Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] XV Waaruit wellen de diepe zekerheden die in deze smarten-doorkloofde dagen stijgen naar mijn hart en het omhoog dragen tot een sfeer van zegevierenden vrede? Is het de drang maar, die door menschenleden in lente zwelt, zooals hij na den tragen winterwachttijd in struiken en in hagen rumoert? Voert die het hart zoo machtig mede? Of wel zijt gij het, goddelijke vonk van een kracht wezens- andere dan de krachten die, blinde drang, werken in de natuur? Ik weet niet, maar ik weet dat mijn ziel blonk sinds jaar en dag niet in zóó hoog verwachten als in dit donkre tranenrijke uur. Vorige Volgende