Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] XI Maar als we vol rijke wellingen leven hoe zouden wij dan op't zelf kunnen teren? In ons gaat open oneindig begeeren naar lieven schoone geschenken te geven van onze Liefde. O die honger doet evenveel pijn als d'andre, naar in lauwe meren van liefde te verzinke', en hoeveel keeren is ook hij gansch onbevredigd gebleven; 't verlangen ongestild, om met de waatren zoet wellende uit ons, te verkwikken zielen die zelven dorstig naar Liefde overbuigen. O wat zal 't droef verspillen en vernielen der Liefde, bij de gelukkige laatren van onzen machtloos-kranken zin getuigen. Vorige Volgende