Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] XIII Het is niet zwaar te bekennen met woorden dat in elken mensch een God slaapt, bevangen van dróóm, niet zwaar het oneindig verlangen te duide' als geprevel door hem gezonden omhoog. Maar het is zwaar om niet te wonden God-in-den-mensch met de begeerge tangen van hebzucht en van heerschzucht: door de lange eeuwen wordt dit weten het laatst gevonden. Uit machteloosheid is 't geloof geboren ‘alle menschen Gods kindre’; - in deze rede konden de tragen en de zwakken vluchten: wij echter wille' in ons God zingen hooren, hem rijzen zien door aller menschen leden en zette' in alle zielen bloem en vruchten. Vorige Volgende