Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] II Dood is gelijk aan diepe kreke' en baaien die ver in de kusten des levens vreten; hij is als schemeringen die weg-eten 't licht uit den dag, met stiller handen aaien. Zijn snelle donkre schaduwschepen praaien onze vloot, bontbevlagde, op alle breedten, en in 't huis onzer levens zijn geen reten waar niet zijn blanke vlokken binnenwaaien. Hij is aan levens lijf als vastgezogen; in 't levensvuur brandt hij donkere holen, in alle wezens werkt hij, hij verteert de stof des levens, het gedurig pogen; als niets blijft dan een handvol doffe kolen zeggen wij: ‘leven is tot dood verkeerd.’ Vorige Volgende