Reeds de verzorging der geheele kommunistische pers met artikelen over alle mogelijke onderwerpen van één centrale uit, die enkel de opvattingen der leiding weergeeft, werkt bewustzijnvernauwend. Ook dan, wanneer hun, die anders denken dan de leiding, bij uitzondering wordt toegestaan hun afwijkende meening te verkondigen, is de kans groot, dat die meening nationaal en internationaal reeds gediskrediteerd is, nog eer zij tot uiting komt. Het volle gezag der internationale leiding - dat is in laatste instantie het gezag der leiders van de russische K.P. en van den russischen staat - wordt in het gewicht ge- | |
[pagina 92]
| |
worpen tegen het gezag van den eenling (of, in sommige gevallen, van de groep) die het waagt, de dogma's van het ‘marxisme’ en het ‘leninisme’ onder de loep te nemen en kritisch te beschouwen. Onder dat gezag wordt zijn meening verpletterd. In tegenstelling tot wat in de jaren vóór den wereldoorlog in de Tweede Internationale het geval was, heeft in de K.I. tot dusver geen enkele oppositie van beteekenis vermocht zich te handhaven. Aan alle meeningen, welke van die der leiding afweken, werd van den beginne af aan een stempel van politieke en geestelijke minderwaardigheid opgedrukt. Wanneer de aanhangers van die meeningen niet van de dwalingen huns weegs terugkeerden, werden zij geestelijk afgemaakt, op non-aktiviteit geplaatst en ten slotte uit de gelederen verwijderd. Het is erg genoeg, dat de K.I. op deze wijze duizenden leden verloren heeft. Het is vooral erg, omdat juist onder de leden van opposities, dat is van minderheden, in den regel de onafhankelijke, onbuigzame karakters en de zelfstandige denkers gevonden worden, die het zout zijn van strijdende partijen. De verwijdering der oppositioneele elementen heeft voor de K.I. de gevolgen gehad, die de verstikking der vrije meeningsuiting onvermijdelijk voor elke organisatie heeft. Zij voert tot verstarring van het geestelijk leven. Daar waar slechts één meening, één opvatting, één interpretatie der feiten geoorloofd is, daar kan van wetenschappelijk onderzoek evenmin sprake zijn, als van geestelijk initiatief. In een tijdvak, waarin telkens nieuwe ekonomische, sociale en politieke problemen voor de arbeidersklasse opkomen - problemen, die de arbeidersbeweging moet oplossen, wil zij niet ten onder gaan - is de verstarring in de Derde Internationale zoo ver voortgeschreden, dat zij die problemen vaak zelfs niet meer opmerkt. Feitelijk mogen er voor den ‘orthodoxen marxist-leninist’ geen problemen bestaan. Wie | |
[pagina 93]
| |
problemen zegt, zegt niet enkel onderzoek, maar ook onzekerheid en twijfel, hetzij dan van verstandelijken of van zedelijken aard. Dit alles is thans noodig om tot nieuwe, beter-gefundeerde zekerheid te kunnen komen. Maar hoe zou de huidige ‘marxist-leninist’ kunnen twijfelen? Hij waant immers den sleutel te bezitten tot het begrip van alle verschijnselen en den hefboom tot het opheffen van alle belemmeringen, die het socialisme in den weg staan. Het spreekt vanzelf, dat het marxisme niet tot een dergelijke geestelijke verstarring behoeft te leiden als die, waarvan de kommunistische organen getuigen. Wie zich b.v. de glansperiode van de ‘Neue Zeit’ herinnert - en zij hield tientallen jaren aan - wie terugdenkt aan de talrijke belangrijke artikelen op haast ieder gebied van menschelijk weten, die in de oude jaargangen van het centrale tijdschrift van het marxisme verschenen zijn, dien wordt het tekort in de wetenschappelijke organen van het kommunisme des te pijnlijker bewust. Dat, wat de Neue Zeit in de vorige eeuw voor verschillende generaties van socialisten geweest is, een bron van kennis en inzicht, waaraan zij voor hun socialistische vorming oneindig veel verschuldigd waren, - de organen der K.I. kunnen het heden onmogelijk voor hare leden zijn. Hun dorheid en schoolschheid geven telkens nieuw voedsel aan het vermoeden, dat het verval van het marxisme als wetenschappelijke methode begonnen is.
De wereldoorlog is de vader der K.I., de russische revolutie haar moeder. Vóór de verovering der russische staatsmacht door de bolschewiki in November 1917 was hun partij bij de arbeidende massa's van West-Europa bijna onbekend. Maar die verovering eerst, en daarna de heroische worsteling van het proletarische Rusland tegen de verbonden reakties van geheel Europa, omgaven de | |
[pagina 94]
| |
organisatie der bolschewiki met een stralenkrans, zooals geen enkele socialistische partij ooit had bezeten. De bewondering en vereering, die de revolutionairen van alle landen voor de groote leiders der russische revolutie koesterden, waren grenzeloos, en grenzeloos was ook het prestige van hun woord, hun raad, hun meening in de Derde Internationale. Het woord der russische kommunisten, die de leiding hadden gehad van drie omwentelingen en aan het hoofd van den eersten proletarischen staat stonden, gold in de nieuwe Internationale als wet. Hoe kon het anders, of de afgevaardigden der jonge kommunistische partijen van alle landen erkenden het gezag dier mannen en legden zich neer bij hun oordeel, óók wanneer dit West-Europeesche toestanden en verhoudingen betrof? Verreweg de meeste kommunistische partijen zouden zonder russische hulp zelfs niet ter wereld zijn gekomen; zij waren op zijn minst evenzeer het produkt van de bemoeiïngen, de energie en de diplomatie der Russen, als van de aktiviteit van groepen en personen in het land zelf, waar zij ontstonden. Geen wonder, dat het ‘leninisme’, dat is de interpretatie van het marxisme in aktieven zin, en tevenszijnvervormingtoteen leer, die de ideologische en politieke behoeften der russische massa's in de revolutie kon bevredigen, de heerschende ideologie der K.I. werd. Het kommunisme der Derde Internationale kreeg een overheerschend russisch karakter, zooals het socialisme der Tweede Internationale in het tijdvak 1889-1914 een overheerschend duitsch karakter gedragen had. Dit was, gezien de omstandigheden, onvermijdelijk. En ook was het onvermijdelijk, dat de beïnvloeding der kommunistische partijen door de Russen en den russischen geest veel verder ging dan die der socialistische partijen door de Duitschers en den duitschen geest ooit gegaan was. Immers, de duitsche sociaaldemokratie was in het tijdvak vóór den wereldoorlog een partij, die zich van de andere partijen der Internationale | |
[pagina 95]
| |
enkel onderscheidde door haar sterkere organisatie, haar grootere geschooldheid en politieke beteekenis. Zij bezat voldoende ekonomische middelen, om bij bijzondere gelegenheden de zwakkere zusterpartijen met geldelijke bijdragen te steunen, hun het oprichten van organen te vergemakkelijken, enz. Echter werd die steun toch altijd slechts bij uitzondering verleend. Hij betrof altijd een bepaald geval en bleef onderworpen aan de gewone kontrole. Ook werden in ruil daarvoor geen bepaalde toezeggingen verlangd; de partijen die hem genoten, bleven vrij en onafhankelijk tegenover de partij, die hem verleende. Als regel onderhielden alle partijen der Tweede Internationale haar eigen instellingen, betaalden zij zelf haar verkiezingskosten, enz. De invloed, die de Duitschers in het Internationaal Bureau uitoefenden, was in hoofdzaak het gevolg van hun politiek prestige. In de Derde Internationale is de verhouding tusschen de partij, die hulp verleent, en de partijen, waaraan zij verleend wordt, geheel anders geworden. Achter de russische partij staat de macht van den russischen staat: zij zelve is het, die dien staatbeheerscht. En al is een staat nog zoo arm, zoo zijn zijn hulpmiddelen natuurlijk onuitputtelijk, vergeleken bij die van een proletarische partij. Hoeveel millioenen Sowjet-Rusland sedert de oprichting der Derde Internationale heeft uitgegeven voor de bevordering der kommunistische beweging in alle landen, - het is niet bekend en waarschijnlijk weten zij door wier handen die sommen gegaan zijn, het zelven, niet met zekerheid. Dat er in de eerste jaren na den oorlog op de onverantwoordelijkste manier met geld gesmeten is, staat vast: het waren de jaren van het groote élan, de groote heldhaftigheid, maar ook die der groote korruptie. Schatten gouds werden verkwist in de hoop, de revolutie in Centraal Europa te forceeren. Een deel daarvan kwam terecht - kon het anders - in handen van intriganten en gelukzoekers, ter- | |
[pagina 96]
| |
wijl een ander deel menschen, die met zuivere bedoelingen tot het kommunisme gekomen waren, korrumpeerde en bedierf. Doordat de verwachtingen van uitbreiding der revolutie telkens spaak liepen, de korruptie in de K.I. ontbindend werkte en het Sowjet-bewind voor de noodzakelijkheid stond, te bezuinigen, kwam aan de geldsmijterij allengseen einde. Het kwaad werd beteugeld en genormaliseerd; het nam minder stuitende vormen aan, maar werd niet opgeheven. Alle, of bijna alle, kommunistische partijen en hun organen zijn voor het voortbestaan van hun pers en hun ‘apparaat’ van den steun van Rusland afhankelijk. De onvermijdelijke organisatorische en geestelijke afhankelijkheld wordt versterkt en tevens vervalscht door de financieele. De partij-funktionarissen, redakteuren, enz., die voor een deel van de russische steungelden bestaan, zijn natuurlijk niet bewust van het feit, dat hun politieke opvattingen en ideeën door dien steun in hooge mate beïnvloed worden. De meesten hunner gelooven zeker, dat zij te goeder trouw het eene jaar voor Zinowiew zijn, het tweede tegen, het derde weer vóór hem, dat Trotzki een verkapte ‘menschewist’ is, enz. Zij gelooven in één woord, te goeder trouw dat hun oordeel over wie en wat ‘revolutionair’, wie en wat ‘kontra-revolutionair’ is, zich gevormd heeft, onafhankelijk van hun persoonlijke positie (die door velen van hen vereenzelvigd wordt met de positie der partij) - juist zooals de meeste sociaaldemokratische parlementariers en bezoldigde bestuurders van vakbonden, enz. te goeder trouw gelooven, dat hun reformistische opvattingen, hun beduchtheid voor scherpen strijd, hun afkeer vanrevolutionaire situaties, niets hoegenaamd met hun persoonlijke positie en hun gebondenheid aan de burgerlijke maatschappij te maken hebben. Het lijkt vreemd, dat een organisatie als de K.I., die | |
[pagina 97]
| |
strikt aan het dogmatisch marxisme vasthoudt, nooit verband heeft gelegd tusschen het feit, dat bijna elk meeningsverschil in de kommunistische partijen leidt tot een verbitterden strijd om de macht tusschen bepaalde groepen, met de geestelijke instelling van funktionarissen, die de dingen niet kunnen los maken van hun persoonlijke positie en alle, ook de verwerpelijkste middelen gebruiken, om deze te handhaven. Het marxistische inzicht in de belangrijke rol, die de ekonomische motieven spelen, zou veel kunnen bijdragen tot de verklaring van de permanente krisissen in een aantal partijen der Derde Internationale, al is het natuurlijk noodig, ook op andere factoren - in de eerste plaats op den wil-tot-de-macht - ter dege te letten, zal die verklaring niet eenzijdig zijn. Om goed te begrijpen, hòeveel kwaad de russische subsidies in de partijen der Kommintern stichten, bedenke men, dat over die subsidies beslist wordt door de leiding der russische K.P., dat zij niet door die partij zelve gekontroleerd worden, dat zij jaar in jaar uit gegeven worden, geen verband houden met den omvang van de gewone hulpmiddelen der partijen die hen ontvangen en ten slotte, dat zij den wil van die partijen zonder genade onderschikken aan den wil der russische partijleiding. Het bederf, dat voor een arbeidersorganisatie voortvloeit uit haar ekonomische afhankelijkheid van een staatkundig organisme, met alle middelen naar zelfhandhaving strevend, dat bederf blijft niet begrensd tot de kommunistische partijen. Het behoort tot de werkwijze der Derde Internationale, organisaties van verschillenden aard in het leven te roepen, die met haar slechts indirekt, in sommige gevallen zelfs schijnbaar in het geheel niet verbonden zijn. Deze organisaties hebben, wij zeiden het reeds, in sommige gevallen den geest van internationale proletarische solidariteit versterkt en de slachtoffers van den klassenstrijd gesteund; ook zijn zij niet zonder succes werkzaam | |
[pagina 98]
| |
voor het herstel der kultureele betrekkingen tusschen Rusland en andere landen. Maar zij bevatten een element van onzuiverheid, dat al het goede wat zij gedaan hebben en ook thans nog doen, bederft. Uit de betrekking, waarin zij staan tot de K.I., vloeit in wezen dezelfde verholen afhankelijkheid van den russischen staat voort, die voor de kommunistische partijen zulke slechte gevolgen heeft. Wie over deze dingen nadenkt, kan niet anders dan zich de vraag stellen, in hoever de millioenen besteed aan kommunistische propaganda, aan ondersteuning van stakingen, voorbereiding van opstandige bewegingen, oprichting van mantelorganisaties, enz., werkelijk vruchten hebben gedragen voor de bevrijding der arbeidende massa's. Natuurlijk is, wat de kommunistische organisatie aangaat, dank zij de geestelijke energie en de materieele middelen der Russen zeer veel bereikt. Op een der laatste kongressen van de K.I. kon de voorzitter meedeelen, dat er op de geheele wereld geen land meer bestond, waar niet minstens één kommunistisch orgaan verscheen. Het is altijd mogelijk om op die wijze in de breedte te werken. De vraag is echter, of het kommunisme terrein wint in de ekonomisch en politiek vooraanstaande landen, en of het in die landen onder de arbeidersmassa's dieper wortel schiet. Het is niet zoo eenvoudig, deze vraag te beantwoorden. De kommunistische partijen hebben in West en Midden Europa in de laatste jaren tienduizenden leden verloren; hun invloed in de vakbonden is in het algemeen zeer verminderd. Maar de kommunistische idee van scherpen strijd en van principieele oppositie tegen de kapitalistische orde behoudt voor millioenen arbeiders in de Europeesche landen haar aantrekkingskracht. De uitkomst der algemeene verkiezingen, die in het voorjaar van 1928 in Frankrijk en Duitschland gehouden wer- | |
[pagina 99]
| |
den, bewees dat het kommunisme, al heeft het nog zoo zeer aan prestige ingeboet, met het bewustzijn van groote groepen arbeiders verworteld is en dat het als radikale oppositiepartij zelfs terrein wint. Ondanks zijn talrijke en grove fouten, - ondanks de broedertwisten in Rusland en de echo's van die twisten in andere landen - ondanks het gemis in West- en Midden Europa aan groote figuren, die in staat zijn om de revolutionaire stemmingen en aspiraties der massa's te belichamen, - ondanks dit alles werden in Frankrijk en Duitschland te samen ongeveer 4 millioen stemmen op de kommunistische kandidaten uitgebracht. De oorzaak daarvan is niet ver te zoeken. In de kommunistische verkiezingspropaganda klinkt de stem van het sociale protest tegen het maatschappelijk onrecht, tegen de uitbuiting en de verwaarloozing der massa's, tegen den nood en de levensonzekerheid die het kapitalisme schept en bestendigt, veel feller, veel onvoorwaaidelijker en veel onverzoenlijker dan in de verkiezingspropaganda der sociaaldemokratie. Deze is - en zij erkent dit zelve - een radikale hervormingspartij geworden. Zij is te zeer aangepast aan de huidige maatschappij om te kunnen spreken naar het hart der velen, die van die maatschappij enkel den schaduwkant kennen, naar het hart der verbitterden, der verontwaardigden, der vertwijfelenden en der opstandigen. Alleen het kommunisme vermag dit; daarom handhaaft het zich, daarom wint het zelfs veld als de eenige politieke partij van felle oppositie tegen de kapitalistische ‘orde’. En daarom kan zijn geest van gewelddadig radikalisme niet vernietigd worden door het soc. demokratisch reformisme, hoe machteloos om de nieuwe samenleving op te bouwen die geest ook is. Overwonnen kan hij alléén worden door de werkingen eener onvoorwaardelijk-radikale socialistische gezindheid. Zoolang die gezindheid niet krachtig opleeft in het socialisme, zullen de kommunistische partijen zich blijven handhaven, omdat zij in het maat- | |
[pagina 100]
| |
schappelijk organisme een onontbeerlijke funktie vervullen. De zegepraal der russische volksmassa's over het absolutisme en het feodalisme is in de eerste jaren van het bestaan der Sowjet-Federatie voor den strijd der verdrukte massa's van het Westen en het Oosten van ontzaggelijke beteekenis geweest. En ook thans nog kan men Sowjet - Rusland, - door de revolutionaire tradities zijner arbeiders en boeren, door zijn verachting voor sleur en konventies, door zijn nieuwe vormen van politieke en ekonomische organisatie, door zijn demokratisch leger, door zijn merkwaardige proefnemingen in de industrie, den handel, den landbouw, de rechtspraak, het onderwijs, de kunst, - door de enorme vitale energie zijner volksmassa's, die na eeuwen lang onderdrukt te zijn, thans een weg vindt naar buiten, - door het gevoel hunner menschelijke waardigheid en het zelfvertrouwen, die in deze massa's omhoogstroomen, - in vele opzichten nog een revolutionair land noemen, vergeleken bij het kapitalistisch Europa en Amerika. Daarom blijft de Sowjet-staat, ondanks de talrijke koncessies, die hij aan de klein-burgerlijke klassen in Rusland zelf en aan de groote bourgeoisie der kapitalistische staten heeft moeten doen - waarschijnlijk zullen nog meerdere koncessies volgen - groote waarde behouden voor de arbeidersbeweging en voor den bevrijdingsstrijd der koloniale volken. Zijn eigen belangen stemmen in het algemeen overeen met de belangen der klassen en der naties, die in het imperialisme terecht hun doodsvijand zien en wier zelfbevrijding aan den ondergang van het imperialisme als politiek en ekonomisch stelsel gebonden is. Wat Rusland ook heden nog als vooruitstuwende kracht beteekent, beteekenen kàn ten gevolge der omstandigheid dat geen imperialistisch-gezinde groep van groote bankiers, groot-industrieelen, mijnmagnaten enz. zijn politiek bepaalt, dat bewezen weer de voorstellen, door Litwinow namens zijn regeering op de laatste ontwapenings- | |
[pagina 101]
| |
konferentie van den Volkenbond ingediend. Hier bleken de durf, de frischheid, het onvoorwaardelijk idealisme aanwezig, die alléén in staat zijn gewichtige hervormingen - op het gebied der vredesaktie als op ieder ander gebied - door te zetten. Maar wil Sowjet-Rusland de zaak der arbeidersklasse, die der koloniale volken, die van ontwapening en menschelijkheid werkelijk groote diensten bewijzen, wil het optreden als de sterke bondgenoot aller onderdrukten in hun strijd tegen de huidige meesters der wereld, zonder zijn bondgenooten te ontzenuwen en te ontmannen, dan moeten twee voorwaarden vervuld worden. Ten eerste moeten de banden van afhankelijkheid doorgescheurd worden, die een deel der arbeidersklasse met Sowjet-Rusland verbinden. En ten tweede moet de eenheid in de socialistische arbeidersbeweging hersteld worden. Zoolang de eene Internationale in de eerste plaats een wereldorganisatie ter bevordering van de belangen der Sowjet-federatie blijft, die de bevelen van het almachtige Polbureau moet opvolgen, en zoolang vijandigheid tegen Sowjet-Rusland en tegen alle met Rusland verstrengelde organisaties, de andere Internationale der bourgeoisie in de armen drijft, - zoolang kùnnen tusschen den Sowjet-staat en de arbeidersklasse geen normale verhoudingen heerschen en zullen zij elkander niet op normale wijze kunnen steunen. Het lot der voorstellen van Litwinow heeft opnieuw bewezen, hoe droevig het bestaan van twee konkurreerende Internationalen, - beide even onbillijk in hun oordeel, even vooringenomen tegen alles wat van de andere komt, - zich wreekt. Welk een klankbord zouden die voorstellen gevonden hebben in ééne Wereld-Internationale van den arbeid! Welk een beteekenis hadden zij gekregen, zoo zij door die Internationale tot den inzet van een algemeene kampagne waren gemaakt! | |
[pagina 102]
| |
De organisatorische, finantieele en geestelijke afhankelijkheid der K.I. van Sowjet-Rusland heeft van haar oprichting of aan onwenschelijke gevolgen gehad. Maar zoolang er goeden grond was voor de verwachting, dat Rusland zich in rechten lijn naar het socialisme bewoog, en dat de revolutie zich binnen korten tijd over heel Europa zou uitbreiden, - zoolang waren de voordeelen van de nauwe verbinding tusschen Rusland en de IIIde Internationale zooveel grooter dan de nadeelen, dat men om de eerste te behouden, de tweede wel op den koop toe moest nemen. Het herstel van het kapitalisme buiten Rusland, zoowel als de invoering der N.E.P. in Rusland zelf, hebben gemaakt dat dit veranderde. De voordeelen zijner afhankelijkheid van Rusland zijn voor het kommunisme al kleiner, de nadeelen ervan al grooter geworden; althans wanneer men onder voordeelen niet zoozeer onmiddellijke successen verstaat, als de versterking der politieke en moreele grondslagen eener partij, en onder nadeelen het omgekeerde. De russische regeering heeft in haar binnenlandsche politiek rekening moeten houden met de belangen der meer welgestelde boeren, die de ruggegraat van den staat vormen. Zij is er niet in geslaagd, de uitwassen der bureaukratie te beteugelen, noch de toepassing van kapitalistische methoden tot verhooging van de produktie en tot bezuiniging op de produktiekosten in de staatsbedrijven tegen te houden. De toestand der arbeidersklasse is in de laatste jaren, in sommige opzichten (koopkracht van het loon, woningruimte) achteruit gegaan, de medezeggingschap der arbeiders in de bedrijven wordt steeds meer besnoeid. De machtsbevoegdheden der plaatselijke sowjets zijn, zooal niet wettelijk dan toch feitelijk, steeds geringer geworden. De kultuur-uitgaven, in de eerste plaats die voor het volksonderwijs en de likwidatie van het an- | |
[pagina 103]
| |
alfabetisme, konden bij lange na niet zoo hoog worden opgevoerd als noodig ware geweest, mede door de betrekkelijk hooge uitgaven voor de militaire verdediging. Ondanks het herstel der produktie en de uitbreiding der industrie, neemt het aantal werkloozen, wier lot in Rusland niet minder moeilijk is dan in de kapitalistische landen, voortdurend toe, vooral tengevolge van de proletarisatie der arme boeren. Het alkoholisme is opnieuw tot een verschrikkelijk euvel geworden, terwijl de achteruitgang van den ekonomischen toestand en het moreele gehalte der jeugd ernstige bezorgdheid wekken voor de toekomst. De Derde Internationale is verplicht, al deze donkere schaduwen op het gebied der Sowjet-republiek voor de arbeiders, die haar volgen, zooveel mogelijk te verbergen. Haar pers misleidt hen, door de situatie in Rusland bewust mooier voor te stellen dan die is: zij verzwijgt of bemantelt de fouten der regeering, de verkeerdheden van het regiem; de vaak onmenschelijke hardheid, waarmee politieke tegenstanders worden behandeld; het geestdoodend fanatisme, waarmee een enghartig en mechanisch-geïnterpreteerd marxisme op alle inrichtingen van onderwijs der jeugd wordt ingepompt; de verregaande onverdraagzaamheid, die tot uitdrijving en vervolging niet enkel van de leden van andere socialistische partijen, maar ook van de oppositie in de russische K.P. gevoerd heeft. Niet minder demoraliseerend werkt de verdraaiing der waarheid door de K.I. op het gebied der buitenlandsche politiek. Ook op dit gebied heeft de afhankelijkheid der kommunistische beweging van den russischen staat tot ergerlijke en bedroevende konsekwenties geleid. Gedreven door zijn behoefte aan kredieten, zijn verlangen ekonomische en diplomatieke betrekkingen aan te knoopen met zooveel mogelijk staten, zijn begeerte naar politieke beveiliging vooral tegen de intrigues der engelsche konservatieven, neemt Sowjet-Rusland deel aan het spel | |
[pagina 104]
| |
van bedrog en intrige, zooals dat onder staten gewoonlijk wordt gespeeld. Het heeft herhaaldelijk de belangen der revolutionaire beweging opgeofferd aan die van zijn eigen beveiliging. Het hielp de burgerlijke duitsche regeering aan munitie in den zelfden tijd dat zijn vertrouwensmannen in de K.I. poogden de duitsche arbeidersklasse tot opstand tegen die regeering aan zetten. Het sloot vriendschap met Mussolini; het zette de kommunistische propaganda in Turkije stop om der wille van het verdrag met Kemal Pasha. In China handhaafde het een jaar lang het bondgenootschap met de Kwo-Min-Tang, de partij der nationalistische bourgeoisie, die het financieel steunde en van munitie voorzag, ondanks het feit, dat haar rechtervleugel de chineesche revolutionaire arbeiders en boeren bloedig vervolgde. Toen in Litauen een fascistische staatsgreep plaats vond, deed het Sowjet-bewind geen enkele poging, om de bevolking daartegen in het geweer te roepen. Het gelastte den franschen kommunisten hun aktie tegen den juridischen moord op Sacco en Vanzetti te staken en het amerikaansche legioen ongehinderd door de straten van Parijs te laten trekken, ten einde de petroleum-transakties met de fransche regeering niet in gevaar te brengen. Het is niet onze bedoeling, in bijzonderheden na te gaan, in hoever de tegemoetkomingen van Sowjet-Rusland aan de kapitalistische staten wél, in hoever zij niet onvermijdelijk waren, anders gezegd, in hoever de wil tot zelfhandhaving het besef van internationale verantwoordelijkheid en de revolutionaire solidariteit heeft teruggedrongen. Het is er ons hier enkel om te doen, duidelijk te maken, hoe fataal de verstrengeling der funkties van de leiding der Sowjet-federatie met die van de leiding der Derde Internationale moest werken, - hoe deze verstrengeling een der oorzaken is van het bederf, dat den linkervleugel der arbeidersbeweging heeft aangetast, terwijl zij tevens | |
[pagina 105]
| |
voor de positie van Rusland zelf tegenover de kapitalistische staten haast enkel nadeelige gevolgen heeft. De soms openlijke, meestal verborgen aktiviteit der Derde Internationale ter voorbereiding der revolutie, plaatst de officieele vertegenwoordigers van Sowjet-Rusland in andere staten telkens voor groote moeilijkheden en noodzaakt hen niet zelden tot diplomatieke terugtochten, die het prestige der arbeiders- en boeren-republiek niet verhoogen. De enge, mechanische afhankelijkheid der K.I. van, de russische regeering is de hoofdoorzaak van de elkaar onophoudelijk opvolgende krisissen in de kommunistische partijen. Die afhankelijkheid draagt voor een groot deel schuld aan de toenemende verwarring onder de arbeiders, aan de vermindering van hun sympathie voor, en hun vertrouwen in, de russische K.P. en de Kommintern. Beide schijnen zij meer en meer hulporganen in dienst der handhaving van den russischen staat. Had de K.I. zich bijtijds van Rusland losgemaakt, had zij leiders bezeten, dapper, wijs en onkreukbaar genoeg, om zich zelven en hun organisatie te bevrijden uit den greep, die hen omklemd hield, - hadden zij de arbeiders naast de ontzaggelijke verdiensten, ook de tekortkomingen en verkeerdheden der russische revolutie leeren begrijpen, - dan zou de diepe inzinking voor een groot deel vermeden hebben kunnen worden, die de revolutionaire vleugel der arbeidersklasse thans doormaakt. Tevens zou een mannelijker en fierer houding van de internationale revolutionaire organisatie der arbeidersklasse de russische politiek hebben kunnen beïnvloeden, haar wellicht hebben kunnen bewaren voor zekere uitwassen van het opportunisme, die geenszins ‘onvermijdelijk’ zijn, maar die door wat meer kieschheid en zelfbeheersching waarschijnlijk zeer goed hadden kunnen worden vermeden. Ook zou de zelfhandhaving van den russischen staat door een waardi- | |
[pagina 106]
| |
ger optreden van zijn vertegenwoordigers in de kapitalistische landen beter gediend worden. Of gelooft men, der bourgeoisie achting af te dwingen en tot koncessies te bewegen, doordat officieele vertegenwoordigers der Sowjetfederatie met die der kapitalistische staten wedijveren in weeldevertoon en pronkzucht? Was het voor de zelfhandhaving van Sowjet-Rusland noodig, dat de russische gezant in Italië Mussolini als gast in zijn woning ontving en zich met hem liet fotografeeren, slechts enkele dagen nadat de moord op Matteotti in alle landen ontzetting en verontwaardiging had gewekt? Is het noodig, dat de Sowjet-gezanten te Berlijn, Parijs, enz. telkens de ‘bloem der kapitalistische klassen’: diplomaten, bankiers, hooge ambtenaren en militairen, de snobs van de kunst en de literatuur, uitnoodigen op schitterende feesten, waarvan de kosten ten laste komen van het russische volk? Is het noodig, dat de vrouwen der russische gedelegeerden te Genève en elders de aandacht trekken door hun kostbaar bont en hun opzichtige, hetzij dan echte of valsche juweelen? Door dergelijk weeldevertoon imponeert de russische Sowjet-staat zijn vijanden in het minst niet, terwijl hij zijn vrienden bedroeft en ergert. Wat die vijanden aangaat - hen imponeerden de natuurlijke, vrijwillige eenvoud van Lenin en zijn sobere levensstandaard oneindig meer dan de smakelooze overdaad van hen, die zijn naam bij alle mogelijke gelegenheden in den mond voeren, maar allerminst erfgenaam zijn van zijn geest. Hun imponeerden de puriteinsche zeden, waarvan de kommunisten gedurende de eerste jaren der diktatuur het voorbeeld gaven en hun imponeert de groote eenvoud die gelukkig ook heden nog in het algemeen onder de russische kommunisten heerscht. Wat meer gevoel van verantwoordelijkheid en betamelijkheid, een wat meer gereserveerde houding en minder parvenu-achtige toeschietelijkheid tegen de maatschappelijke groepen, die lijnrecht tegenover | |
[pagina 107]
| |
het socialisme staan, - zij zouden voor de vertegenwoordigers van den ‘Eersten staat der arbeiders en boeren’ de achting hebben afgedwongen van het beste deel der burgerlijke klassen en de sympathie der arbeiders voor dien staat zeer hebben vergroot. Natuurlijk beteekent het vermijden van onnoodige koncessies in den vorm nog niet het afwijzen van wezenlijke koncessies. De kommunistische partij in Sowjet-Rusland kan haar diktatuur niet handhaven zonder voortdurende aanpassing aan de burgerlijke klassen in Rusland zelf, en aan het kapitalistisch wereld-milieu. En daar zij die handhaving, terecht of ten onrechte, boven al het andere stelt, zal zij op den weg der koncessies hoogstwaarschijnlijk nog verder worden voortgedreven. Blijft de nauwe band tusschen Sowjet-Rusland en de K.I. bestaan, dan zullen haar sekties genoodzaakt blijven alle verdere koncessies van het Sowjet-bewind voor te stellen als ‘middelen ter bereiking van het kommunisme’ en elke oppositie, die daartegen in de russische K.P. opkomt, in flagranten strijd met de waarheid voor ‘sociaaldemokratisch’ en ‘kontrarevolutionair’ uit te maken. De onderdanigheid en slaafschheid der kommunistische partijen zullen bestendigd worden: zij zullen hun laatste atoom zelfrespekt verliezen en de ontaarding der K.I. zal, in het eene land wat sneller, in het andere wat langzamer, toenemen. Willen de oppositiegroepen, die in enkele dier partijen tengevolge van de russische gebeurtenissen opkwamen, niet uitgestooten worden, zoo zullen zij op het aanstaande Internationale kommunistische kongres den Canossagang moeten doen. Zijn zij daartoe niet bereid, dan zullen wellicht behalve in Duitschland ook in Frankrijk, in België, in Tsjecho-Slowakie, enz. naast de officieele kommunistische partijen groepen van dissidente kommunisten ontstaan, die zich vroeger of later als ‘IVde Internationale’ zullen konstitueeren. De ervaringen der laatste jaren in Duitschland | |
[pagina 108]
| |
bewijzen echter, dat dergerlijke groepen van uitgetredenen of uitgestootenen zeer moeilijk aanraking krijgen met de massa's en groot gevaar loopen sektarisch te verstijven. Teleurstelling, wrok en verbittering vertroebelen vaak den blik hunner aanhangers op personen en verhoudingen. Al beschouwen zij hun breuk met de K.I. als definitief, zoo blijven zij nog in haar geestelijken ban gevangen en proklameeren zij voortdurend hun aanhankelijkheid aan de taktiek van het ‘marxisme-leninisme’. Tot een grondige kritiek van de K.I. gaan zij niet over; integendeel schreeuwen zij gewoonlijk mee in het koor van hen, die alle pogingen tot dergelijke kritiek als heiligschennis verwerpen. De dissidente kommunistische groepen zouden enkel kans hebben, een gezuiverde en links-gerichte kommunistische Internationale te worden, zoo de russische oppositie het initiatief tot de stichting daarvan nam. De tradities van het kommunisme maken het zeer moeilijk, zijn zwaartepunt van het Oosten naar het Westen te verplaatsen. De russische oppositie echter wil, zooals men weet, geen nieuwe partij en geen nieuwe Internationale oprichten: zij wil het niet en zij mag het niet willen, omdat die oprichting het einde van de diktatuur zou beteekenen. En de russische oppositie staat even vast, even onvoorwaardelijk op den bodem van de handhaving der diktatuur als de russische meerderheid. De kleine groep der ‘uiterste linkerzijde’ in de Kommintern heeft in '21, zoodra tot de invoering der N.E.P. besloten was, aangedrongen op het overbrengen van den zetel der Exekutieve naar West-Europa. Haar leden voorzagen de versterking der kapitalistische tendenties en der burgerlijke klassen, waartoe de N.E.P. onherroepelijk zou voeren. Maar hun tegenstand tegen de N.E.P., die zich opdrong als het eenig middel, om Rusland voor den ekonomischen ondergang te behoeden, en het tot een halve kolonie der groote kapitalistische staten te maken, stem- | |
[pagina 109]
| |
pelde hen tot utopisten. En ook hun voorstel was utopisch, - immers geen enkele sektie der K.I. was in staat, de leiding te nemen. Het had de beteekenis van een gebaar van protest, meer niet. De K.I. kon zich in '21 onmogelijk losmaken van Rusland en zij kan het ook heden niet. Zij heeft haar ontstaan te danken aan de russische revolutie, zij is opgegroeid in de schaduw van den Sowjetstaat en met hem door duizend banden verbonden; gesteld dat zij de kracht had ze te verbreken, zoo zou dat gaan ten koste van het grootste deel van haar beteekenis en haar politieke macht. Immers zij dankt die macht en die beteekenis veel minder aan haar eigen prestaties, dan aan het prestige van den russischen staat. Alle ‘linker kommunistische groepen’, zoowel in als buiten de Kommintern, ook die, welke de principieele onafhankelijkheid van Sowjet-Rusland als een voorwaarde tot het weer-gezond-worden der kommunistische beweging beschouwen, blijven vasthouden aan de beginselen, die het bolschewisme tot dogma's verheven heeft. Ook zij zien het socialisme uitsluitend als een strijd om de overmacht, zonder te begrijpen, dat het bewustzijn der strijders door deze opvatting gevaarlijke verminkingen en vernauwingen ondergaat. Zij houden vast aan geweld, terrorisme en diktatuur, zonder te onderzoeken, of het gebruik van deze middelen in Rusland niet heeft geleid tot hun bestendiging en of met die bestendiging de toeneming van de zelfwerkzaamheid der massa's en van de vrijwillige verantwoordelijkheid voor de algemeene zaak gepaard kan gaan. Zij wenschen, dat de strijd tegen de reformistische beweging konsekwenter en scherper gevoerd worde, zonder er zich om te bekommeren of, zooals Souvarine het geestig uitdrukt, ‘het normaal is dat de voorhoede van een leger (immers, alle kommunistische groepen beschouwen zich als de voorhoede), haar vuur jaar in jaar uit tegen het gros van haar eigen troepen richt.’ | |
[pagina 110]
| |
Ook zij hebben geen vermoeden van de noodzakelijkheid om de middelen zooveel mogelijk met den geest der doeleinden te doortrekken, geen vermoeden, dat in dit ‘zooveel mogelijk’ een voortdurend werken aan zichzelf, een telkens herzien van zijn methoden én zijn drijfveeren besloten ligt. Ook zij begrijpen niet, dat die doeleinden slechts werkelijkheid bezitten, wanneer iets van hun geest in onze drijfveeren overgaat. Zeker: de van de K.I. afgesplinterde linksstaande groepen zijn niet korrupt, zij hebben nog geen heerschende kliek voortgebracht, zij bieden nog zekere mogelijkheden tot diskussie en kritiek, in hen is nog niet alles versteend en verstard; zij proklameeren nog niet het vuistrecht, zij gelooven nog aan de macht der idee. Maar al deze kenmerken waren die van elke kleine oppositie, die in de laatste halve eeuw in de arbeidersbeweging opkwam. Hun hoogmoed, hun matelooze aggressiviteit, hun totale minachting voor alle ‘andersdenkenden’ in de beweging, hun totaal onvermogen, elk denken dat anders is dan het hunne te waardeeren, dit alles stempelt hen tot echte sektariers. Daarom kan vernieuwing van hen niet uitgaan. Hoe zouden zij de arbeidersklasse behulpzaam kunnen zijn, zich te bevrijden van overlevering, dogmatiek en sleurdenken, daar zij zelve van huis uit dogmatici zijn? Hoe zouden zij haar kunnen helpen, den weg naar de eenheid terug te vinden, daar zij in de eerste plaats nadruk leggen op datgene wat hen van anderen scheidt? Zij vermogen zelfs niet, onder elkaar tot overeenstemming te komen. Integendeel overstelpen zij elkaar geregeld met smaadwoorden. Verschillen in zake taktiek, voor buitenstaanders haast onmerkbaar, zijn voor hen reden genoeg tot verbitterde twisten en blijvende verwijdering. Zij zijn geen kiemen van nieuw leven, maar afvalprodukten van het ontaarde kommunisme. |
|