Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] IX Tot de wereld moeten groeie' onze werken; kindren der wereld mogen wij niet wezen; boven haar woeligheid moet uitgerezen ons hart gedachten bouwe' als hooge kerken. Aan der liefde lach mogen wij ons sterken en in haar schoot van onzen pijn genezen; onverbidlijk haar zuster afgewezen dient, die ons komt verleide' op bonte vlerken. Zoo als een oude wijze wilde scheiden van 't leven, zóó willen wij in zijn volten omsponnen van lichtenden vrede staan; ‘meer zeegnend dan verliefd’ zullen wij schrijden over der dagen heuvle' en door de holten der nachten, sterk door weten, vrij van waan. Vorige Volgende