Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] V Goddelijke baring schuimt in de kolken van het heelal. Er dreunt immense hijging door d'eeuwigheden heen: de levensstijging der wezens die d'oneindigheid bevolken. Telkens werpt zich haar tegen de bedreiging des doods: falen en ondergang omwolken haar luister zwart; telkens, door nieuwe volken vlamt weer d'onverwinlijk opwaartsche neiging die Leven stuwt. - Zooals rijzende zonne de boomtoppe' aan de heuvel-horizonnen in bovenaardsche glorie lichten doet, zoo kust dit weten nu met zaalge glansen hen die, staande op levens hooge transen vangen zijn eersten wonderbaren gloed. Vorige Volgende