Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] II Altijd was zij blijde wanneer ik kwam, en zeker wacht zij zoo er wachten is geduldig, maar toch in verlangenis dat dit gescheiden zijn een einde nam. Wat ik voor haar was moet ik eeuwig zijn en zeker begeert zij, mij in haar wezen weer op te nemen en te laten lezen de melodieën van haar nieuwe zijn in de wijder sfeer die haar werd ontsloten; zeker zal haar vreugd uitstralen tot mij wanneer ons beide één rythme weer omsloten heeft, en omhoog beurt éénzelfde getij. Vorige Volgende