Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] VII Niet in de schemerige zuilen-dreven der tempels worden wij wedergeboren, wij vluchten niet ver van der menschheid koren om den God in eenzaamheid te beleven die oprijst door ons hart. Maar in het leven gaan wij, gaan om voor hen die willen hooren in te luiden het morgendlijke gloren van 't ontstijge' aan blinde noodwendigheden. En hoe meer wij het goddelijke wekken in de borst der ontgoddelijkte scharen des te heller vlamt het op door ons zelven; zóó vervullen wij in het openbare, wat eeuwen her bereid werd in het bekken der stil-schemerende tempel-gewelven. Vorige Volgende