Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Droom en daad [pagina 87] [p. 87] I Mijn hart is helder, en een klare kracht klimt door mijn leden, die ik lang ontbeerde, en de verrukkingen die ik verleerde voel ik bevende nad'ren onverwacht. Geen donkerte heeft over dit licht macht: de wereldbrand die zooveel vreugd verteerde staat stil voor deze vreugd die ik begeerde en zocht zoozeer en vond, zoo sterk en zacht. De schoonste kracht die door de tijden zwerft voedt mij: de kracht van het opwaartsche willen des levens, van den drang die nimmer sterft; door mijn armzalige menschen-leden trillen zijn wieke' oneindig, en mijn vaal hart verft de glorie van zijn purpervlammend willen. Vorige Volgende