Verzonken grenzen(1940)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] IX Honger naar wat de ziel nooit heeft bezeten is pijn, en andre pijn het honger-lijden naar wat zij heeft bezete' in 't lichte blijde weleer en verloor en niet kan vergeten. O fel zijn van dezen honger de beten, er leeft wel geen één mensch op onze wijde aarde die hem niet kent, die niet bij tijden heeft onderdrukt smartlijk-vragende kreten. Hij maakt de wereld vol gapinge' en scheuren; het angstig hart zoekt als op bare zee naar het hart waar het altijd neer kon strijken; zoekt, vindt niet, fladdert, poogt zich op te beuren, worstelt om een vast steunpunt te bereiken en verzinkt moede in het groote wee. Vorige Volgende