Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] VI Altijd in d'oude tegenheên gevangen! Het ingekeerde en het ingetogen zijn, puurt heerlijkheid voor de binnen-oogen en tilt de ziel boven het kleine, wrange. Daar bloeit zilvren schoonheid, liefde en meedoogen: maar gij zijt daar niet, kind van sterk verlangen en wil, gij met de warm-bebloosde wangen, o Daad, die ons toch beuren moet omhooge. Droomen kan de wereld niet opwaarts tillen, en zijn wij dadig gaat de droom verloren: dat is de smart, welk water kan haar stillen? Waar wordt gesponnen het nieuwe gewaad dat zal omplooien menschheids morgengloren? Welk wever weeft uw eenheid, droom en daad? Vorige Volgende