Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] III Zoo vaak bracht zij mij weg wanneer ik ging en zeker zal zij wachten op mijn komen zoo ik ontwaken mocht uit deze droomen en intreên, schuchter, tot een nieuw begin. Ik kan niet denken hoe dat wezen zal, een weerzien zonder oogen, zonder zinnen, maar ik weet dat zielen elkaar beminnen en erkennen en dat d'onhoorbre val van haar ziel naar de mijne mij zal geven de heerlijk-warme, de ontroerde rust van thuis te zijn, die voor mij werd gebluscht toen de moeder gleed uit mijn aarde-leven. Ik weet dat zeker, zoo de dood niet is vernietiging, maar overgang, aleer ik verder streve in een wijder sfeer mijn hart zich laven zal van lang gemis en voelen 't blij hervinden na de scheiding en de vertrouwdheid en de koestering en daarom is voor mij licht-neveling om het uur van de donkre over-glijding. Vorige Volgende